ROB BROCKHUS REIKT VANUIT DE HEMEL ZIJN VISIE AAN OVER DE BELANGRIJKHEID VAN KAMERZETEL 151 EN DE EENZAME STRIJD DIE KAMERLID THEO HENDRIKS VOERDE IN TEKST, BEELD EN GELUID
De Tijd van Vernieuwing is Nu!
Aangezien de nieuwe media zoals internet een belangrijke rol spelen, is het wenselijk een verbinding te maken met de website "Kamerzetel-151 ©®" voor 'online' reacties vanuit de bevolking. Een panel van drie mensen vangt de reacties uit de samenleving via internet op en leggen die voor aan de deelnemers van de discussie voor de presentatie in de week daarop. Uit deze reacties en die via de post wordt dan een keuze gemaakt om mensen uit te nodigen eerst aan het programma 'Kamerzetel 151' mee te doen en daar mogelijk gekozen te worden als een van de drie afgevaardigden van het Nederlandse volk; en dan zitting te nemen in het parlement met een spreektijd van drie minuten.
ROB BROCKHUS GEEFT UITLEG OVER KAMERZETEL 151
Over Rob Brockhus
Rob Brockhus en Ad van Rooij waren zeer goede vrienden van elkaar. Ze werkten vele jaren nauw samen. Rob heeft erg veel betekent voor het Economisch Kennis Centrum B.V. vanuit de Sociale Databank Nederland.
Overlijdensbericht Rob Brockhus
Onze dierbare vriend en medestrijder Rob Brockhus is na een ziekbed op 14 december 2022 overleden. Rob zou in februari 2023 de leeftijd van 80 jaar hebben bereikt. Alhoewel Rob daar niet veel van liet merken, heeft hij de laatste periode van zijn leven erg moeten lijden. Rob gaat verder vanuit de Hemel met dank aan zijn vrouw Marjo en kinderen met het verzoek aan Paus Franciscus om zijn Sociale Databank Nederland de Heilige Status te geven.
(Voor meer informatie zie blz. 97 in de onderstaande PDF en bekijk daar ook de vele video's)
De eenzame strijd van Kamerlid Theo J.M. Hendriks nadert het einde!
De eenzame strijd van Kamerlid Theo J.M. Hendriks
Het eeuwige misverstand
Artikel uit het Brabants Nieuwsblad d.d. 26-02-1998
De eenzame strijd van Kamerlid Theo J.M. Hendriks nadert het einde. Een eeuwig misverstand. Het Tweede-Kamerlid, Theo J.M. Hendriks. Hendriks vindt zelf dat hij staatsrechtelijk zeer belangrijk werk verricht in het parlement. Collega-Kamerleden denken daar geheel anders over. Hendriks' verblijf in de Kamer berust op een misverstand.
Door: Arnold Mandemaker
Dat Hendriks in de Tweede Kamer terecht kwam, is louter het gevolg van misverstanden en regiefouten. De Eindhovense lokale ouderenpartij AOV had het in maart 1994 tijdens de gemeenteraadsverkiezingen zo goed gedaan, dat oprichter Martin Batenburg de blik naar de landelijke politiek wendde. In allerijl werd een landelijke kandidatenlijst samengesteld, wat heet: in elkaar gedonderd. Meer dan twee zetels had niemand verwacht, dus voor de plaatsen drie tot en met tien worden min of meer lukraak mensen aangezocht. Tijd voor screening was er niet. Wie z'n vinger opstak, stond bij wijze van spreken al op de lijst.
Batenburg en zijn toenmalige lijsttrekker Jet Nijpels wilden iemand op de lijst hebben die iets wist van volkshuisvesting. En zo kwamen de A0V-ers uit bij Theo Hendriks. Een gepensioneerd ambtenaar van de gemeente Tilburg die zich nog steeds tooit met de fraaie titel "stedenbouwkundig architect". Toen bleek dat hij ook nog eens politieke ervaring had als voorzitter van de KVP-afdeling Veldhoven en een korte periode als lid van Provinciale Staten, was het voor elkaar. Hendriks kwam op plaats zes. Zonder dat iemand van het AOV ooit langer dan tien minuten met hem had gesproken.
Ruziezoeker
Hendriks werd als gemeenteambtenaar op een zijspoor gezet. Maar tot op dag van vandaag houdt hij vol dat hij, en niemand anders, verantwoordelijk is geweest voor de bouw van de Tilburgse nieuwbouwwijk 'De Blaak'. In die mening staat hij alleen. Het AOV haalde in mei 1994, tegen alle verwachtingen in, zes zetels en dus kwam Hendriks in de Tweede Kamer. De man bleek al direct te beschikken over een geheel eigen taakopvatting. Hij vond dat hij als gekozen volksvertegenwoordiger zelfstandig moest opereren, zonder zich iets aan te trekken van de fractielijn.
