Vertaal deze pagina naar:

VANAF 1 JANUARI 2024 WORDT DE WERELDVREDE INGELUID EN DIENEN DE "TIEN GEBODEN VAN GOD" ALS DE ENIGE GRONDWET IN ALLE LANDEN VAN DE WERELD TE WORDEN NAGELEEFD TOT IN DE EEUWIGHEID.

28-12-2023

Twaalf Apostelen - Wereldgeschiedenis in Twaalf Bladzijden wordt de redding van de Wereld.

Tip: Download, lees en bestudeer deze PDF en deel de PDF en dit artikel met iedereen die U kent.

Voor de oorzaak van dit alles lees "De Goddelijke Waarheid" in ons artikel vanaf 1815-heden:

De hele wereld houdt elkaar door afpersing, onderdrukking, beroving, misleiding, afleiding, leugens, chantage, omkoping, status, macht, geld en door satanisch ritueel misbruik nog steeds in een wurggreep!

TIEN GEBODEN VAN GOD

VANAF 1 JANUARI 2024 WORDT DE WERELDVREDE INGELUID EN DIENEN DE "TIEN GEBODEN VAN GOD" ALS DE ENIGE GRONDWET IN ALLE LANDEN VAN DE WERELD TE WORDEN NAGELEEFD TOT IN DE EEUWIGHEID.

Jezus Christus de eniggeboren Zoon van God heeft beslist dat vanaf 15 december 2023 in alle landen van de wereld de "Tien geboden van God" de Grondwet is die door alle wereldbewoners op aarde moet worden nageleefd.

Dit betekent dat het doden (vermoorden, vergiftigen) van mensen over de gehele wereld vanaf 15 december 2023 moet worden gestopt en het stoppen ervan in de eeuwigheid zal moeten blijven voortduren. Lees in het onderstaande artikel wat er aan vooraf is gegaan.

Twaalf Apostelen - Wereldgeschiedenis in Twaalf Bladzijden wordt de redding van de Wereld.

Tip: Download, lees en bestudeer de onderstaande PDF en deel dit artikel met iedereen die U kent.

Voor de oorzaak van dit alles lees "De Goddelijke Waarheid" vanaf 1815-heden in de onderstaande PDF.

JEZUS CHRISTUS DE ENIGGEBOREN ZOON VAN GOD HEEFT BESLIST DAT VANAF 15 DECEMBER 2023 IN ALLE LANDEN VAN DE WERELD DE "TIEN GEBODEN VAN GOD" DE GRONDWET IS EN TOT IN DE EEUWIGHEID DE GRONDWET ZAL BLIJVEN.

Paus Franciscus is vanaf 15 december 2023 de
"Plaatsbekleder van Jezus Christus op Aarde".

Voor de oorzaak van dit alles lees "De Goddelijke Waarheid" vanaf 1815-heden hieronder:

Gebeurtenissen in Duitsland en betrokken landen vanaf 1815 tot 25 december 2023

Beknopte weergave van de meest belangrijkste gebeurtenissen

De Duitse Bond (Duits: Deutscher Bund) of Duitse Confederatie was een statenbond met federale elementen. De leden waren ruim 40 Duitse staten. Enkele staatshoofden waren niet-Duitse vorsten, onder andere de Engelse koning die tot 1837 ook koning van Hannover was. Oostenrijk en Pruisen, twee grote Europese machten, lagen deels buiten de grenzen van de Bond. De Duitse Bond ontstond voor en tijdens het Congres van Wenen met de Bondsakte van 8 juni 1815. De Bond werd weer ontbonden na de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866), nadat Pruisen en zijn bondgenoten de Bond hadden verlaten en de oorlog gewonnen. Een hervorming van de Bond was ondanks meerdere serieuze pogingen niet tot stand gekomen. Na de oorlog richtte Pruisen met zijn bondgenoten een federale staat op, de Noord-Duitse Bond. De Duitse Bond had maar één orgaan, de Bondsdag. De regeringen van de lidstaten stuurden ieder een Gesandter naar de Bondsdag die de besluiten nam. Het Oostenrijkse bondsdaglid was de voorzitter en leidde de zaken. De Bond had geen staatshoofd, alhoewel Oostenrijk als Präsidialmacht werd gezien.

De 41 aangesloten lidstaten zijn:

 ("1") Oostenrijk (zonder Galicië-Lodomerië, Hongarije, Transsylvanië, Boekovina, Dalmatië en Kroatië-Slavonië); ("2") Pruisen (zonder Posen, Oost-Pruisen en West-Pruisen); ("3") Beieren; ("4") Saksen; ("5"); Hannover; ("6") Württemberg; ("7") Baden; ("8") Hessen-Kassel; ("9") Hessen-Darmstadt; ("10") Holstein, ("11") Luxemburg (in personele unie met Nederland); ("12") Limburg (sinds 1839, tegelijkertijd in personele unie met Nederland); ("13") Brunswijk; ("14") Mecklenburg-Schwerin; ("15") Nassau; ("16") Saksen-Weimar-Eisenach; ("17") Saksen-Gotha-Altenburg (tot 1825); ("18") Saksen-Coburg-Saalfeld (sinds 1826 Saksen-Coburg en Gotha); ("19") Saksen-Meiningen; ("20") Saksen-Hildburghausen (sinds 1826 Saksen-Altenburg); ("21") Mecklenburg-Strelitz; ("22") Oldenburg; ("23") Anhalt-Dessau (sinds 1863 Anhalt); ("24") Anhalt-Bernburg (tot 1863); ("25") Anhalt-Köthen (tot 1847); ("26") Schwarzburg-Rudolstadt; ("27") Schwarzburg-Sondershausen, ("28") Hohenzollern-Hechingen (tot 1849); ("29") Liechtenstein; ("30") Hohenzollern-Sigmaringen (tot 1849); ("31") Waldeck-Pyrmont; ("32") Reuss oudere linie; ("33") Reuss jongere linie; ("34") Schaumburg-Lippe; ("35") Lippe; ("36") Hessen-Homburg (sinds 1817); ("37") Lauenburg; ("38") Lübeck; ("39") Frankfort; ("40") Bremen; ("41") Hamburg. 

