"Terwijl de gemeente Eemnes luxe bungalows beschikbaar stelt voor asielzoekers, worden hardwerkende Nederlanders uit hun appartement gezet door dezelfde gemeente.
RESOLUTIE VAN STRAATSBURG 1975 (OLIE IN RUIL VOOR MOSLIM IMMIGRATIE EN ISLAMISERING)

Het Verdrag uit 1975 waarmee Europa verkocht werd aan de islam ...en Afrika ook, en nog veel meer...
Ons gezamenlijke inzicht brengt ons tot goede plannen,
met goede oplossingen voor alle aardbewoners,
met als resultaat: Wereldvrede 💜

Gerard de Boer aan het woord:
"De media moesten worden ingeschakeld om een gunstig klimaat te scheppen voor de immigranten, en de academische wereld moest worden gemotiveerd om de nadruk te leggen op de positieve bijdrage van de Arabische cultuur aan de ontwikkeling van Europa. Geld moest worden uitgetrokken om de oprichting van moskeeën, islamscholen, centra voor Arabische cultuur en wetenschappelijke instituten ter bestudering van de islam te stimuleren. Het staat, dankzij ons Europarlement, sinds 1975 allemaal zwart op wit in de 'resolutie van Straatsburg', die door 200 parlementsleden uit 9 West-Europese landen werd goedgekeurd. Degene die de stukken nauwkeurig heeft bestudeerd en erover heeft geschreven is de in 2009 overleden ANP- en AD-journaliste Pamela Hemelrijk. Zij noemde de Resolutie van Straatsburg: Oil for immigration."
Bron en meer info: https://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/337-het-verdrag-waarmee-europa-verkocht-werd-aan-de-islam
Procentueel wordt in ons land het meeste aantal asielaanvragen gehonoreerd met een verblijfsvergunning.
In 2022 bleek dat 85% van de asielaanvragen werd ingewilligd. En dat is nog steeds het geval. De reden is dat door overbelasting de bewijslast om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is komen te liggen en niet bij de asielzoeker.
Een en ander betekent dat nogal wat asielzoekers een verblijfsvergunning hebben gekregen, en nog steeds krijgen, waarop ze eigenlijk geen recht hebben. Dus ook een uitkering, gezinshereniging, een sociale huurwoning (met voorrang), etc. En na een paar jaar en Nederlands paspoort.
Voor een habbekrats is Europa verkocht, maar haar inwoners mogen het niet weten.
Rechten, die nergens in de islamitische wereld bestaan, worden hier opgeëist voor en door islamieten. Ze mogen bijna dwangmatig hun leer verbreiden en soms zelfs opleggen aan anderen.
Men voorzag
destijds in Straatsburg al dat daar wel kritiek op moest komen – maar
critici kregen al bij voorbaat de mond gesnoerd. Wij, die denken vrije
Europese burgers te zijn, worden dom gehouden en onze vrijheid en
veiligheid zijn ernstig in gevaar. We kunnen (bijna) geen kant uit.
Het was de 'oliecrisis', die een rol speelde.
De toevoer van olie moest
worden gegarandeerd. Verder hadden we arbeidskrachten nodig. De E.U.
wilde pronken bij haar eigen volken - en haar successen werden
voornamelijk in geld uitgedrukt. Verder speelde mee dat de linkse
partijen, die de macht hadden, meenden op die manier miljoenen stemmen
voor de eigen partijen binnen te slepen, want de nieuwe instroom kreeg
meteen stemrecht, nog voordat ze een woord Europees spraken. Links was
hun vriendje, in Nederland vooral de PvdA. De olie sleepten we binnen,
de stemmen ook – en voor de rest had Europa haar ziel aan de duivel
verkocht.