Scheepvaart
Hendriks viel gelijk op, in negatieve zin. Hij stelde, zonder dat zijn fractie daarvan wist, vragen over een nieuwgekozen PvdA-Kamerlid van Surinaamse afkomst. Of die wel de Nederlandse nationaliteit had? Vervolgens begon hij in het openbaar te raaskallen over een 'maritieme oplossing' van het asielzoekersvraagstuk. Daarmee bedoelde hij: op een boot zetten. Dat was volgens hem goed voor de Nederlandse scheepvaart. De onervaren AOV-fractie, waarin toch al een paar zonderlinge heren rondliepen, had al snel tabak van Hendriks. Vijf maanden na aantreden werd hij uit de fractie gegooid.
Hendriks ging solo verder. En hoe. Met zoon Oscar aan zijn zijde, aangesteld als fractiemedewerker, begon Hendriks een eenzaam gevecht tegen de rest van de wereld. Hij sloeg de aanvankelijke verbazing al snel om in irritatie. Hendriks pleegde herhaaldelijk parlementaire obstructie door op de meest ongelukkige momenten hoofdelijké stemmingen aan te vragen. Hij liet vanaf het spreekgestoelte woordenstromen los waar niemand een touw aan kon vastknopen. Hij nodigt bewindslieden uit om bij hem op de werkkamer 'belangrijke stukken' door te nemen. De irritatie sloeg om in verontwaardiging toen Hendriks, die toch al blijk van merkwaardige opvattingen over buitenlanders en asielzoekers, in verband werd gebracht met neonazistische groeperingen. Een rechts-extremist was enige tijd lid van zijn 'denktank'. Ook zoon Oscar werd beticht van 'dubieuze contacten met extreem-rechtse groeperingen'.
Justitie deed, heel uitzonderlijk, op verzoek van toenmalig Kamervoorzitter Deetman een onderzoek naar de antecedenten van Hendriks. Bewijzen voor neonazistische banden werden niet gevonden en het onderzoek liep dood. Maar het laatste greintje respect onder zijn collega-parlementariërs had Hendriks nu wel verspeeld. Tegenwoordig doolt Hendriks eenzaam door de Haagse wandelgangen.
Collega-Kamerleden gaan hem uit de weg, op zijn voormalig fractiegenoot Verkerk na. In de Kamer leidt zijn gezeur om hoofdelijke stemmingen nog wel tot irritatie, maar verder wordt hij lijdelijk 'uitgezeten'. Nog een paar weken, en dan is de periode-Hendriks voorbij, redeneert het gros van de Kamer. Hendriks zelf heeft inmiddels aangetoond dat het bord voor mijn hoofd van uitzonderlijke kwaliteit is. Hij geeft hoog op van zijn 'staatsrechtelijk zeer belangrijke parlementaire bijdragen' en hij rept van vriendschappelijke betrekkingen met bewindslieden, die in werkelijkheid met een wijde boog om hem heen lopen.
Maar zoals Hendriks uit zijn Tilburgse ambtenarenverleden blijft volhouden dat hij een prominente stedenbouwkundige is, zo zal hij nog vele jaren prat gaan op zijn vier jaren in de Kamer. Hij meent nog altijd dat duizenden hem steunen in zijn eenzame strijd. Terwijl de rest van de wereld weet dat zijn aantreden in de Kamer een groot misverstand is geweest. En door niemand gewenst.