("A") Belangrijk daarin is het volgende: 

Deze Bondsakte is ook ondertekend door de koning George III (1760-1820) van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland van het Huis Hannover, opgevolgd door de volgende koningen George IV (1820-1830), Willem IV (1830-1837) en koningin Victoria (1837- 1901). 

Duitse keizer en koning Wilhelm II van Pruisen was een kleinzoon van de Britse koningin Victoria en was verwant aan vele monarchen en prinsen van Europa. Hij werd gekroond in 1888, ontsloeg in 1890 Otto von Bismarck, die al sinds 1871 rijkskanselier was maar in Wilhelms ogen niet volgzaam genoeg was, en wilde van Duitsland, dat aan het eind van de 19e eeuw al een dominante positie op het continent had, een nog grotere mogendheid maken. Om dat te bewerkstelligen is Wilhelm II in 1966 begonnen met de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog die ook in 1966 is beëindigd.

("B") Belangrijk daarin is het volgende: 

Het koninkrijk Hannover (Duits: Königreich Hannover) was een Duitse staat die bestond van 1814 tot 1866. Het land was lid van de Duitse Bond. Tot 1837 werd Hannover vanuit Londen in personele unie met het Verenigd Koninkrijk geregeerd. In 1837 viel Hannover aan een jongere zijtak van de Hannoverse dynastie. De hoofdstad en het hof waren gevestigd in Hannover

Wilhelm II was een kleinzoon van koningin Victoria (1837- 1901) van Groot-Brittannië en Ierland van Huis Hannover. Het Huis Hannover werd op 20 september 1866 geannexeerd door Pruisen. Dit betekent dat koningin Victoria het Verenigd Koninkrijk (waaronder Ierland) al vanaf 20 september 1866 regeert onder directe aansturing van de opvolgende keizers Wilhelm I, Frederik III en Wilhelm II van Duitsland was.

De term Anglicaanse Kerk (van het Middenlatijnse anglicanus, 'Engels') wijst in Europese context meestal op de Kerk van Engeland (Church of England), officieel de Episcopaalse Kerk van Engeland. De kerk werd geboren uit de missieactiviteiten van Romeinse militairen en kooplieden en was aanvankelijk met de wereldkerk van Rome verbonden tot er in 1534 een schisma tot stand kwam door Hendrik VIII. Anno 2022 bestaan er vele anglicaanse kerken wereldwijd, die zijn verbonden in de Anglicaanse Gemeenschap. In 1533 legt Hendrik de Act of Supremacy voor aan het parlement. Hiermee wordt aan het parlement gevraagd om Hendrik hoofd van de kerk te maken en hiermee te erkennen dat de koning van Engeland de man is die de meeste macht had op aarde, direct onder God en daarmee ook het hoofd van de Kerk van Engeland. Als eerste maatregel van het nieuwe kerkhoofd werd een meer liberale huwelijkswetgeving afgekondigd. Daarna werden de kloosterorden ontbonden en Hendrik verplichtte de monniken om de daken van de kerken en kloosters te verwijderen, zodat ze al spoedig in staat van verval verkeerden. Hendrik confisqueerde de goederen van de Katholieke Kerk en die van de kloosters en congregaties. De opbrengsten waren voor de Engelse kroon en voor zijn naaste medewerkers. De afkeer die vele Engelsen hadden van Rome speelde hem bij dit alles in de kaart. Eén jaar later, in 1534 wordt de Act of Supremacy aangenomen, waarmee de Anglicaanse Kerk als zelfstandig instituut ontstond. Daarmee is vanaf 1534 de koning van Engeland als hoofd van de Anglicaanse Kerk, direct onder God degene met de meeste macht op aarde. Dit betekent dat na annexatie van Huis Hannover op 20 september 1866 door Pruisen, daarmee de opvolgende Pruisische keizers Wilhelm I, Frederik III en Wilhelm II van Duitsland vanaf die datum -- vanaf koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk (zijnde Engeland, Schotland, Wales en Ierland) tot en met huidig koning Charles III – boven de koningen (en premiers) van Engeland, Schotland, Wales en Ierland zijn komen te staan en daarmee boven de Alvader (God). Met de komst van Jezus op 25 december 2023 is die periode voorbij.

Nederland, België, Luxemburg en Limburg in 1839

Blauw is de grens van de Duitse Bond.

1, 2 en 3: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (tot 1830).

1 en 2: Koninkrijk der Nederlanden (sinds 1830) 2 Hertogdom Limburg (in 1839 bij de Duitse Bond ter compensatie voor Waals-Luxemburg).

3 en 4: Koninkrijk België (sinds 1830).

4 en 5: Groothertogdom Luxemburg (grenzen tot 1830).

4: Provincie Luxemburg (Waals-Luxemburg, in 1839 bij België).

5: Groothertogdom Luxemburg (Duits-Luxemburg; grenzen sinds 1839).


("C") Belangrijk daarin is het volgende: 

Deze Bondsakte is ook ondertekend door Luxemburg (in personele unie met Nederland) door de Nederlandse koning Willem I van het Huis Orange-Nassau (1815-1840), opgevolgd door de volgende koningen Willem II (1840-1849) en Willem III (1849-1890)

Het Huis van Orange-Nassau is op 23 november 1890 met het overlijden van koning Willem III in mannelijke lijn met Koning Willem III der Nederlanden uitgestorven. Volgens de Grondwet van toen betekent dit dat daarmee de Monarchie in Nederland vanaf 1890 is uitgestorven.

