De
grote christelijke kerken geloven in God, die Vader is, die Zoon is en
die Heilige Geest is. God heeft zo drie namen en is toch één God. Deze
drie namen staan voor drie zelfstandige personen of persoonlijkheden en
toch blijft God één. De Vader is God, de Zoon is God en de Heilige Geest
is God. Dit mysterie van het geloof dat God één is, maar in zichzelf
drie personen is, noemen we het mysterie van de heilige Drie-eenheid,
ook wel Drievuldigheid genoemd. Dit geloof is zo oud als de Kerk, maar
is niet meteen zo onder woorden gebracht.
Het
begint bij de verrijzenis van Christus. Als Jezus aan de apostel Thomas
verschijnt, antwoordt de apostel Thomas met de woorden: "Mijn Heer en
mijn God (Johannes 20, 28).
God werd door de Joden heel vaak 'Heer' genoemd. Ook Jezus werd 'Heer'
genoemd. Nu koppelt Thomas deze twee aan elkaar. Hij noemt Jezus "Mijn
Heer en mijn God". Jezus is net zozeer God als zijn hemelse Vader God
is.
De Geest van God zien we al in het scheppingsverhaal (Genesis 1,1-2).
De Geest is er dus al voordat God met de schepping begint. Maar voor de
schepping was er nog niets, alleen God bestond. De bijbel spreekt hier
dus over de eigen Geest van God. Gods Geest werkt door de profeten en
wanneer de Heilige Geest in de Kerk wonderen bewerkt, ervaren de
leerlingen dat God Zelf door zijn Geest met hen meewerkt. De Heilige
Geest is helemaal de Geest van de Vader en van de Zoon. De Heilige Geest
wordt ook Kracht van de Allerhoogste genoemd door de engel Gabriël als
hij aan Maria de geboorte van Jezus aankondigt. Later zal Jezus nog
zeggen: "God is Geest" (Johannes 4, 24).
In
de liturgie van de eerste Christenen wordt de Heilige Drie-eenheid
voortdurend genoemd door de Drie steeds samen te noemen. Zo bestond het
woord drie-eenheid nog niet, maar geloofden de Christenen wel zo in God.
Dat zien we bij het Doopsel. Volgens het evangelie van Mattheus waren
de laatste woorden die Christus vóór zijn hemelvaart tot zijn apostelen
sprak:
"Ga dus en maak alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19).
Dit
geloof staat in de eerste eeuwen als een huis. Pas als er mensen
opstaan die om allerlei politieke en ideologische belangen twijfel
zaaien over de vraag of Jezus God is en of de heilige Geest God is,
komen de kerkelijke leiders bij elkaar om dit eens en voor al vast te
leggen. Een belangrijke naam daarin is die van bisschop Athanasius. Hij
stelde dat de Zoon geheel gelijkwaardig was aan de Vader. In de
uitspraken van het Concilie van Nicea (325) werd die gelijkwaardigheid
vastgelegd. Op het Concilie van Constantinopel I in 381 werd de Heilige
Geest aan deze goddelijke gelijkwaardigheid toegevoegd. Definitief werd
de leer van de Drie-eenheid vastgesteld op het Concilie van Chalcedon in
het jaar 451.
Mysterie
De
Kerk heeft er dus lang over gedaan om dit geloofspunt goed onder
woorden te brengen en vast te leggen en vast te houden. Het is een echt
geloofspunt omdat het niet iets is dat je beredeneert. Het is niet
bedacht, het is niet een slimme constructie, het is een inzicht van het
geloof dat God één is, maar ook drie. Dat inzicht is groter dan ons
verstand, zoals ook God zelf te groot is voor ons verstand. Maar er over
nadenken levert ons wel heel verrijkende inzichten.
Andere religies
Jodendom
Het
Christendom is voortgekomen uit het Jodendom. Jezus van Nazareth werd
door zijn leerlingen erkend als de Messias. Messias betekent in het
Nederlands 'Gezalfde'. In het Grieks is dit 'Χριστός'. In het Latijn
'Christus'. De Joden geloven in één God, die Schepper en Heer is. Gods
Naam wordt met vier letters geschreven: JHWH (Hebreeuws יהוה). Uit
eerbied wordt die naam doorgaans niet uitgesproken, dan zegt men
eenvoudig 'God' of 'Heer'.
Een
deel van de Joodse bevolking erkende Jezus na zijn verrijzenis als de
Messias, zij behoorden bij het Joodse deel van de Christenen in de
eerste eeuwen. Een ander deel van het Joodse Volk erkende Jezus niet als
Messias. Zij hebben daarom Jezus ook niet als Zoon van God erkend. Zo
is het nog steeds. het Jodendom kent dan ook geen begrip als
Drie-eenheid. Kort gezegd: God is één, God is geestelijk, God kan geen
zoon hebben.
Islam
De
Islam is ontstaan op de prediking van Mohammed (570-632). Traditioneel
wordt gesteld dat het heilige boek van de Islam, de Koran, door de engel
Gabriel aan Mohammed is gedicteerd. Andere tradities en historische
studies maken het zeer waarschijnlijk dat de teksten pas na de dood van
Mohammed zijn verzameld en opgeschreven. In de Koran komen veel
fragmenten terug uit zowel de Joodse Torah als uit het Evangelie. Ook
zijn er teksten die uit andere christelijke tradities zijn overgenomen.
De Koran neemt het Joodse Godsbegrip over en wijst het idee van Gods
Drie-eenheid af. Er is vanaf het begin ook een verkeerd idee over de
Christelijke Drie-eenheid in de Koran geslopen, omdat daar wordt
gesproken over Allah, Jezus en Maria. In de Christelijke theologie heeft
Maria nooit bij de Drie-eenheid gehoord. Klaarblijkelijk is de
schrijver van deze verzen niet te rade gegaan bij een groot christelijk
theoloog maar bij christelijke stromingen of bij tegenstanders van het
christendom in die tijd, die een karikatuur van het christelijk geloof
gaven.
Boeddhisme
Trikaya
is Sanskriet voor drie lichamen. In het Mahayana-boeddhisme is dit een
centraal begrip. Het concept is al bekend in de eerste eeuw voor
Christus. Het begrip Trikaya lijkt enigszins op het begrip Drie-eenheid
in het christendom.
Hindoeïsme
Trimurti
is de benaming voor de drie belangrijkste aspecten van Ishvara of God
in het hindoeïsme. Ze wordt ook wel aangeduid als de hindoeïstische
Drie-eenheid. Ze wordt gevormd door Brahma, Vishnoe en Devo Maheshvara
(Shiva).
Egypte
In
de Egyptische mythologie was de godentriade erg populair. Verschillende
steden hadden een triade, zoals: Thebe, Elephantine, Heliopolis en Kom
Ombo. Dit is niet hetzelfde als het christelijke idee over de
Drie-eenheid, omdat het om drie goden ging die samen een bepaald soort
eenheid vormden.