Documentatie van oud-Tweede Kamerlid Th.J.M. Hendriks
Tip: Lees alle links op de website: https://www.sdnl.nl/roddel-1.htm
▶️ Oorkonde voor oud-Kamerlid Hendriks voor zijn inzet, openheid en integriteit
▶️ Seniorenpartij trekt beerput open rond de Sociale prestatie van Nederland en de AOW
▶️ Super-bankfraude: Politiek dynamiet voor oud-Kamerlid Hendriks
▶️
Overzicht van gevoerde procedures inzake voormalig Tweede kamerlid Th.J.M. Hendriks
▶️
Pleitnotitie Raad van State inzake Hendriks versus minister van Binnenlandse Zaken
▶️
Kamerlid Hendriks stelt vragen aan de minister van Justitie over hongerstaking
▶️
Belangenverstrengeling: Verbod justitiële ambtenaren als rechter. Kamervragen
▶️
Kamerlid Hendriks stelt vragen aan de ministers van VROM, VWS en Justitie
▶️
Steunbetuiging voor Kamerlid Th.J.M. Hendriks tegen achterklap VNU-bladen
▶️
Smaadartikel in de VNU-pers over Kamerlid Th.J.M. Hendriks (v.a. 25-2-98)
▶️
Brief aan redactie van het Brabants Nieuwsblad (VNU) in reactie op het artikel
▶️
Persbericht aan de media over Hendriks' positiebepaling m.b.t. de verkiezingen
▶️
Reactie op het smaadstuk van een 'Denktank-lid' van 2e Kamerlid Hendriks
▶️
Kamervragen over de EMU en opwaardering van de goudvoorraden
▶️
Rede van kamerlid Hendriks bij de Algemene Beschouwingen van 1996
▶️
Vragen van kamerlid Hendriks over concurrentiebeding ISDN
▶️
Kamerlid Hendriks reageert in open brief op melodrama van Jet Nijpels
▶️
Bijdrage aan het debat over de Eurotop in Amsterdam door Kamerlid Hendriks
▶️
Kamerlid Hendriks stelt vragen over waarde deviezen na invoering v.d. euro
▶️
Algemene politieke beschouwingen 1998 door Kamerlid Hendriks
▶️
Rede in de Financiële beschouwingen 1998 door Kamerlid Hendriks
▶️
Kamervragen over de belangenverstrengeling rond de Kinderbescherming
▶️
Dankbrief van Kamerlid Hendriks aan uitgever Cd-rom Maatschappijleer
▶️
Aanbieding van Internet cd-rom aan Minister Zalm van Financiën
▶️
Kamervragen inzake belangenverstrengeling bij de Raad v/d Kinderbescherming
▶️
Kamervragen aan Minister VROM over wolmanzout en Europees milieurecht
▶️
Kamervragen van Hendriks aan minister Sorgdrager over scheiding der machten
▶️
Kamervragen aan Minister VROM over wolmanzouten en Europees milieurecht
▶️
Kamerlid Hendriks kritiseert kandidaatstelling Hoge Raad
▶️
Politiek dynamiet uit de adviescommissie van Kamerlid Hendriks
▶️
Kamerlid Hendriks prijst KOLDER-model van de Universiteit van Wageningen
▶️
Kandidaatstelling Algemene Rekenkamer gesteund door Hendriks en Unie 55+
▶️
Verontruste Burgers bieden AOV, D'66, VVD en Hendriks IRM-rapport aan
Lees vooral ook deze link: https://www.sdnl.nl/ekc/ekc-hendriks.htm
In deze link is het onderstaande te lezen.
Overzicht van de vele gevoerde procedures inzake voormalig Tweede kamerlid Th.J.M. Hendriks
OVER HET JAAR 1995.
- Karel V stichting subsidie toegekend.
- Stichting Filips-Willem subsidie toegekend.
Uitzending 2 Vandaag op 27 augustus 2001
OVER HET JAAR 1996.
- Karel V Stichting.
- Besluit van 27 april 1998 (kenmerk: BW98/573) van de minister van BZ.
- subsidie vastgesteld op nihil
- voorschot f. 30.323,- teruggevorderd.
- Bezwaarschrift d.d. 25 mei 1998 (kenmerk: Hendr. 02/25058BZ) tegen bovengenoemd besluit bij de minister van BZ.
- Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 25 mei 1998 (kenmerk: hendr.02/25058/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de rechtbank in Den Haag.
- Hoorzitting op 23 juni 1998 bij het ministerie van BZ inzake behandeling bovengenoemd bezwaarschrift.
- Besluit van 2 juli 1998 (kenmerk: BW 98/U1108) van de minister van BZ op bovengenoemd bezwaarschrift.
- Verweer
- - Beroepschrift d.d. 10 augustus 1998 (kenmerk: Hendr.02/10088/B) tegen bovengenoemd besluit bij de rechtbank Den Haag.
- - Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 10 augustus 1998 (kenmerk: Hendr.02/10088/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de President van de rechtbank Den Haag.
- Rechtbank Den Haag
- Uitspraak nr. 98/5956 d.d. 18 september 1998 van mr. T.M.A. Claessens als rechtbank van Den Haag op bovengenoemd beroepschrift onder punt 5.
- Uitspraak nr. 98/4260 d.d. 18 augustus 1998 van mr. T.M.A. Claessens nu als fgd. president van de rechtbank van Den Haag op ons verzoek om voorlopige voorziening onder punt 2 en ons verzoek om voorlopige voorziening onder punt 5.
WAT IS HIER MIS.