("D") Belangrijk daarin is het volgende: 

Deze Bondsakte is ook ondertekend door het Hertogdom Nassau dat in Duitsland is gelegen en niet in Nederland. Het Hertogdom Nassau (Duits: Herzogtum Nassau) was een Duitse staat die bestond van 1806 tot 1866. Nassau was van 1806 tot 1813 lid van de Rijnbond, vanaf 1815 behoorde het tot de Duitse Bond. Het land werd geregeerd door de Walramse Linie van het Huis Nassau. De hoofdstad was Wiesbaden, het hof was gevestigd in Biebrich. De staat werd op 30 augustus 1806 door Napoleon Bonaparte samengesteld uit Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg, twee landen die op 17 juli van datzelfde jaar waren toegetreden tot de Rijnbond, en enige gebieden die aan het huis Huis Orange Nassau hadden toebehoord. De vorst van Nassau-Usingen, Frederik August, had als hoofd van de oudere linie hierbij de titel van hertog ontvangen en regeerde sinds de vereniging samen met vorst Frederik Willem van Nassau-Weilburg. Beiden hadden hiermee ingestemd. Hierbij ontstond ook een verenigd Nassaus leger, dat vrijelijk ter beschikking van de Franse keizer stond. Frederik Willem en Frederik August regeerden op progressieve wijze. Zij schaften in 1808 de lijfeigenschap af, voerden in 1810 vrijheid van vestiging in, vaardigden in 1811 een op gelijkheid van heffing gebaseerde belastingwet uit, bepaalden dat alle burgers gelijk waren voor de wet en schonken hun land op 1 en 2 september 1814 als eerste Duitse vorsten een constitutie die voorzag in een landdag. De voormalige Oranje-Nassause bezittingen moesten in 1813 en 1814 weer deels worden afgestaan. Het hertogdom trad in 1815 toe tot de Duitse Bond. Op 31 mei van dat jaar, op het congres van Wenen werd een verdrag met het koninkrijk Pruisen gesloten, waarin Nassau enige gebieden afstond in ruil voor het voorheen aan Oranje-Nassau toebehorende Dietz, Hadamar, Dillenburg en Beilstein. Frederik Willem stierf op 9 januari 1816 en werd opgevolgd door zijn zoon Willem. Deze kreeg het hertogdom alleen in handen nadat Frederik August op 24 maart van datzelfde jaar was gestorven zonder zoons na te laten. Hij raakte met zijn regering onder baron Marrchal von Bieberstein al snel in conflict over de domeinen, een slepende kwestie die pas in 1837 werd opgelost. Nassau trad op 1 januari 1837 toe tot de Zollverein. Willems opvolger, de op conservatieve wijze regerende Adolf, zag zich in het revolutiejaar 1848 gedwongen een Kamer van Afgevaardigden met algemeen kiesrecht in te voeren. Hij zette zijn regering op meer liberale wijze voort, maar herzag zijn beleid later weer in reactionaire zin. De regering schafte in 1851 de grondrechten af, stelde de grondwet buiten werking en introduceerde een nieuwe kieswet. In de jaren 1860 wonnen de liberalen aan invloed, maar zij wisten geen veranderingen te bewerkstelligen. Adolf zich in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 tegen Pruisen, een stap die zijn land fataal werd. Nassau werd door Pruisische troepen bezet en op 8 oktober 1866 formeel geannexeerd.

Als gevolg van deze Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 is geheel Nederland vanaf 8 oktober 1866 door de Pruisische troepen geannexeerd. Om inmenging van Rusland of Frankrijk in het conflict met Oostenrijk te voorkomen was Otto von Bismarck ook gebaat bij een snelle vrede met Oostenrijk. De onderhandelingen leidden op 23 augustus 1866 tot het Verdrag van Praag waarbij de Duitse Bond werd ontbonden en tot de annexatie door Pruisen van Sleeswijk-Holstein, Hannover, Hessen-Kassel, Nassau en Frankfort. In dit Verdrag van Praag waarbij Rusland of Frankrijk geen partij en is daarom niet mede namens hen ondertekend. Alle oorlogen vanaf 8 oktober 1966 met Rusland (waaronder de huidige Oekraïne Oorlog) en Frankrijk zijn hiervan het gevolg. Otto von Bismarck was vanaf 1862 tot 1890 minister-president van Pruisen en vanaf 8 oktober 1866 tot 1890 ook van Nederland als gevolg van de annexatie van het hertogdom Nassau. Dit werd beëindigd op 23 november 1890 met het overlijden van koning Willem III in mannelijke lijn met Koning Willem III der Nederlanden uitgestorven.

In 1867 werd door Pruisen de Noord-Duitse Bond opgericht die uit alle Duitse staten, behalve de groothertogdommen Baden en Hessen-Darmstadt, de koninkrijken Beieren en Württemberg, het keizerrijk Oostenrijk, het vorstendom Liechtenstein, Luxemburg en Limburg bestond en voorafging aan het Duitse Keizerrijk van 1871. Als gevolg van het (via het Huis Nassau) vanaf 8 oktober 1868 geannexeerde Nederland maakten Luxemburg en Limburg ook onderdeel uit van deze in 1867 opgerichte Noord-Duitse Bond door Pruisen. Dit betekent dat Otto von Bismarck op deze wijze vanaf 1867 ook minister-president van Luxemburg en Limburg was onder keizer Willem I van Duitsland. In 1890 werd Otto von Bismarck opzijgezet door de nieuwe keizer Wilhelm II. van Duitsland. Dit betekent dat koning Wilhelm II van Duitsland van Pruisen al vanaf 1890 niet alleen de keizer van Duitsland was maar ook keizer was van het vanaf 8 oktober 1868 geannexeerde Nederland, waaronder Luxemburg en Limburg.

Als gevolg van nauwe samenwerking tussen bondskanselier Otto von Bismarck (1867-1871) en een nationaal-liberaal-conservatieve meerderheid in de Rijksdag (het parlement) ontstonden liberale wetten die de economische en juridische eenwording bevorderden.

