In deze video verkennen we de mysterieuze Zwarte Zon en de betekenis ervan binnen de Vrijmetselarij. We zullen onthullen hoe dit raadselachtige symbool wordt gebruikt om diepe concepten met betrekking tot spiritualiteit en kosmologie te vertegenwoordigen. Daarnaast bespreken we de theorie van de Platte Aarde en hoe bepaalde vrijmetselaarsstromingen de Zwarte Zon met deze theorie verbinden. Ga met ons mee op deze esoterische reis door symbolen en geheime overtuigingen!
Vrijmetselarij is een internationaal wijdverspreide beweging van voornamelijk mannelijke inwijdingsgemeenschappen die georganiseerd zijn in zogenaamde loges. De leden zijn verdeeld in graden; afhankelijk van het onderwijssysteem zijn er 3 tot 33 graden. Ze komen bijeen voor sociale en ethisch-religieuze doeleinden en voeren ceremonies uit, het zogenaamde tempelwerk.
(Mark Rutte is een zeer hoge Vrijmetselaar, google zelf naar info)
Er geldt een geheimhoudingsplicht ten aanzien van het verloop van de vergaderingen. Vanwege dit geheimzinnige principe wordt de Vrijmetselarij soms een geheim genootschap genoemd. Er doen veel complottheorieën over de Vrijmetselarij de ronde. De Vrijmetselarij beschouwt zichzelf als een vereniging van vrije en gelijke mensen, met de overtuiging dat voortdurende werk aan zichzelf leidt tot zelfkennis en menselijker gedrag. De vijf fundamentele idealen van de Vrijmetselarij zijn vrijheid, gelijkheid, broederschap, tolerantie en menselijkheid. Afhankelijk van de bron zijn er wereldwijd tussen de 2,6 en zeven miljoen vrijmetselaars.
De oorsprong van de Vrijmetselarij is onduidelijk. Er zijn zeker documenten die aantonen dat de eerste Grootloge in 1717 in Londen werd opgericht. De grondwet, de Oude Verplichtingen van 1723, vormt de basis voor de huidige Vrijmetselarij. Samen met de salons, leesgezelschappen en andere verenigingen uit de vroege Verlichting vormden de loges een nieuwe vorm van openbare ruimte in heel Europa en droegen bij aan de verspreiding van Verlichtingsgedachten. Twee van de bekendste vrijmetselaarssymbolen zijn de winkelhaak en passer (in Amerika met de centrale letter "G", die vaak de alomtegenwoordige geometrie vertegenwoordigt).
De term Vrijmetselaar is een leenvertaling uit de 18e eeuw van het Engelse woord Freemason. In de 15e eeuw werd met het woord 'freestone', dat waarschijnlijk is afgeleid van hardsteen (een zachte steensoort die in het graafschap Kent wordt gevonden), de steenhouwers of bouwers bedoeld die georganiseerd waren in bouwloges, de freestone-masons (Frans: franc maçon, Italiaans: frammassone). De ruwe steenhouwers waren daarentegen verantwoordelijk voor het grovere werk. Historisch overgeleverde symbolen zoals de troffel, winkelhaak en passer maken nog steeds deel uit van het arsenaal van de Vrijmetselaars. Geschriften en artefacten die over de Vrijmetselarij gaan of ernaar verwijzen, worden Masonica genoemd, lat., enkelvoud. Vrijmetselaar. De termen 'vrijmetselaar' en 'loge' zijn niet beschermd. Iedereen kan zichzelf dus vrijmetselaar noemen of een groep een loge, ook al hebben ze niets te maken met de historisch ontwikkelde vrijmetselarij.
Gotthold Ephraim Lessing ontkent de middeleeuwse oorsprong van de vrijmetselarij en beschouwt deze als een ontwikkeling die parallel loopt aan de opkomst van de burgermaatschappij. De vrijmetselarij is niet afgeleid van de vrijmetselarij, maar van massoney of masoney, een woord voor tafelgenootschap of club, voor 'kleinere, intieme genootschappen' naast de 'grote burgerlijke maatschappij'. Deze afleiding is echter omstreden.
Vrijmetselarij wordt vaak een 'koninklijke kunst' genoemd – en door vrijmetselaars zelf. Dit is gebaseerd op een Bijbels citaat en filosofische overwegingen: "Als u de koninklijke wet vervult, overeenkomstig de Schrift: 'Heb uw naaste lief als uzelf,' dan doet u goed." (Jakobus 2:8 EU). Plato gebruikte de term Koninklijke Kunst om filosofie ('liefde voor wijsheid') te beschrijven. De term heeft dus geen betrekking op de titel van de heerser.
Zie ook: Ussher-Lightfoot-kalender
De Vrijmetselaars volgen de Ierse bisschop James Ussher, die aan het begin van de 17e eeuw het ontstaan van de wereld op 4004 v.Chr. plaatste, om precies te zijn op 1.00 uur 's nachts op 23 oktober 4004 v.Chr. Om het overzichtelijk te houden werd later besloten om volgens de huidige kalender eenvoudigweg 4000 jaar aan het jaar toe te voegen, zodat bijv. Voor de vrijmetselaars is het jaar 2024 bijvoorbeeld het jaar 6024.