- Mr. T.M.A. Claessens spreekt als fgd. president van de rechtbank gevoegd uit op twee verschillende verzoeken om voorlopige voorziening, te weten, die van 25 mei 1998 en die van 10 augustus 1998. Dit kan wettelijk niet.
- Mr. T.M.A. Claessens spreekt als rechtbank eerder uit op ons beroepschrift van 10 augustus 1998 dan op onze bijbehorende verzoeken om voorlopige voorzieningen van 25 mei 1998 en die van 10 augustus 1998. Ook dit kan wettelijk niet.
- Door eerder uit te spreken in het beroepschrift dan in bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening heeft mr. T.M.A. Claessens de Karel V Stichting geblokkeerd in zijn hogere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State. Ook dit kan wettelijk niet.
- Mr. T.M.A. Claessens heeft bovengenoemde uitspraken gedaan zonder dat is verzocht om betaling van griffierecht en er is derhalve ook geen griffierecht betaald. Ook dit kan wettelijk niet.
- Besluit van 11 november 1998 (kenmerk: BW 98/U56709) van de minister van BZ, waarbij f. 30.323,- wordt ingevorderd. Men baseert zich daarbij op bovengenoemde uitspraak van de rechtbank van Den Haag.
- Bezwaarschrift d.d. 19 november 1998 (kenmerk: KVS/19118/BZ) tegen bovengenoemd invorderingsbesluit.
- Hoorzitting op 13 januari 1999 bij het ministerie van BZ inzake behandeling bovengenoemd bezwaarschrift.
- Besluit van 25 januari 1999 (kenmerk: BW98/58873) van de minister van BZ op bovengenoemd bezwaarschrift.
- Beroepschrift
- Beroepschrift d.d. 4 maart 1999 (kenmerk: KVS.01/04039/B) tegen bovengenoemd besluit bij de rechtbank Den Haag.
- Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 4 maart 1999 (kenmerk: KVS.01/04039/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de president van de rechtbank Den Haag.
Bij brieven van 8 maart 1999 (nrs. 99/1632 en 99/1633) bericht griffier J. Bot van de rechtbank Den Haag dat hij dit beroepschrift en verzoek om voorlopige voorziening ter afhandeling heeft doorgezonden aan de rechtbank van Breda.
- Uitspraak
- Uitspraak nr. 99/388 d.d. 21 april 1999 van mr. M.E.H. Janssen als rechtbank van Breda op bovengenoemd beroepschrift onder punt 11. Deze uitspraak is gevoegd met die van de Stichting Filips-Willem, zaaknr. 99/391 (zie punt B12). Dit is in strijd met de wet.
- Uitspraak nr. 99/387 d.d. 21 april 1999 van mr. Van Viegen als president van de rechtbank van Breda op ons bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening onder punt 11. Deze uitspraak is gevoegd met die van de Stichting Filips-Willem, zaaknr. 99/390 (zie punt B12). Dit is in strijd met de wet.
- Mr. M.E.H. Janssen heeft twee beroepschriften gevoegd uitgesproken zonder toestemming van appellant, zonder hoorzitting. Dit kan wettelijk niet.
- Mr. Van Viegen heeft twee verzoeken om voorlopige voorziening gevoegd uitgesproken zonder toestemming van appellant, zonder hoorzitting. Dit kan wettelijk niet.
- Mr. M.E.H. Janssen spreekt als rechtbank eerder uit op ons beroepschrift van 4 maart 1999 dan op ons bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening van 4 maart 1999. Ook dit kan wettelijk niet.
- Door eerder uit te spreken in het beroepschrift dan in bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening heeft mr. M.E.H. Janssen de stichting Filips Willem en de Karel V stichting geblokkeerd in zijn hogere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State. Ook dit kan wettelijk nooit.
WAT IS HIER VERDER MIS.
- Verzet tegen de gevoegde uitspraken nummers 99/388 en 99/391 d.d. 29 mei 1999 (kenmerk: KVS/SFWON/29059/VZ). aan de rechtbank Breda. Dit omdat deze uitspraak op grond van hetgeen mis is, zoals staat beschreven onder I t/m VIII, nooit in stand kan blijven.
- Uitspraak nrs. 99/388 en 99/391 d.d. 17 augustus 1999 van mr. Woerdeman op bovengenoemd verzetschrift. Mr. Woerdeman dekt haar collega's mr. M.E.H. Janssen en mr. Van Viegen af.
- Hoger beroepschrift d.d. 25 september 1999 (kenmerk: KVS/SFWON/25099/HB) tegen de gevoegde uitspraak nummer 99/388 en 99/391 bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit om bevestigt te krijgen dat de rechtbank Breda appellant heeft geblokkeerd in haar hoger beroepsgang bij de Raad van State.