De Noord-Duitse Bond bestond maar drie jaar en wordt vaak alleen als voorgeschiedenis van het Duitse Keizerrijk gezien. Tot de oorlog in 1870 was het wel heel onzeker of de Zuid-Duitse staten zich zouden aansluiten. Die aansluiting gebeurde op 1 januari 1871 met een nieuwe grondwet van de Noord-Duitse Bond, de Verfassung des Deutschen Bundes (niet te verwarren met de Deutscher Bund van 1815). De grondwet hernoemde de staat al naar Deutsches Reich.

In de Frans-Duitse Oorlog (1870/1871) streden de Zuid-Duitse staten wel mee aan Pruisische zijde tegen Frankrijk. Bismarck greep deze kans aan om uiteindelijk een Klein-Duitse vereniging te bewerkstelligen.

Op 18 januari 1871 vond de Reichsgründung (de oprichting van het keizerrijk) plaats: in de Spiegelzaal van het Kasteel van Versailles werd Wilhelm I van Pruisen door de Duitse vorsten tot Duits keizer uitgeroepen. Niet alles was hierbij van een leien dakje verlopen: Wilhelm aanvaardde de keizerlijke waardigheid slechts met tegenzin en de Beierse koning Lodewijk II was slechts na omkoping tot toetreden bereid gebleken.

Staatshoofd, met de titel 'keizer', was de koning van Pruisen uit het Huis Hohenzollern. Bij de oprichting van het keizerrijk was dit Wilhelm I. Deze had het recht de Rijksregering te benoemen en af te zetten, de Bondsraad - bestaande uit 58 afgevaardigden van de Duitse staten - en de Rijksdag - met 382 (sinds 1873: 397) leden - bijeen te roepen en heen te zenden, internationale verdragen te sluiten, te bepalen over oorlog en vrede en had het opperbevel over het leger. In de Zuid-Duitse staten voerden in vredestijd de plaatselijke monarchen echter het opperbevel. Voor Nederland, Luxemburg en Limburg waren dat koning Willem I van het Huis Orange-Nassau (1815-1840), opgevolgd door de volgende koningen Willem II (1840-1849) en Willem III (1849-1890) onder de opvolgende keizers van het Duitse Keizerrijk.

Nederland, België, Luxemburg en Limburg in 1839

Blauw is de grens van de Duitse Bond.

1, 2 en 3: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (tot 1830).

1 en 2: Koninkrijk der Nederlanden (sinds 1830).

2: Hertogdom Limburg (in 1839 bij de Duitse Bond ter compensatie voor Waals-Luxemburg).

3 en 4: Koninkrijk België (sinds 1830).

4 en 5: Groothertogdom Luxemburg (grenzen tot 1830).

4: Provincie Luxemburg (Waals-Luxemburg, in 1839 bij België).

5: Groothertogdom Luxemburg (Duits-Luxemburg; grenzen sinds 1839).

Het Huis Hohenzollern heeft op deze wijze als 'keizer' van Duitse Keizerrijk vanaf 1890 ook het 'Keizerschap' over het huidige Engeland, Wales, Schotland, Ulster, Ierland en Nederland en Luxemburg (uitgezonderd het Koninkrijk België (3 en 4) dat als gevolg van het sinds het op 19 april 1839 gesloten verdrag van Londen soeverein is gebleven. Daarmee is het Koninkrijk België (3 en 4) tot op de dag van vandaag (25 december 2023) -- dank zij het "politieke testament" van Koning Leopold III van 25 januari 1944 -- nog het enige "soevereine land" in de wereld.

Het zijn de "sociaal-liberale" krachten vanuit Nederland (waaronder met name Luxemburg en Limburg) geweest die ervoor hebben gezorgd dat een aantal ministers van de Belgische Regering-Pierlot IV (KP/EVP - BWP/S&D LP/ALDE) onder aansturing van de Rooms-Katholieke premier Hubert Pierlot (KP/cd&v/cdH/EVP) na een kort verblijf in Frankrijk naar Londen vertrokken, samen met onder meer de volgende bestuurlijk verantwoordelijke ministers Paul-Henri Spaak (BWP/ Vooruit/PS/SP/S&D) van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Paul-Emile Janson (LP/Open Vld/MR/ ALDE) van Justitie (een oom van Paul-Henri Spaak) waar ze zich op 22 oktober 1940 hebben gevoegd bij de "ongrondwettige" koningin Wilhelmina (en haar kabinet) onder dictatoriale aansturing van Duitse keizer en koning Wilhelm II van Pruisen, bijgestaan door zijn opvolger Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld vanuit Huis Doorn gelegen in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen).

Nassau werd door Pruisische troepen bezet en op 8 oktober 1866 formeel geannexeerd. Daarna vormde het samen met Hessen-Homburg en Frankfurt am Main het Regierungsbezirk Wiesbaden in de nieuwe Pruisische provincie Hessen-Nassau. Dit betekent dat Nederland vanaf 8 oktober 1866 is bezet door de Pruisische troepen onder de opvolgende koningen van Pruisen en keizers van Duitsland Frederik III (1831-1888), Wilhelm I (1888), en Wilhelm II (1988 tot zijn overlijden op 4 juni 1941 in huis Doorn).

Keizer Wilhelm II van het Duitse Keizerrijk (1988 tot zijn overlijden op 4 juni 1941 in huis Doorn) – waartoe ook Engeland, Schotland, Wales, Ierland, Luxemburg en Nederlands Limburg behoorden – heeft met behulp van zijn opvolger Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld en buitengewoon gezant van Nederland in België Maurits van Vollenhoven (telg uit het geslacht Van Vollenhoven waar ook Pieter van Vollenhoven deel van uitmaakt) het volgende weten te bewerkstelligen.

De troonsafstand van Wilhelm II als Duitse keizer en koning van Pruisen werd op 9 november 1918 uitgeroepen door bondskanselier Maximiliaan van Baden; het werd formeel bevestigd door een schriftelijke verklaring van Wilhelm op 28 november 1918, afgelegd tijdens zijn verblijf in Amerongen in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) in Nederland.