Gerard de Boer schreef hierover in 2018 een lezenswaardig webartikel: "DE RESOLUTIE VAN STRAATSBURG (OLIE IN RUIL VOOR MOSLIM-IMMIGRATIE EN ISLAMISERING)." Dit gaat over een bijna doodgezwegen document. De Europese politici praten er niet graag over. Het is een verduveld slecht verdrag, maar we zijn er met handen en voeten aan gebonden. Ieder heeft er dagelijks mee te maken; vooral de 'gewone man'. Het document is het resultaat van overleg tussen de toenmalige Europese Gemeenschap met de Arabische Liga.
Na de Arabisch-Israëlische oorlog in 1973 en de daaruit voortvloeiende olieboycot is destijds – uit angst dat de oliekraan opnieuw dicht zou gaan – op Europees niveau besloten om een "Euro-Arabische Dialoog" op gang te brengen met de OPEC-landen. In juni 1975 rolde daar een convenant uit waar de West-Europese landen nog steeds de vruchten van plukken: 200 zaakgelastigden namen toen met algemene stemmen, en uit naam van de hele Europese gemeenschap, de zogeheten 'Resolutie van Straatsburg' aan. In het document beloofde de EEG om voortaan de Arabische immigratie actief te bevorderen, en de nieuwkomers ruim baan te geven om hun cultuur naar Europa te exporteren.
Degene die de stukken destijds nauwkeurig heeft bestudeerd en erover heeft geschreven is de in 2009 overleden ANP- en AD-journaliste Pamela Hemelrijk.
Hieronder haar uittreksel en daaronder de complete tekst van de Engelstalige resolutie.
Pamela Hemelrijk

Op 28 september 2009 overleed journaliste en
columniste Pamela Hemelrijk (R.I.P.)
Stilistisch talent en dwarse, bevlogen
verslaggever, altijd gedreven door rechtvaardigheid. Pamela Hemelrijk
was relatief onbekend in haar eigen geboortestad Amsterdam, maar als
columniste van het AD des te bekender in Rotterdam.
Meer over Pamela Hemelrijk: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pamela_Hemelrijk

Hieronder de complete tekst van de Resolutie van Straatsburg (ook wel "Verdrag van Straatsburg"genoemd) d.d. 7 & 8 juni 1975.
(De vertaling van de Engelse tekst naar het Nederlands staat eronder.)
THE STRASBOURG RESOLUTIONS
The Parliamentary Association for Euro-Arab Cooperation comprises more than 200 members of Western European Parliaments of widely different political tendencies. At its General Assembly in Strasbourg on June 7th at 8th the Parliamentary Association unanimously passed the following resolutions:
(1) Final Resolution of the Political Committee
The General assembly of the Parliamentary Association for Euro-Arab Co-operation calls upon European Governments to take initiatives forthwith that will help to secure the withdrawal of Israel from all territories occupied in 1967.
Such a withdrawal is implied by Resolution 242 abd required by Resolution 338 of the United Nations Security Council and also by the United Nations Charter and the principles of International Law which categorically forbid the acquisition or territory by force.
The Association emphasizes that there can be no just and lasting peace settlement without recognition of the national rights of the Palestinian people. There has already been almost unanimous acceptance by the International Community of this principle, which Israel must also come to accept.
The whole Arab world has agreed that the P.L.O. is the sole representative of the Palestinian nation and this decision has been endorsed by an overwhelming majority of the countries represented at the United Nations.
The Parliamentary Association urges European governments to recognise this fundamental point in the initiatives they should now take.
First, they should call on Israel to halt immediately the expropriation and confiscation of Arab property in Israel and the occupied territories.
In particular, Israel must end the process of the "Judaization" of Jerusalem which it has illegally annexed and the establishment of new Jewish settlements in the occupied territories.
Secondly, the European governments should try to get all interested parties including Israel and the P.L.O. to the conference table, if possible within the context of the Geneva Conference. Europe itself, either through its member states or through the E.E.C. could play a valuable part in such a conference if called upon to do so. It would be reasonable to expect all concerned not to resort to military action of any kind for the duration of the negotiations.