- Uitspraak nr. 199902376/p01 van 5 november 1999 van staatsraad mr. P.J. Boukema, lid van de enkelvoudige kamer, op bovengenoemd Hoger Beroepschrift zonder hoorzitting. In deze uitspraak bevestigt mr. P.J. Boukema dat appellant in haar hoger beroepsgang is geblokkeerd en dekt dat af.
- Verzet tegen uitspraak nr. 199902376/p01 d.d. 10 december 1999 (kenmerk: KVS/SFWON/10129/VZ) aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit omdat deze onrechtmatige besluitvorming nooit in stand kan blijven.
- Uitspraak nr. 199902376/y01 d.d. 14 februari 2000 van mr. P.van Dijk, voorzitter en drs. M.W.M. Vos - van Gortel en mr. J.H.P. Donner van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op bovengenoemd verzetschrift. In deze uitspraak bevestigen bovengenoemde staatsraden dat appellant in haar hoger beroepsgang is geblokkeerd en dekken dat af.
- Verzoek om herziening d.d. 2 april 2000 (kenmerk: KVS/02040/HZ) van de uitspraak 98/5956 aan de rechtbank in Den Haag. Dit omdat deze uitspraak op grond van hetgeen mis is, zoals staat beschreven onder I t/m IV, nooit in stand kan blijven.
- Uitspraak nr. 00/4202 d.d. 22 juni 2000 van mr. J.W. Sentrop als rechtbank van Den Haag op bovengenoemd verzoek om herziening. Het verzoek om herziening wordt zonder inhoudelijke motivering en zonder hoorzitting afgewezen.
- Verzet tegen uitspraak nr. 00/4202 d.d. 25 juli 2000 (kenmerk: KVS/25070/VZ) aan de rechtbank in Den Haag. Dit omdat deze uitspraak op grond van hetgeen mis is, zoals staat beschreven onder I t/m IV, nooit in stand kan blijven.
- Uitspraak nr. 00/4202 d.d. 25 januari 2001 van mr. C.F. Mewe als rechtbank van Den Haag op bovengenoemd verzetschrift. Opmerkelijk is dat deze mr. C.F. Mewe in haar overweging toegeeft dat er veel fout is gegaan maar verklaart het verzet toch ongegrond. Hieruit kan ik maar een conclusie trekken en die luidt: Mr. C.F. Mewe dekt haar collega's mr. T.M.A. Claessens en mr. J.W. Sentrop af in strijd met de wet.
B. Stichting Filips-Willem.
- Besluit van 24 april 1998 (kenmerk: BW 98/574) van de minister van BZ.
- Subsidie vastgesteld op nihil.
- Voorschot f. 23.472,- teruggevorderd.
- Bezwaarschrift
- Bezwaarschrift d.d. 26 mei 1998, (kenmerk: Hendr.01/26058/BZ) tegen bovengenoemd besluit bij de minister van BZ.
- Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 26 mei 1998, (kenmerk: Hendr.01/26058/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de president van de rechtbank in Den Haag.
- Hoorzitting op 23 juni 1998 bij het ministerie van BZ, inzake behandeling van bovengenoemd bezwaarschrift.
- Besluit van 2 juli 1998 (kenmerk: BW 98/U1107) van de minister van BZ op bovengenoemd bezwaarschrift.
- Beroepschrift
- Beroepschrift d.d. 9 augustus 1998 (kenmerk: Hendr.01/09088/B) tegen bovengenoemd besluit bij de rechtbank Den Haag.
- Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 9 augustus 1998 ( kenmerk: Hendr.01/09088/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de president van de rechtbank Den Haag.
- Uitspraak nr. 98/5952 d.d. 18 september 1998 van mr. T.M.A.
Claessens als rechtbank van Den Haag op bovengenoemd beroepschrift
onder punt 5.
Uitspraak nr. 98/4266 van mr. T.M.A. Claessens nu als fgd. president van de rechtbank van Den Haag op ons verzoek om voorlopige voorziening onder punt 2 en ons verzoek om voorlopige voorziening onder punt 5.
WAT IS HIER MIS.
- Mr. T.M.A. Claessens spreekt als fgd. president van de rechtbank gevoegd uit op twee verschillende verzoeken om voorlopige voorziening, te weten die van 26 mei 1998 en die van 9 augustus 1998. Dit kan wettelijk niet.
- Mr. T.M.A. Claessens spreekt als rechtbank eerder uit op ons beroepschrift van 9 augustus 1998 dan op onze bijbehorende verzoeken om voorlopige voorzieningen van 26 mei 1998 en die van 9 augustus 1998. Ook dit kan wettelijk niet.