Het Duitse Keizerrijk onder keizer Wilhelm II van Duitsland en koning van Pruisen heeft op deze wijze met behulp van zijn opvolger Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld, als gevolg van zijn huwelijk met de "ongrondwettige" koningin Juliana, die zit verbonden aan het huis Oranje-Nassau, dat al vanaf 23 november 1890 met het overlijden van koning Willem III in mannelijke lijn met Koning Willem III der Nederlanden is uitgestorven, in gang gezet. Volgens de Grondwet van toen betekent dit dat daarmee de Monarchie in Nederland vanaf 1890 is uitgestorven. Dat ook vanuit het Huis Nassau al vanaf 1867 niet meer bestaat omdat enig erfopvolger Adolf middels het sluiten van een verdrag van 15 miljoen gulden in 1867 afstand heeft gedaan, wat betekent dat koning Willem III van het Huis Orange-Nassau (1849-1890) vanaf 1876 tot aan zijn overlijden op 23 november 1890 een "Ongrondwettige Koning" van het vanaf die tijd "Niet Bestaande Nederland" is geweest.

Om het Duitse Keizerrijk onder keizer Wilhelm II van Duitsland en koning van Pruisen vanuit 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) te kunnen blijven voortzetten moesten er eerst een aantal "vervalsingen' in de officiële akten van Prins Bernard worden gerealiseerd. Dit kon namelijk alleen als betreffende opvolger "prins" was van een prinsdom (vorstendom) in het koninkrijk Pruisen en zou gaan trouwen met prinses Juliana (die voor 10 november 1918 was geboren) waaraan met dat huwelijk de titel van "prinses" van betreffend prinsdom (vorstendom) in het koninkrijk Pruisen zou worden verbonden. Al direct na zijn geboorte werd Bernhard door Duits keizer en koning Wilhelm II van Pruisen daarvoor al geschikt gemaakt. Bernhard werd geboren in het groothertogdom Saksen-Weimar-Eisenach. Volgens zijn geboorteakte is dat op 28 juni 1911 om 02.45 uur. Bernhards moeder heeft altijd aangegeven dat dit een foutieve vermelding is. Hij vierde zijn hele leven zijn verjaardag op 29 juni, de datum die in zijn naturalisatie- en trouwakte staat. Op 1 juli 1911 verzocht Bernhard senior per brief aan zijn broer Leopold om peetoom te worden van zijn oudste zoon. "Als je", zo schreef hij, "ons dat plezier wilt doen, dan zal hij jouw naam als dubbelnaam krijgen". Leopold stemde toe en op 18 juli 1911 gaf het departement van Justitie in Weimar toestemming om de voornaam Leopold twee plaatsen naar voren te schuiven, zodat hij op 27 oktober 1911 de namen kreeg van Bernhard Leopold Friedrich Eberhard Julius Kurt Carl Gottfried Peter Graf von Biesterfeld.

Zijn geslachtsnaam Graf von Biesterfeld bleek sinds 30 juni 1911 op de geboorteakte ingevuld te zijn bij zijn voornamen, iets dat niet geoorloofd is. Op 27 oktober 1911 werd een en ander officieel rechtgezet. Hier is dan ook onmiskenbaar sprake van het achteraf "vervalsen" van de geboorteakte van Bernhard (bron). Bernhard was de zoon van Bernhard van Lippe (1872-1934). Hij was een zoon van Ernst van Lippe-Biesterfeld, regent van het vorstendom Lippe en Karoline von Wartensleben. Zijn broer Leopold werd in 1905 vorst van Lippe, als Leopold IV. De heerlijkheid Lippe was van de 12e eeuw tot de verheffing tot graafschap in 1528 een heerlijkheid in het Heilige Roomse Rijk. Deze verleende aan Bernhards vrouw Armgard von Cramm op 8 februari 1909 vóór hun morganatische huwelijk de titel Gräfin von Biesterfeld (deze titel overgaand op hun eventuele kinderen). Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog op 24 februari 1916 verhief de vorst, Armgard en haar twee zonen tot Prinz(essin) zur Lippe-Biesterfeld.

Bij datzelfde decreet werd door de vorst bepaald dat de zonen opvolgingsrechten kregen op de troon van Lippe, weliswaar na alle leden van de hoofdtak van het Huis, maar voor de leden van de zijtak Lippe-Weissenfeld. Daarmee werd ten tijde van de Eerste Wereldoorlog een nieuwe zijtak van het Lippische vorstenhuis gecreëerd (bron). Bernhards familie had goede contacten met de familie Von der Goltz, die tot de entourage van Duits keizer en koning Wilhelm II van Pruisen behoorde. In 1935 bezocht Bernhard minimaal tweemaal Duits keizer en koning Wilhelm II van Pruisen en zijn vrouw Hermine Reuss in Huis Doorn in 't Sticht Utrecht. In november 1935 ging hij samen met mevrouw Von der Goltz op bezoek bij de Nederlandse Gezant in Parijs John Loudon. Aan Loudon vroeg hij hoe hij zich kon laten introduceren bij Wilhelmina en Juliana. Van zijn tante Anna kreeg hij informatie dat Juliana en Wilhelmina van plan waren om de Olympische Winterspelen in Garmisch-Partenkirchen te bezoeken en net over de grens zouden logeren in Oostenrijk. Bernhard reisde spoorslags af naar Garmisch-Partenkirchen en legde op 11 februari 1936 in het Oostenrijkse Igls een bezoek af aan Juliana en Wilhelmina onder het voorwendsel dat zijn vader Juliana's vader prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin gekend had. Via mevrouw

