In de weken dat dit rapport tot stand komt wordt de wereld
opgeschrikt door het schandaal van het kindermisbruik binnen de
katholieke kerk. Met name de directe betrokkenheid van hooggeplaatste
functionarissen in de kerkelijke hierarchie bij het misbruik leidt tot
felle discussies en emoties. In essentie kan de reactie vanuit het
Vaticaan op de golf van schandalen worden omschreven als: kill the
messenger. Uit NRC Handelsblad (26 maart): Vaticaan richt pijlen op media
Rome, 26 maart. In een poging de schade te beperken heeft het Vaticaan
gisteren alle communicatiemiddelen in stelling gebracht om de
"laag-bij-de-grondse aanval" van The New York Times te pareren.
Een week later werd hier zelfs nog een schepje bovenop gedaan als de
onthullingen over het kindermisbruik binnen de kerk worden vergeleken
met antisemitisme. Hiermee wordt dus gesuggereerd dat het journalistieke
en historische onderzoek naar feitelijke delicten gepleegd door met
naam en toenaam geïdentificeerde geestelijken op een lijn staat met de
grootste haat- en lastercampagne uit de geschiedenis die geen enkele
feitelijke grondslag kende maar wel leidde tot de Holocaust.
Deze reflex doet sterk denken aan de reactie vanuit het Nederlandse
Justitiële pedofielen-netwerk richting de media die de zedendelicten
gepleegd door Joris Demmink wilden openbaren. NOS Journaal, Een Vandaag,
Telegraaf, GPD, HP/de Tijd, Zembla: al deze media kregen te maken met
ongekende agressie van advocaten. Maar er zijn meer overeenkomsten.
Zowel de kerkelijke als de justitiële pedo-netwerken bestaan uit
mensen die zich maatschappelijk onkwetsbaar kunnen (of konden) wanen
omdat zij de dekking genoten van organisaties met een grenzeloze macht
die bovendien bereid is alle middelen in te zetten om reputatieschade te
voorkomen. Organisaties bovendien die een 'heilige missie' uitvoeren:
het dienen van God en het dienen van vrouwe Justitia. Door de heiligheid
van deze missies lijken de 'leden' van deze organisaties zich bovendien
ook moreel onkwetsbaar te kunnen voelen: wie God dan wel de rechtstaat
dient, mag die zich niet meer permitteren dan een bakker of een
fietsenmaker?
Vanuit deze posities van maatschappelijke en morele 'onkwetsbaarheid'
ontwikkelden zich kringen van pedofielen die kinderen hebben misbruikt
waarbij nog een opvallende parallel aan de orde is: beide organisaties
beschikken over systemen die ze in staat stelt hun eigen kinderen 'aan
te leveren'. De katholieke kerk kent immers haar internaten, scholen en
vakantie-kampen, Justitie haar pleeggezinnen en uithuisplaatsingen. Het
privé-adres van Joris Demmink kwam voor op de lijst van adressen
('kinderopvangregister') waar de kinderopvang Den Haag kinderen heen kon
sturen als deze niet langer konden verkeren bij hun natuurlijke ouders.
Dit rapport beschrijft feiten en omstandigheden rond een Nederlands
netwerk van hooggeplaatste pedofielen met als kern een hechte groep
top-mensen binnen Justitie. Joris Demmink speelt in deze rapportage een
centrale rol. Als Secretaris- Generaal van het Ministerie van Justitie
is hij een van de machtigste mensen van Nederland en rust op hem een
enorme verantwoordelijkheid op de cruciale terreinen van wetshandhaving,
opsporing en vervolging. In veel opzichten is de machtspositie van
Demmink in Den Haag te vergelijken met die van de Paus in Rome. Maar net
als de Paus heeft Joris Demmink zijn machtspositie misbruikt en niet
ingezet ten bate van het collectief, maar ter bescherming van een
criminele elite-groepering. Maar daar komt nog wat bij: van Demmink
staat vast –die conclusie verbindt de auteur althans aan deze
rapportage- dat hij zelf kinderen misbruikt. Van de Paus is zulks nooit
vastgesteld.