- Door eerder uit te spreken in het beroepschrift dan in bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening heeft mr. T.M.A. Claessens de stichting Filips-Willem geblokkeerd in zijn hogere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State. Ook dit kan wettelijk niet.
- Mr. T.M.A. Claessens heeft bovengenoemde uitspraken gedaan zonder dat is verzocht om betaling van griffierecht en er derhalve ook geen griffierecht is betaald. Ook dit kan wettelijk niet.
- Besluit van 11 november 1998 (kenmerk: BW 98/U56708) van de minister van BZ, waarbij f. 23.472,- wordt ingevorderd. Men baseert zich daarbij op bovengenoemde uitspraak van de rechtbank van Den Haag.
- Bezwaarschrift d.d. 19 november 1998 (kenmerk: FWON/19118/BZ) tegen bovengenoemd invorderingsbesluit.
- Hoorzitting op 13 januari 1999 bij het ministerie van BZ inzake behandeling bovengenoemd bezwaarschrift.
- Besluit van 25 januari 1999 (kenmerk: BW98/59220) van de minister van BZ op bovengenoemd bezwaarschrift.
- Beroepschrift
- Beroepschrift d.d. 4 maart 1999 (kenmerk: SFWON.01/04039/B) tegen bovengenoemd besluit bij de rechtbank Den Haag.
- Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 4 maart 1999 (kenmerk: SFWON.01/04039/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de president van de rechtbank Den Haag.
Bij brieven van 8 maart 1999 (nrs. 99/1632 en 99/1633) bericht griffier J. Bot van de rechtbank Den Haag dat hij dit beroepschrift en verzoek om voorlopige voorziening ter afhandeling heeft doorgezonden aan de rechtbank van Breda.
- Uitspraak
- Uitspraak nr. 99/391 d.d. 21 april 1999 van mr. M.E.H. Janssen als rechtbank van Breda op bovengenoemd beroepschrift onder punt 11. Deze uitspraak is gevoegd met die van de Karel V stichting, zaaknr. 99/388 (zie punt A12). Dit is in strijd met de wet.
- Uitspraak nr. 99/390 d.d. 21 april 1999 van mr. Van Viegen als president van de rechtbank van Breda op ons bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening onder punt 11. Deze uitspraak is gevoegd met die van de Karel V stichting, zaaknr. 99/387 (zie punt A12). Dit is in strijd met de wet.
WAT IS HIER VERDER MIS.
- V. Mr. M.E.H. Janssen heeft twee beroepschriften gevoegd
uitgesproken zonder toestemming van appellant, zonder hoorzitting. Dit
kan wettelijk niet.
VI. Mr. Van Viegen heeft twee verzoeken om voorlopige voorziening gevoegd uitgesproken zonder toestemming van appellant, zonder hoorzitting. Dit kan wettelijk niet.
VII. Mr. M.E.H. Janssen spreekt als rechtbank eerder uit op ons beroepschrift van 4 maart 1999 dan op ons bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening van 4 maart 1999. Ook dit kan wettelijk niet.
VIII. Door eerder uit te spreken in het beroepschrift dan in bijbehorend verzoek om voorlopige voorziening heeft mr. M.E.H. Janssen de stichting Filips Willem en de Karel V stichting geblokkeerd in zijn hogere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State. Ook dit kan wettelijk nooit.
- Verzet tegen de gevoegde uitspraken nummers 99/388 en 99/391 d.d. 29 mei 1999 (kenmerk: KVS/SFWON/29059/VZ). aan de rechtbank Breda. Dit omdat deze uitspraak op grond van hetgeen mis is, zoals staat beschreven onder I t/m VIII, nooit in stand kan blijven.
- Uitspraak nrs. 99/388 en 99/391 d.d. 17 augustus 1999 van mr. Woerdeman op bovengenoemd verzetschrift. Mr. Woerdeman dekt haar collega's mr. M.E.H. Janssen en mr. Van Viegen af.
- Hoger beroepschrift d.d. 25 september 1999 (kenmerk: KVS/SFWON/25099/HB) tegen de gevoegde uitspraak nummer 99/388 en 99/391 bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit om bevestigt te krijgen dat de rechtbank Breda appellant heeft geblokkeerd in haar hoger beroepsgang bij de Raad van State.
- Uitspraak nr. 199902376/p01 van 5 november 1999 van staatsraad mr. P.J. Boukema, lid van de enkelvoudige kamer, op bovengenoemd Hoger Beroepschrift zonder hoorzitting. In deze uitspraak bevestigt mr. P.J. Boukema dat appellant in haar hoger beroepsgang is geblokkeerd en dekt dat af.