Third, they should urge both the Israelis and the P.L.O. to agree to leave in abeyance discussion of ultimate solutions and concentrate on the immediate abd practical task of trying to find a modus vivendi which will require the acceptance by Israel of the rights of the Palestinian nation and of the existence of a Palestinian state on the West Bank and in Gaza if the Palestinians decide to establish one, and reciprocally the acceptance of the existence of Israel within her 1967 frontiers.
Finally, the European governments should urge on all concerned the crucial importance of effective peace-keeping machinery and should agree to take an active part themselves in such arrangements.
The Parliamentary Association recognises the problem that is posed by the fact that some of the media and publishing houses of Europe are dilatory in disseminating facts about the Arab world and intends to use its influence to overcome this problem.
The Parliamentary Association recognises the help done to the understanding of the Arab cause and growing sympathy for it in Western Europe by the liberalisation measures taken in various Arab countries and by the readier access to Arab countries by the news media, businessmen and other visitors from Europe.
The Association calls on European governments to improve legal regulations concerning the freedom of travel and the protection of the basic rights of immigrant workers in Europe which should be equivalent to those of citizens of the countries concerned.
The Association considers that the political settlement of the Israeli-Arab conflict is an absolute necessity for the establishment of a genuine Euro-Arab co-operation. Nevertheless, the Association considers that the political aspect of co-operation in not limited to this point alone, and has in mind for example the free circulation of ideas and people in the world as a factor for the maintenance of peace, for the support of freedom and in particular for a harmonious development of co-operation between Western Europe and the Arab nations.
The Association believes that the prospects of long-term Euro-Arab co-operation in all fields have never been so favourable but that they depend on a peace settlement based on justice in the MiddleEast.
(2) Final Resolution of the Cultural Committee
The General Assembly of the Parliamentary Association for Euro-Arab Co-operation, meeting in Strasbourg on June 7th 1975,
Having considered the cultural resolutions adopted by the preparatory conference for Euro-Arab parliamentary co-operation held in Damascus from November 12th to 17th, 1974, which reaffirms in the present resolution,
convinced that significant results are possible in the cultural field of the Euro-Arab dialogue,
recognising the historic contribution of Arab culture to European development,emphasising the contribution which Arab culture can still give to European countries especially in the field of human values,
regretting that cultural relations between European and Arab countries are still infrequent and limited in scope,
regretting the relative neglect of the teaching of Arab culture and Arabic in Europe and looking forward to its development, hoping that European governments will help Arab countries to create the resources needed for the participation of immigrant workers and their families in Arab culture and religious life, asking the European press to show a sense of responsibility so that they may inform public opinion objectively and more fully about the problems of the Arab world,
recognising the important role which Friendship groups and Tourism can play in improving mutual understanding,
Calls on the governments of the Nine to approach the cultural aspect of the Euro-Arab dialogue in a constructive spirit and to give a higher priority to the popularisation of Arab culture in Europe.
Calls on Arab governments to recognize the political effects of active co-operation with Europe.
Invites national groups of the association to increase the efforts necessary in every country to bring about the objective proposed at Damascus and today at Strasbourg and ask them to inform the Secretariat of the results achieved.
Considering the harmful effect of the political situation on Palestinian development,condemns – while recognising Israel's right to existence – the Zionist intention of replacing Arab by Jewish culture on Palestinian soil, in order to deprive the Palestinian people of its national identity, considering that in carrying out excavations within the holy places of Islam in occupied Jerusalem, Israel has committed a violation of international law despite the warnings of UNESCO, considering that these excavations can only bring about the inevitable destruction of evidence of Arab culture and history,regrets that UNESCO's decision not to admit Israel into its European Regional Group has sometimes been exploited with great lack of objectivity.
(3) Final Resolution of the Economic Committee
The General Assembly of the Parliamentary Association for European Arab Co-operation reaffirms the usefulness and necessity of a close economic co-operation between Europe and the Arab World in the interest of their peoples.
