1. Objectief denken
De witte hoed staat voor feiten, cijfers en informatie. Je gaat uit van objectieve informatie. Feiten en cijfers
kunnen nooit objectief worden benaderd wanneer ze als een bestanddeel van een argument naar voren
worden gebracht. Het is van belang te evalueren voor wie bepaalde informatie een feit is. *9/48
Passende vragen bij de witte hoed:
- Wat weten we met de witte hoed?
- Wat is ieders standpunt?
- Welke vragen stellen anderen?
- Waar heeft niemand aan gedacht?
- Welke informatie is er vinden in boeken of internet?
- Is kunstmatige perceptie wel te vertrouwen?
- Is die informatie zuiver en correct?
- Is mijn informatie volledig?
- Beschik ik over alle feiten?
2. Subjectief denken
De rode hoed heeft betrekking op emoties, meningen en de irrationele aspecten van het denken. Deze hoed
verschaft ons een formele, duidelijke gedefinieerde modus voor het openlijk uitspreken van deze aspecten
als legitieme bestanddelen van de volledige landkaart.
Als emoties en meningen niet als bestanddelen van het denkproces worden toegelaten, zullen ze op de
achtergrond op de loer blijven liggen en het denken vanuit het verborgene negatief beïnvloeden.
Passende vragen bij de rode hoed:
- Wat verteld je rode hoed?
- Waar kriebelt het in mijn lichaam?
- Hoe voel ik me hierbij?
- Welk voorgevoel heb ik?
3. Kritisch denken
Het moet erkend worden dat de meeste denkers - zowel geoefend als ongeoefende - zich beslist op hun gemak voelen bij het dragen van de zwarte hoed. Dit is een gevolg van de westerse nadruk op tegenspraak en kritiek. Toch is de mening dat het dragen van de zwarte hoed de voornaamste functie is, weid verbreid. Helaas gaat die mening volledig voorbij aan de constructieve, genererende en creatieve en aspecten van het menselijk denken.
Passende vragen bij de zwarte hoed:
- Heb je nu de zwarte hoed op?
- Pas op! Kan het hier gevaarlijk, moeilijk zijn?
- Wat kan er fout gaan?
- Hoe definiëren we het probleem?
- Waarom is dit moeilijk?
- Waar is er gevaar te bekennen?
- Welke andere risico's zijn er?
4. Positief denken
Het dragen van de gele hoed laat je positief en constructief denken. Het is optimistisch zonder details. Je bent op zoek naar voordelen en bekijkt het van de zonnige kant. Positief denken is een keuze. Geel denken is de tegenhanger van zwart denken, zoals rood dat voor wit is, en blauw voor groen.
Passende vragen bij de gele hoed:
- Wat gebeurd er onder de gele hoed?
- Waar zijn er voordelen te behalen?
- Waardoor gaat dit wel lukken?
- Wat gaat er (wel) goed?
- Welke waarde heeft dit?
- Wat is er aantrekkelijk in het idee?
- Hoe kan ik het laten slagen?
5. Creatief denken
Groen is de kleur van vruchtbaarheid van planten die uit nietige zaadjes ontkiemen en tot wasdom komen.
De groene hoed heeft specifiek betrekking op nieuwe ideeën en manieren om dingen te bezien. Groen
denken streeft naar verandering buiten het bestaande kader. Het staat voor creativiteit, groei, energie en het leven zelf. Het brengt alternatieven en nieuwe ideeën aan. Je bent opbouwend, vruchtbaar en mag vrij
associëren in je manier van denken.
Passende vragen bij de groene hoed:
- Wat is de groene weg om dit op te lossen?
- Waar doet het pijn?
- Wat kan ik zoal doen?
- Hoe los ik dit op?
- Wat is jouw Toloposogo (andere woorden)?
- Vanuit welk kader is deze perceptie geboren?
- Zijn we nu al tevreden?
6. Analytisch denken
De blauwe hoed staat voor denken over denken, afstandelijkheid, overzicht en controle. Met deze hoed bent je de dirigent die het proces in de gaten houdt. Je evalueert wat is bereikt, stelt vast wat de volgende stap moet zijn. Als je de blauwe denkhoed draagt kun je een denkplan opstellen, compleet met alle details voor wat er opeenvolgend zou moeten gebeuren.
Passende vragen bij de blauwe hoed:
- Wat zijn onze blauwe hoed aspecten?
- Waar moet ik aan denken
- Welke actie onderneem ik?
- Waar kan ik iets organiseren?
- Wanneer doe ik iets? Wat doe ik?
- Hoe ga ik dat doen?