- Verzet tegen uitspraak nr. 199902376/p01 d.d. 10 december 1999 (kenmerk: KVS/SFWON/10129/VZ) aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit omdat deze onrechtmatige besluitvorming nooit in stand kan blijven.
- Uitspraak nr. 199902376/y01 d.d. 14 februari 2000 van mr. P.van Dijk, voorzitter en drs. M.W.M. Vos - van Gortel en mr. J.H.P. Donner van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op bovengenoemd verzetschrift. In deze uitspraak bevestigen bovengenoemde staatsraden dat appellant in haar hoger beroepsgang is geblokkeerd en dekken dat af.
OVER HET JAAR 1997.
A. Karel V Stichting.
- Besluit van 26 februari 1999 (kenmerk: BW 99/55066) van de minister van BZ.
- Subsidie vastgesteld op nihil.
- Voorschot f. 30.471,- teruggevorderd.
- Bezwaarschrift
- Bezwaarschrift d.d. 6 april 1999 (kenmerk: KVS/06049/BZ) tegen bovengenoemd besluit bij de minister van BZ.
- Tevens verzoek om voorlopige voorziening d.d. 6 april 1999 (kenmerk: KVS/06049/BZ/VV) tegen bovengenoemd besluit bij de president van de rechtbank in Den Haag.
Bij brief van 7 april 1999 (nr. 99/2585) bericht griffier J. Bot van de rechtbank Den Haag dat hij dit verzoek om voorlopige voorziening ter afhandeling heeft doorgezonden aan de rechtbank Breda.
- Hoorzitting op 20 mei 1999 bij het ministerie van BZ, inzake behandeling bovengenoemd bezwaarschrift.
- Besluit van 8 juni 1999 (kenmerk: BW 99/70952) van de minister van BZ op bovengenoemd bezwaarschrift.
- Uitspraak nr. 99/573 d.d. 27 april 1999 van mr. Van Viegen als president van de rechtbank Breda op het verzoek om voorlopige voorziening onder punt 2. Mr. van Viegen wijst dit verzoek af omdat de minister van BZ hem heeft bericht dat die lopende de bezwarenprocedure niet tot invordering zal overgaan. Dit alles zonder zitting. Appellant is wel 450 gulden aan griffierecht kwijt. Dit heeft mr. Van Viegen zich onrechtmatig toegeëigend. Hij is dus een grote dief.
- Beroepschrift d.d. 15 juli 1999 (kenmerk: KVS/15079/B) tegen het onder punt 4 genoemde besluit bij de rechtbank van Breda.
- Hoorzitting op 27 maart 2000 bij de rechtbank van Breda, inzake behandeling beroepschrift. De minister van BZ is niet komen opdagen.
- Uitspraak nr. 99/1289 d.d. 27 november 2000 van mr. Janssen als rechtbank van Breda op bovengenoemd beroepschrift. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
- Hoger beroepschrift d.d. 5 januari 2001 (kenmerk: KVS/05011/HB) aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
- Hoorzitting van bovengenoemd hoger beroepschrift heeft op 26 juli 2000 bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State plaatsgevonden onder zaaknummer 200100305/1. Deze zaak is behandeld door staatsraad Ligtelijn.
- Heden heeft staatsraad Ligtelijn van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nog niet beslist op ons hoger beroepschrift onder punt 9. Ik ben benieuwd of er nog enig recht is in Nederland!
B. Stichting Filips-Willem
Stichting Filips Willem subsidie is toegekend. Voor bewijs zie bijgevoegde brief d.d. 1 februari 1999 (kenmerk: BW 99/52123)(zie bijlage). Hoe is het mogelijk. Deze stichting heeft in dit jaar hetzelfde werk verricht als over 1996 en toen was het niet toegekend!
OVER HET JAAR 1998.
A. Karel V Stichting.
- Besluit van 12 april 2000 (kenmerk: BW 2000/62624) van de minister van BZ.
- subsidie vastgesteld op nihil.
- voorschot f. 12.868,- teruggevorderd.
- Bezwaarschrift, tevens verzoek om informatie en klacht, d.d. 15 mei 2000 (kenmerk: KVS/15050/BZ/vi/kl) tegen bovengenoemd besluit bij de minister van BZ. De klacht is nog steeds niet serieus opgepakt.
B. Stichting Filips-Willem.
- Besluit van 12 april 2000 (kenmerk BW 2000/62623) van de minister van BZ.
- subsidie vastgesteld op nihil
- voorschot f.10.048,- teruggevorderd.