1936-2018 10-11-1918 1918-1960 Von der Goltz heeft Bernhard een introductiebrief gekregen. De prins viel zowel bij Juliana als bij haar moeder en de meegereisde hofhouding in de smaak. Wilhelmina won daarop informatie in bij Duitse familieleden en de Nederlandse ambassade in Berlijn. Hermine Reuss (die in 1922 is hertrouwd met Duits keizer en koning Wilhelm II van Pruisen in Doorn) vroeg Wilhelmina's schoonfamilie een positief advies uit te brengen. Daarop besloot Wilhelmina door te gaan met Bernhard. Nadien ontmoetten Juliana en Bernhard elkaar met Pasen en Pinksteren in Paleis Het Loo. De daarop volgende ontmoeting vond plaats op 11 juli 1936, eveneens in Paleis Het Loo. Bernhard vroeg toen Juliana - vergeefs - ten huwelijk. Juliana vond dat ze elkaar nog te kort kenden. Een nieuwe ontmoeting werd een maand later in Zwitserland belegd om het huwelijkscontract te regelen. Juliana ging er op 15 augustus 1936 akkoord met een verloving. Die werd geheim gehouden en afgesproken werd dat Bernhard naar Nederland zou komen om drie maanden lang de Nederlandse taal en cultuur te leren kennen. Juliana en Bernhard zouden dan de gelegenheid krijgen elkaar nader te leren kennen. Op 8 september 1936 werd de verloving bekendgemaakt. In totaal hadden Juliana en Bernhard elkaar toen zo'n veertien dagen gezien, verdeeld over vijf ontmoetingen.

Bernhard bracht op 17 november 1936, vlak voor zijn definitieve vertrek naar Nederland, onder begeleiding van de Nederlandse gezant een kort bezoek aan Adolf Hitler. Op 24 november 1936 kreeg Bernhard het Nederlands staatsburgerschap. Bij de naturalisatiewet werden zijn Nederlandse voor- en geslachtsnamen vastgesteld. Direct daarna op 4 december 1936 kwam de benoeming tot luitenant-ter-zee der eerste klasse à la suite bij de Koninklijke Marine en ritmeester (kapitein) à la suite bij de Koninklijke Landmacht. Tevens werd hem de titulaire rang verleend van ritmeester bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (bron). Dit betekent dat Bernhard al vóór zijn huwelijk met Juliana als eerste luitenant-ter-zee, als kapitein bij de Koninklijke Landmacht en als kapitein bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger aan het Militaire Huis van Duits keizer en koning Wilhelm II van Pruisen vanuit 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijssel, Drenthe en de Stad Groningen) werd toegevoegd. Op 7 januari 1937 (ruim een maand daarna) trouwde Bernhard met Juliana waarmee benevens Bernard ook Juliana de titel heeft gekregen van prins/prinses van Lippe-Biesterfeld, als ook de daaruit voortgekomen kinderen Beatrix (1938), Irene (1939), Margriet (1943) en Christina (1947-2019)(bron).

Met deze voorkennis ging met de hulp van buitengewoon gezant van Nederland in België Maurits van Vollenhoven (telg uit het geslacht Van Vollenhoven waar ook Pieter van Vollenhoven deel van uitmaakt) de Duitse keizer en koning Wilhelm II van Pruisen op 10 november 1918 vanuit het Duitse hoofdkwartier in België, de stad Spa, naar Nederland. Wilhelm II van Pruisen ging met toestemming van Limburgs Gouverneur Charles de Brouckère (was orangist en advocaat in Brugge) bij Eijsden in Limburg de grens over naar Nederland.

Limburgs Gouverneur Charles de Brouckère werkte voor de Belgische onafhankelijkheid als bankbediende in Maastricht en van 1820 tot 1824 was hij divisiehoofd van de provinciale administratie van de provincie Limburg. Van 1819 tot 1820 was hij als artillerieluitenant eveneens actief in het leger van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Vervolgens begon de Brouckère aan een politieke loopbaan en zetelde van 1824 tot 1826 in de Provinciale Staten van Limburg. Van 1826 tot aan de uitroeping van de Belgische onafhankelijkheid in 1830 zetelde hij in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar hij zich als oppositioneel verzette tegen het beleid van koning Willem I der Nederlanden.

Bij de Belgische Revolutie werd De Brouckère benoemd tot militair commandant van de provincies Luik en Limburg en oefende dit uit van oktober tot december 1830. In 1830 was hij tevens lid van de commissie die de Belgische grondwet moest opstellen en waar hij ijverde voor de afschaffing van alle aristocratische privileges. Van 1830 tot 1831 zetelde hij voor het arrondissement Hasselt in het Nationaal Congres. Van december 1830 tot februari 1831 was hij bovendien administrateur-generaal van het Comité van Financiën van het Voorlopig Bewind.

Na de ontbinding van het Nationaal Congres zetelde hij als vertegenwoordiger van de liberalen van 1831 tot 1832, van 1848 tot 1856 en van 1857 tot 1860 voor het arrondissement Brussel in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Van 1831 tot 1832 had hij bovendien ook een ministeriële loopbaan: van februari tot april 1831 was hij minister van Financiën, in augustus 1831 minister van Binnenlandse Zaken en van augustus 1831 tot maart 1832 minister van Oorlog.

Van augustus 1831 tot 1833 was hij als artilleriekolonel eveneens vleugeladjudant van koning Leopold I. Op academisch vlak was hij professor economie aan de Centrale School voor Handel en Industrie in Brussel en professor aan de faculteiten Wetenschappen en Rechten van de ULB. Daarnaast was hij ook directeur bij verschillende instellingen: van 1832 tot 1846 bij de Belgische Rijksmunt, van 1835 tot 1839 bij de Banque de Belgique en van 1839 tot 1846 bij de Société des mines et fonderies du zinc de la Vieille Montagne.