De doelstellingen en waarden van de Vrijmetselarij zijn, naar eigen zeggen, afgeleid van de traditie van middeleeuwse steenhouwersbroederschappen. Vrijmetselaars ontleenden een belangrijk deel van hun symbolen aan de cultuur van de loges met hun zorgvuldig bewaarde werkgeheimen. Afhankelijk van de Grootloge belijden veel vrijmetselaars een scheppingsprincipe dat zij de Almachtige Architect van alle werelden noemen. Symbolen brengen gemeenschappelijke waarden en ideeën over. De Wereldbroederschap symboliseert de internationale solidariteit en de broederschap van alle mensen.
De wederzijdse belofte van vertrouwelijkheid, die oorspronkelijk werd gedaan om werkgeheimen te beschermen, is niet bedoeld om geheimen te bewaren, maar om de privacy te waarborgen. In discussies worden argumenten over politieke en religieuze kwesties afgekeurd. Vrijmetselaars zijn ook verplicht de wetten van hun eigen land te respecteren. De locatie van de loges, hun voorzitters en hun statuten zijn bekend, hun geschriften en beschrijvingen van de rituelen van de Vrijmetselarij zijn voor iedereen openbaar toegankelijk in stadsbibliotheken en archieven en zijn daarom, in tegenstelling tot de voorstellingen van complottheorieën, geen "geheime samenzweringsgenootschap" in de zin van een samenzweringspolitieke ondergrondse activiteit.
Voor de verspreiding van vrijmetselaarsloges in Europa waren de ideeën van de Verlichting belangrijker dan de verbinding met de oude logetraditie. In de 18e eeuw, het tijdperk van het absolutisme, was de vrijmetselarij de enige instelling die kon ontsnappen aan de aanspraak van de staat op absolute macht en de scheiding der standen. De staatsmacht had de verwerkelijking van de morele eisen van de burger teruggedrongen naar de privésfeer. Deze gedwongen scheiding tussen politieke macht en persoonlijke moraal had tot gevolg dat de vrijmetselaars, die zich bovenal verbonden voelden met hun morele waarden, zich moesten losmaken van de instellingen van staat en kerk. Ze moesten de vooroordelen over aangeboren klasse, religie en nationaliteit negeren en zich beperken tot een innerlijke ruimte die ze zelf hadden gekozen. Daarin konden ze maatschappelijke verschillen negeren en die ze beschermden door te zwijgen. Hierdoor transformeerden ze van een aanvankelijk apolitiek-morele groep in een morele tegenmacht tegen de absolutistische staat. Het feit dat vrijheid en gelijkheid in het geheim moesten worden beoefend was een bijna universeel kenmerk van het late absolutisme.
Het merendeel van de waarden van de vrijmetselaars vindt onmiskenbaar zijn oorsprong in de Verlichting, al zorgde de sfeer van geheimhouding er ook voor dat ideeën uit de alchemie en andere geheime wetenschappen en rituelen hun weg naar de loges vonden. De volgende vijf pijlers van de Vrijmetselarij zijn: Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap, Tolerantie en Menselijkheid.
Vrijheid moet worden gerealiseerd door bevrijd te worden van onderdrukking en uitbuiting. Dit is een basisvoorwaarde voor geestelijke vrijheid en individuele vervulling.
Gelijkheid betekent gelijkheid van mensen zonder klassenverschillen en gelijkheid voor de wet.
Broederschap wordt gerealiseerd door veiligheid, vertrouwen, zorg, gedeelde verantwoordelijkheid en begrip voor en binnen elkaar.
Tolerantie ontstaat door actief te luisteren en begrip te tonen voor de meningen van anderen.
De mensheid omvat de som van alle vier voorgaande pijlers en wordt gesymboliseerd door de "Tempel van de Mensheid" waarop vrijmetselaars werken.
Het doel van de Vrijmetselarij is om deze principes in het dagelijks leven toe te passen om zo het goede voor de mensheid in de wereld te bevorderen. In de maçonnieke betekenis van het woord wordt onder menselijkheid de leer van de menselijke waardigheid verstaan. In de loges negeren vrijmetselaars daarom alle sociaal geconditioneerde verschillen in het menselijke werk – de mens zelf staat centraal. Emanuel Schikaneder, zelf een vrijmetselaar net als Wolfgang Amadeus Mozart, drukt deze houding uit in het libretto van Mozarts opera Die Zauberflöte met de woorden: "Hij is een prins, sterker nog, hij is een mens!". Lessing verdedigt het idee van gelijkheid, ook al ziet hij dat het in de loges van zijn tijd onvoldoende werd geïmplementeerd en bekritiseert hij de uitsluiting van Joden door de loges.
In deze video verkennen we de mysterieuze Zwarte Zon en de betekenis ervan binnen de Vrijmetselarij. We zullen onthullen hoe dit raadselachtige symbool wordt gebruikt om diepe concepten met betrekking tot spiritualiteit en kosmologie te vertegenwoordigen. Daarnaast bespreken we de theorie van de Platte Aarde en hoe bepaalde vrijmetselaarsstromingen...
Projectleider Gerrie Hijmans is momenteel erg ziek, wie helpt hem nu om een kans te geven op overleven?