The Assembly expresses its disquiet at the slow progress made in the Euro-Arab dialogue and is concerned with events based on political motives which in the course of recent months have armed Euro-Arab co-operation, i.e. the setting up of the International Energy Agency and the signature of an agreement between the E.E.C. and Israel, before negotiations have been completed between the E.E.C. and Arab countries. In this connection, it insists that economic co-operation between the E.E.C. and Israel must not apply to the occupied territories.
The Assembly considers that there is no conflict between the interests of Europe and the Arab countries, provided that the mercantilist stage is left behind and genuine economic partnership can be established.
This is the perspective within which can best be solved the problem of recycling petro-dollars. These petro-dollars should above all be used for needs of Arab development.
The Assembly calls attention to the role and status of multi-national companies and the potential danger arising from certain of their activities. It expresses the hope that steps may be taken to avoid these dangers.
The Assembly reaffirms the right of every nation to dispose of its own national resources, including the right of nationalisation.
The Association expresses its will to do all in its power to promote Euro-Arab co-operation at national level, within the E.E.C. and through international organisations.
Zie ook: Raad van Europa: Resolutie 1743 over islam, islamisme en islamofobie in Europa
Door: Gerard de Boer
Google vertaling (Engels - Nederlands):
DE RESOLUTIES VAN STRAATSBURG
De Parlementaire Vereniging voor Euro-Arabische Samenwerking bestaat uit meer dan 200 leden van West-Europese parlementen met zeer verschillende politieke strekkingen. Tijdens haar Algemene Vergadering in Straatsburg op 7 en 8 juni heeft de Parlementaire Vereniging unaniem de volgende resoluties aangenomen:
(1) Eindresolutie van het Politiek Comité
De Algemene Vergadering van de Parlementaire Associatie voor Euro-Arabische Samenwerking roept de Europese regeringen op om onverwijld initiatieven te nemen die zullen helpen de terugtrekking van Israël uit alle in 1967 bezette gebieden veilig te stellen.
Een dergelijke terugtrekking wordt geïmpliceerd door Resolutie 242 en vereist door Resolutie 338 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en ook door het Handvest van de Verenigde Naties en de beginselen van het internationaal recht die de verwerving van grondgebied met geweld categorisch verbieden.
De Vereniging benadrukt dat er geen rechtvaardige en duurzame vredesregeling mogelijk is zonder erkenning van de nationale rechten van het Palestijnse volk. Er is al bijna unanieme aanvaarding door de Internationale Gemeenschap van dit principe, en Israël moet dit ook gaan aanvaarden.
De hele Arabische wereld is het erover eens dat de P.L.O. is de enige vertegenwoordiger van de Palestijnse natie en dit besluit is gesteund door een overweldigende meerderheid van de landen die bij de Verenigde Naties vertegenwoordigd zijn.
De Parliamentary Association dringt er bij de Europese regeringen op aan om dit fundamentele punt te erkennen in de initiatieven die zij nu zouden moeten nemen.
Ten eerste moeten ze Israël oproepen om onmiddellijk een einde te maken aan de onteigening en confiscatie van Arabische eigendommen in Israël en de bezette gebieden.
In het bijzonder moet Israël een einde maken aan het proces van de 'joodsheid' van Jeruzalem, dat het illegaal heeft geannexeerd, en aan de vestiging van nieuwe Joodse nederzettingen in de bezette gebieden.
Ten tweede moeten de Europese regeringen proberen alle geïnteresseerde partijen, inclusief Israël en de P.L.O. aan de vergadertafel, indien mogelijk in het kader van de Conferentie van Genève. Europa zelf, hetzij via zijn lidstaten, hetzij via de E.E.C. zouden een waardevolle rol kunnen spelen in een dergelijke conferentie als zij daartoe worden opgeroepen. Het zou redelijk zijn om van alle betrokkenen te verwachten dat zij gedurende de duur van de onderhandelingen geen toevlucht zullen nemen tot militaire actie van welke aard dan ook.