Van 1847 tot aan zijn dood was hij gemeenteraadslid van Brussel, waar hij van 1848 tot 1860 burgemeester was. Vanaf 1847 zetelde hij ook in de Stedelijke Raad van Brussel. Het Benelux-parlement werd opgericht op 5 november 1955 door België, Nederland en Luxemburg, gevestigd in Brussel in strijd met het op 19 april 1839 gesloten verdrag van Londen waardoor België vanuit Brussel een "rechtstaat ondermijnend plegend" land is geworden ten dienste van het Duitse Keizerrijk die de bevelen uitvoert van opvolgend keizer Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1941-1998) en Maurits van Lippe-Biesterfeld van Vollenhoven (1998-heden) vanuit Huis Doorn gelegen in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) vanuit het Heilige Roomse Rijk. Dit vanwege het feit dat Duits keizer en koning Wilhelm II van Pruisen vanuit het 't Sticht Utrecht zijn erfrechten als Keizer van het Heilige Roomse Rijk heeft misbruikt om met de hulp zijn opvolger Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1941-1998) en de hulp van Maurits van Vollenhoven (telg uit het geslacht Van Vollenhoven waar ook Pieter van Vollenhoven deel van uitmaakt) om op "keizerlijk bevel" op 7 juni 1929 door Benito Mussolini en paus Pius XI het geratificeerde Verdrag van Lateranen te onderteken, waardoor vanaf dat moment paus Pius XI als ook zijn opvolgende pauzen zijn verbannen naar het dwergstaatje Vaticaanstad dat geen onderdeel uitmaakt van de Verenigde Naties.

Daarmee heeft voormalig burgmeester Charles de Brouckère van Brussel weten te bewerkstelligen dat met het ondertekenen en ratificeren van Verdrag van Rome , getekend op 25 maart 1957 op 1 januari 1958 van kracht is geworden, waarbij het Europees Parlement vanaf die tijd is gevestigd in Brussel. Daarmee heeft voormalig burgmeester Charles de Brouckère van Brussel weten te bewerkstelligen dat vanaf 1958 alle lidstaten van de Europese Unie (thans 27) vanuit Brussel het op 19 april 1839 gesloten verdrag van Londen (is de Belgische Grondwet) overtreden. 

Daarmee heeft voormalig burgemeester Charles de Brouckère van Brussel ook nog weten te bewerkstelligen dat vanaf 1960 de Benelux (Later Benelux Unie) – die op 5 september 1944 in Londen (dat vanaf 20 september 1866 onderdeel uitmaakt van het Duitse Keizerrijk) -- tot stand is gebracht, de basis is van waaruit de gehele wereld kan worden veroverd en vergiftigd op bevel van de opvolgende keizers Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1941-1998) en Maurits van Lippe-Biesterfeld van Vollenhoven (1998-heden) vanuit Huis Doorn gelegen in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) vanuit het Heilige Roomse Rijk.

Artikel 350 VwEU (Verdrag betreffende de werking van de EU) laat toe dat de Benelux Unie in het kader van haar proeftuinfunctie afwijkt van bepaalde EU-voorschriften. Daarmee hebben alle 705 parlementsleden van de Europese Unie -- die maar liefst 27 Europese landen vertegenwoordigen (onder voorzitterschap van voormalig Belgisch premier Charles Michel) -- vanuit de "illegale" Benelux-Unie (die geen direct verkozen volksvertegenwoordigers heeft) van de gehele Europese Unie 's-Werelds grootste "criminele organisatie" gemaakt die aan de leiband loopt van de "ongrondwettige" Benelux-Unie dat nota bene (evenals de Europese Unie) zit gevestigd in Brussel, en daarmee in de soevereine staat België, waarmee door de 150 leden van de Belgische kamer van volksvertegenwoordigers en alle leden van de Belgische senaat maar liefst vanaf 28 juli 1914 tot op heden (109 jaar lang) hun eigen op 19 april 1839 gesloten verdrag (voor wat betreft Luxemburg herzien op 11 mei 1867) van Londen hebben overtreden. Om die overtreding te kunnen blijven voortzetten is geen uitvoering gegeven aan het op 25 januari 1944 van kracht geworden politiek testament van Koning Leopold III en mocht hij (nadrukkelijk tegen zijn wil en tegen de wil van de Belgen in) niet terugkeren naar België en is hij samen met zijn gezin (erfgenamen) tot 22 juli 1950 verbannen geweest naar Pregny-Chambésy in Zwitserland (dat niet tot de Europese Unie behoorde), waarna de stad Brussel het grootste MISDAAD CENTRUM van de wereld is geworden, waarmee vanaf 28 juli 1914 (het begin van de Eerste Wereldoorlog), ook na de Tweede Wereldoorlog (tot op heden Kerstmis 25 december 2023), de Eerste Wereldoorlog) is blijven voortduren.

De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO; Engels: NATO, North Atlantic Treaty Organization; Frans: OTAN, Organisation du traité de l'Atlantique nord), ten tijde van de oprichting ook het Atlantisch Pact genoemd (verouderd), is een na de Tweede Wereldoorlog opgerichte internationale organisatie op basis van het Noord-Atlantische Verdrag dat in Washington D.C. op 4 april 1944 werd getekend. De eerste locatie was in Londen en daarmee in het Duitse Keizerrijk. Daarna volgden verhuizingen naar het Palais de Chaillot in Parijs in 1952, vervolgens naar Porte Dauphine in Parijs in 1959. Nadat Frankrijk onder president De Gaulle zich in 1966 had teruggetrokken uit de militaire samenwerking, besloot de NAVO te verhuizen uit Frankrijk.

Sinds 1967 is de NAVO gevestigd in Brussel (Haren) op de plek van het voormalige vliegveld, aan de Bourgetlaan. In het najaar van 2010 is het Nederlandse bouwbedrijf BAM in Brussel begonnen aan de bouw van een nieuw hoofdkwartier voor de NAVO aan de overzijde van de Bourgetlaan. Het contract heeft een waarde van ongeveer 460 miljoen euro. Het nieuwe gebouw bood op 250.000 m² onderdak aan ongeveer 4500 werknemers. Naar verwachting ging de bouw vijf jaar duren, in 2017 werd het gebouw al officieel ingehuldigd, met verhuis in 2017 en 2018. De hoogste bevelhebber van deze NAVO op Belgisch grondgebied in Brussel zijn opvolgend keizers Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1941-1998) en Maurits van Lippe-Biesterfeld van Vollenhoven (1998-heden) vanuit Huis Doorn gelegen in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) vanuit het Heilige Roomse Rijk. Daarmee heeft niet alleen België maar hebben ook alle NAVO-landen het op 19 april 1839 gesloten verdrag van Londen vanaf 1967 in zeer ernstige mate overtreden. Thans betreffen dit de volgende NAVO-landen: België, Canada, Denemarken, Frankrijk, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Griekenland, Turkije, Bondsrepubliek Duitsland, Spanje, Duitsland, Hongarije, Polen, Tsjechië, Montenegro, Noord-Macedonië en Finland. Veroorzakend voormalig burgmeester Charles de Brouckère van Brussel was actief als vrijmetselaar, lid van de Brusselse loge Les Amis Philanthropes.