- Bezwaarschrift tevens verzoek om informatie en klacht, d.d. 16 mei 2000 (kenmerk: SFWON/16050/bz/vi/kl) tegen bovengenoemd besluit bij de minister van BZ. De klacht is nog steeds niet serieus opgepakt.
HET FOK
- Besluit van 14 oktober 1998 (kenmerk: BW 98/U53187) van minister van BZ, waarbij de minister een afschrift van de jaarrekening over het boekjaar 1997 van appellant aan het FOK heeft verstrekt.
- Bezwaarschrift d.d. 20 november 1998 (kenmerk: FWON/20118/BZ) tegen bovengenoemd besluit bij de minister van BZ.
- Hoorzitting op 13 januari 1999 bij het ministerie van BZ, inzake behandeling bovengenoemd bezwaarschrift.
- Besluit van 25 januari 1999 (kenmerk: BW 98/59222) van de minister van BZ op bovengenoemd bezwaarschrift. Het bezwaar wordt ongegrond verklaard.
- Beroepschrift d.d. 4 maart 1999 (kenmerk: KVS/FOK/04039/B) tegen bovengenoemd besluit bij de rechtbank van Den Haag. Bij brief van 17 maart 1999 (nr. 99/1886) bericht de griffier van de rechtbank Den Haag dat hij dit beroepschrift ter afhandeling heeft doorgezonden aan de rechtbank te Breda.
- Hoorzitting op 27 maart 2000 bij de rechtbank Breda, inzake behandeling van bovengenoemd beroepschrift. Zowel de minister van BZ, als wel het FOK zijn niet komen opdagen.
- Uitspraak 99/648 van 4 mei 12000 van mr. Janssen als rechtbank van Breda op bovengenoemd beroepschrift onder punt 6. Het beroepschrift is ongegrond verklaard.
- Hoger beroepschrift d.d. 25 juni 2000 (kenmerk: KVS/FOK/25060/HB) tegen bovengenoemde uitspraak 99/648 bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
- Hoorzitting op 8 december 2000 bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
- Uitspraaknr. 200003071/1 van 26 februari 2001 van staatsraad mr. Loeb, lid enkelvoudige kamer, op bovengenoemd hoger beroepschrift. In deze uitspraak bevestigt staatsraad mr. Loeb de aangevallen uitspraak.
Het FOK is weer niet komen opdagen. Staatsraad mr. Loeb heeft dat ook niet geëist ondanks mijn nadrukkelijk verzoek daarom.
WAT IS HIER MIS.
Het FOK blijkt niet meer dan een 'Postbus' te zijn. Ondanks dat heeft
Staatsraad mr. Loeb van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State in hoger beroep uitgesproken dat het FOK valt onder de term
"eenieder". Ongelooflijk maar waar!
(zie het onthullend artikel uit 'De Bastaardkinderen van de Anne Frank Stichting' red.)
CONCLUSIE.
- De totale invordering bedraagt f.53.795,- over 1996 + f. 30.471,-
over 1997 en 24.916,- over 1998.
Dit is totaal 109.182,-.
Bovengenoemde onrechtmatige handelwijze van de minister van BZ heeft de
Nederlandse gemeenschappen vanwege alle bovengenoemde de gevoerde
procedures tenminste 500.000,- gulden gekost. Dit is het gevolg van het
feit dat de minister van BZ tot op heden hierover nooit met Tweede
kamerlid Hendriks heeft willen praten, ondanks zijn vele verzoeken
daarom.
Met name accountant D. Meijer en het hoofd van de Afdeling Bestuur en
Wetgeving A.Ch.M. Rijnen hebben hier een zeer kwalijke rol gespeeld.
Kan Twee Vandaag voor een dergelijk gesprek met de minister van BZ zorgen. Voormalig Tweede kamerlid Hendriks zal hen daar zeer dankbaar voor zijn.
- De rechtspraak bij zowel de rechtbank in Den Haag, als wel de rechtbank in Breda, dan wel de Raad van State functioneert in zijn geheel niet. Het zijn politieke rechtbanken. Hopelijk brengt Twee Vandaag met deze uitzending over voormalig Tweede kamerlid Hendriks hierin verbetering.
- Wie ontmaskert het FOK?
Hopelijk zorgt Twee Vandaag hiervoor.
SLOTCONCLUSIE.
De heer Th.J.M. Hendriks heeft als echte volksvertegenwoordiger van de Tweede kamer baanbrekend werk verricht tegen de partijpolitieke collusie, belangenverstrengeling en corruptie.
Hij verdient hiervoor een standbeeld!
Met vriendelijke groeten,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Voor deze
Bijlage: Besluit van 1 februari 1999, kenmerk: BW 99/52125, van de minister van BZ. (2 pagina's).