Ten derde moeten ze er bij zowel de Israëli's als de P.L.O op aandringen om actie te ondernemen. om ermee in te stemmen de discussie over uiteindelijke oplossingen op te schorten en zich te concentreren op de onmiddellijke en praktische taak van het proberen een modus vivendi te vinden die de aanvaarding door Israël van de rechten van de Palestijnse natie en van het bestaan van een Palestijnse staat in het Westen vereist Bank en in Gaza als de Palestijnen besluiten er een te stichten, en omgekeerd de aanvaarding van het bestaan van Israël binnen haar grenzen van 1967.
Ten slotte moeten de Europese regeringen bij alle betrokkenen het cruciale belang van een effectief vredeshandhavingsapparaat benadrukken en ermee instemmen zelf actief deel te nemen aan dergelijke regelingen.
De Parlementaire Vereniging erkent het probleem dat wordt veroorzaakt door het feit dat sommige media en uitgeverijen in Europa traag zijn in het verspreiden van feiten over de Arabische wereld en is van plan haar invloed aan te wenden om dit probleem te overwinnen.
De Parlementaire Vereniging erkent de hulp die is verleend aan het begrip van de Arabische zaak en de groeiende sympathie ervoor in West-Europa door de liberaliseringsmaatregelen die in verschillende Arabische landen zijn genomen en door de gemakkelijkere toegang tot Arabische landen door de nieuwsmedia, zakenlieden en andere bezoekers uit Europa .
De Vereniging roept Europese regeringen op om de wettelijke regelgeving met betrekking tot de vrijheid van reizen en de bescherming van de fundamentele rechten van arbeidsmigranten in Europa te verbeteren, die gelijkwaardig moeten zijn aan die van burgers van de betrokken landen.
De Vereniging is van mening dat de politieke oplossing van het Israëlisch-Arabische conflict een absolute noodzaak is voor het tot stand brengen van een echte Euro-Arabische samenwerking. Niettemin is de Vereniging van mening dat het politieke aspect van samenwerking niet beperkt blijft tot dit punt alleen, en heeft zij bijvoorbeeld het vrije verkeer van ideeën en mensen in de wereld in gedachten als een factor voor het handhaven van de vrede, voor de ondersteuning van vrijheid en in het bijzonder voor een harmonieuze ontwikkeling van de samenwerking tussen West-Europa en de Arabische landen.
De Associatie is van mening dat de vooruitzichten op langdurige Euro-Arabische samenwerking op alle terreinen nog nooit zo gunstig zijn geweest, maar dat zij afhankelijk zijn van een vredesregeling gebaseerd op gerechtigheid in het Midden-Oosten.
(2) Eindresolutie van de Culturele Commissie
De Algemene Vergadering van de Parlementaire Vereniging voor Euro-Arabische Samenwerking, bijeen in Straatsburg op 7 juni 1975,
Na de culturele resoluties te hebben overwogen die zijn aangenomen door de voorbereidende conferentie voor de Euro-Arabische parlementaire samenwerking, gehouden in Damascus van 12 tot 17 november 1974, en die in de huidige resolutie opnieuw worden bevestigd:
ervan overtuigd dat significante resultaten mogelijk zijn op het culturele gebied van de Euro-Arabische dialoog,
de historische bijdrage van de Arabische cultuur aan de Europese ontwikkeling erkennend, met nadruk op de bijdrage die de Arabische cultuur nog steeds aan de Europese landen kan leveren, vooral op het gebied van menselijke waarden,
betreurend dat de culturele betrekkingen tussen Europese en Arabische landen nog steeds zeldzaam en beperkt van omvang zijn,
betreurend de relatieve verwaarlozing van het onderwijs in de Arabische cultuur en het Arabisch in Europa en kijkend uit naar de ontwikkeling ervan, in de hoop dat de Europese regeringen de Arabische landen zullen helpen de middelen te creëren die nodig zijn voor de deelname van gastarbeiders en hun gezinnen aan de Arabische cultuur en het religieuze leven, de Europese pers vragen verantwoordelijkheidsgevoel te tonen, zodat zij de publieke opinie objectief en vollediger kunnen informeren over de problemen van de Arabische wereld,
erkennende de belangrijke rol die vriendschapsgroepen en toerisme kunnen spelen bij het verbeteren van het wederzijds begrip,
Roept de regeringen van de Negen op om het culturele aspect van de Euro-Arabische dialoog in een constructieve geest te benaderen en een hogere prioriteit te geven aan de popularisering van de Arabische cultuur in Europa.