(25 november 1890): Dit alles heeft kunnen gebeuren als gevolg van het handelen van de volgende personen in het verleden: Het Huis van Orange-Nassau is in 1890 in mannelijke lijn met Koning Willem III der Nederlanden uitgestorven. Volgens de Grondwet van toen betekent dit dat daarmee de Monarchie in Nederland vanaf 1890 is uitgestorven. Dit omdat enkel de mannelijke lijn Koning Willem III mocht opvolgen. In strijd met de "illegale" Nederlandse Grondwet (1890) – doch met het op een creatieve wijze lezen van die Grondwet – is op voorstel van het Kabinet-Mackay onder voorzitterschap van toenmalig uit Nijmegen afkomstige minister-president Æneas baron Mackay (ARP/CDA)(zie foto links boven), die benevens minister-president ook minister van Koloniën was (en daarmee als enig persoon de volledige zeggenschap over het eiland Billiton en de Billiton Maatschappij had), de toen 11 jaar oude Wilhelmina door de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) benoemd tot de nieuwe Koningin van de Staat der Nederlanden. Het is hierbij goed om te weten dat zijn naamgenoot en oom Æneas baron Mackay (ARP/CDA)(zie foto rechts boven) vanaf 1862-1876 Vice-President van de Raad van State was, die is opgevolgd door Gerlach Cornelis Joannes van Reenen (conservatief), die vanaf 1876-1893 Vice-President van de Raad van State is geweest en voorafgaande daaraan vanaf 1850-1853 burgemeester van Amsterdam was, vanaf 1853-1856 minister van Binnenlandse Zaken was als opvolger van Johan Rudolph Thorbeke (liberaal) en vanaf 1858-1869 voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal was (zijnde het grote voorbeeld van huidig VVD-minister president Mark Rutte: LEES HIER). Het is hierbij ook goed om te weten dat de Nijmeegse familie Mackay een van de weinige geslachten is die deel uitmaken van zowel de Nederlandse als de Britse adel en dat de broer van Æneas baron Mackay (zie foto links boven) de heer Theodoor Philip Mackay (ARP/CDA)(zie foto links onder) vanaf 1868-1874 burgemeester van Amerongen en Leersum was, vanaf 1868-1883 burgemeester van Winterswijk was en vanaf 1911-1922 President van de Algemene rekenkamer was.

Het is paus Franciscus die op 14 december 2023 aan alle acht miljard wereldbewoners kenbaar heeft gemaakt dat zijn graf al klaarstaat in de basiliek van Santa Maria Maggiore in Rome dat is gelegen BUITEN de muren van Vaticaanstad.

15-12-2023 │ Daarmee heeft paus Franciscus met de hulp van de Alvader (God) vanaf 15 december 2023 een einde gemaakt aan zijn verbanning in Vaticaanstad en weten te bewerkstelligen dat daarmee het vanaf 10 november 1918 (105 jaar lang) vanuit het 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijssel, Drenthe en de Stad Groningen) vanuit het Heilige Roomse Rijk onder de opvolgende Duitse keizer en koning Wilhelm II van Pruisen (van 10 november 1918 tot 4 juni 1941), opgevolgd door prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld (van 4 juni 1941 tot 26 mei 1998), opgevolgd door prins Maurits van Lippe-Biesterfeld-Van Vollenhoven (van 26 mei 1998 tot heden) vanaf 15 december 2023 is beëindigd en daarmee ten val is gebracht.

Dit betekent tevens dat aartsbisschop Willem Jacobus Eijk als "Plaatsbekleder van Jezus Christus op Aarde" daarmee vanaf 15 december 2023 vanuit 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijssel, Drenthe en de Stad Groningen) geen landsheer meer is van de op 14 december 2023 ten val gebrachte koning Maurits van Lippe-Biesterfeld-Van Vollenhoven van Pruisen.

Als gevolg daarvan oefent aartsbisschop Wim Eijk vanuit 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) vanaf 15 december 2023 vanuit de Rooms-Katholieke kerk niet meer het hoogste wereldlijk gezag uit over alle 193 landen van de Verenigde Naties.

Het is paus Franciscus die met de hulp van de Alvader (God) als "Plaatsbekleder van Jezus Christus op Aarde" het hoogste wereldlijk gezag van de Rooms-Katholieke kerk in alle 193 landen van de Verenigde Naties (als ook in alle overige landen in de wereld) vanaf 15 december 2023 heeft teruggenomen.

Dit betekent dat daarmee de "tien geboden van God" vanaf 15 december 2023 als "Goddelijke Grondwet" in alle landen van de wereld van kracht is en in de eeuwigheid van kracht zal blijven.

In 1528 verkocht bisschop Hendrik van Beieren 't Oversticht (thans Overijssel, Drenthe en de Stad Groningen met daaronder de grote gasvoorraden) aan Keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk.

Is dit nu in het bezit van de familie van Vollenhoven?

Twaalf Apostelen - Wereldgeschiedenis in Twaalf Bladzijden wordt de redding van de Wereld.

Lees de informatie verder in de onderstaande PDF en bestudeer de deeplinks van de Wereldgeschiedenis van de  Twaalf Apostelen wat de redding wordt van de hele wereld.

Tip: Download en print de onderstaande PDF (Twaalf Apostelen - 12 blz.) uit.