Roept de Arabische regeringen op om de politieke effecten van actieve samenwerking met Europa te erkennen.
Nodigt de nationale groepen van de vereniging uit om de inspanningen op te voeren die in elk land nodig zijn om de in Damascus en vandaag in Straatsburg voorgestelde doelstelling te verwezenlijken, en verzoekt hen het Secretariaat op de hoogte te stellen van de bereikte resultaten.
Gezien de schadelijke gevolgen van de politieke situatie voor de Palestijnse ontwikkeling, veroordeelt hij – terwijl hij het bestaansrecht van Israël erkent – de zionistische intentie om de Arabische cultuur op Palestijns grondgebied te vervangen door de Joodse cultuur, teneinde het Palestijnse volk van zijn nationale identiteit te beroven, en overwegende dat door het uitdragen van bij het uitvoeren van opgravingen binnen de heilige plaatsen van de islam in het bezette Jeruzalem heeft Israël, ondanks de waarschuwingen van de UNESCO, een schending van het internationaal recht begaan, aangezien deze opgravingen alleen maar kunnen leiden tot de onvermijdelijke vernietiging van bewijsmateriaal over de Arabische cultuur en geschiedenis; Israël toe te laten in de Europese Regionale Groep is soms uitgebuit met een groot gebrek aan objectiviteit.
(3) Eindresolutie van het Economisch Comité
De Algemene Vergadering van de Parlementaire Vereniging voor Europese Arabische Samenwerking bevestigt opnieuw het nut en de noodzaak van een nauwe economische samenwerking tussen Europa en de Arabische wereld in het belang van hun volkeren.
De Vergadering geeft uiting aan haar bezorgdheid over de langzame vooruitgang die is geboekt in de Euro-Arabische dialoog en is bezorgd over gebeurtenissen die gebaseerd zijn op politieke motieven die in de afgelopen maanden de Euro-Arabische samenwerking hebben bewapend, dat wil zeggen de oprichting van het Internationaal Energieagentschap en de ondertekening van een overeenkomst tussen de E.E.C. en Israël, voordat de onderhandelingen tussen de E.E.C. en Arabische landen. In dit verband dringt zij erop aan dat de economische samenwerking tussen de E.E.C. en Israël mag niet van toepassing zijn op de bezette gebieden.
De Vergadering is van mening dat er geen conflict bestaat tussen de belangen van Europa en de Arabische landen, op voorwaarde dat het mercantilistische stadium achterwege wordt gelaten en een echt economisch partnerschap tot stand kan worden gebracht.
Dit is het perspectief waarbinnen het probleem van het recyclen van petrodollars het beste kan worden opgelost. Deze oliedollars moeten bovenal worden gebruikt voor de behoeften van de Arabische ontwikkeling.
De Vergadering vestigt de aandacht op de rol en status van multinationale ondernemingen en het potentiële gevaar dat uit bepaalde van hun activiteiten voortkomt. Zij spreekt de hoop uit dat er stappen kunnen worden ondernomen om deze gevaren te voorkomen.
De Vergadering bevestigt opnieuw het recht van elke natie om over haar eigen nationale hulpbronnen te beschikken, inclusief het recht op nationalisatie.
De Associatie drukt haar wil uit om alles te doen wat in haar macht ligt om de Euro-Arabische samenwerking op nationaal niveau, binnen de EEG, te bevorderen. en via internationale organisaties.
Zie ook: Raad van Europa: Resolutie 1743 over islam, islamisme en islamofobie in Europa
Door: Gerard de Boer
