Lees het volgende in deze link over VOC WIC NAZI Familie Geert Wilders
Daarin staat onder meer letterlijk het volgende geschreven over Geert Wilders en zijn Adellijke familie:
- Geert Wilders draait ongemakkelijk om zijn Indische afkomst heen. In
de biografie Veel gekker kan het niet worden (2008) van Arthur Blok en
Jonathan van Melle komt Wilders, gevraagd naar zijn Indische
achtergrond, met een onsamenhangend verhaal:
'Mijn moeders vader was majoor in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en hij is daar naartoe gezonden.
Mijn moeder is uit Nederlandse ouders geboren, maar zij heeft wel
enkele zussen, en een daarvan is getrouwd met een Indische man. Ik heb
zover ik weet en me herinner twee echte neven en een oom uit Indonesië. Mijn
moeder heeft destijds drie maanden in Nederlands-Indië gewoond en is
daarna naar Frankrijk gegaan, toen haar vader, mijn opa, weer terug
moest. Al zijn dochters zijn toen met aangetrouwde familie ook weer
mee teruggegaan, dus er is wel enige Indische invloed in mijn familie
zichtbaar. Bij de oudste zus van mijn moeder, die lang in
Nederlands-Indië heeft gewoond, gingen we wel eens in het weekend
kroepoek bakken.'
- Geert Wilders:
Ging het in de naoorlogse jaren nog om 'handhaving van de rijkseenheid'
(vasthouden aan Nederlands-Indië en later Nieuw-Guinea), ná de Indische
assimilatie in Nederland raakten vele conservatieve politici en
activisten van Nederlands-Indische komaf gefocust op de thema's
multiculturalisme en moslimimmigratie (zie kader). Zo was een van de
eerste bekende politici die zich opvallend tegendraads uitliet over het
vreemdelingenbeleid en de multiculturele samenleving VVD-prominent Frits
Bolkestein, die een Indische moeder had. Hij viel op omdat hij in zijn tijd de enige EU-commissaris was die zich fel keerde tegen eventueel EU-lidmaatschap van Turkije. Tevens
'torpedeerde' hij, zo meldde het KRO-programma Reporter, als
staatssecretaris voor Buitenlandse Handel de handelsrelaties met
Indonesië, iets waarvan hij ook al was beticht toen hij daar nog werkte
voor Shell. Onder Bolkesteins hoede zou Wilders in 1998 zijn entree
maken als VVD-Kamerlid, nadat hij als fractiemedewerker jarenlang
speeches voor Bolkestein had geschreven.
- Geert Wilders: IN HET NATIONAAL ARCHIEF, tussen de vele vergeelde stukken die bewaard zijn gebleven van het Commissariaat voor Indische Zaken – dat direct onder de minister van Koloniën viel –
bevindt zich een lijvig dossier, geheel gewijd aan Ording. Het dossier
is in 1935 afgesloten en vermoedelijk pas deze zomer voor het eerst weer
opengeslagen. Ording, een geboren Utrechter, was adjunct-inspecteur
voor het financieel toezicht op de regentschappen en stadsgemeenten in
de provincie Oost-Java. Het eerste half jaar van zijn verlofperiode, najaar 1933, had hij doorgebracht in Nice. Daarna
was hij neergestreken in het kerkdorp Grubbenvorst nabij Venlo, samen
met zijn uit een oude Indische familie afkomstige vrouw Johanna en hun
zeven kleine kinderen. Johan Ording had zich om economische redenen tijdelijk in het afgelegen Grubbenvorst gevestigd. Terwijl hij al in Nice zat, was hij in Soerabaja namelijk (opnieuw) failliet verklaard. Johan Ording werd
geboren in Drammen als zoon van rector Jørgen Fredrik Ording
(1832–1888) en zijn vrouw Marie Benedicte Wildhagen (1845–1913). Hij was
een broer van pedagoog en politicus Fredrik Ording , en een oom van
acteur Jørn Ording. In 1903 overleed hoogleraar theologie Fredrik
Petersen , en er waren problemen met het benoemen van een opvolger. In 1904 werd Johan Ording als
de enige gekwalificeerde kandidaat beschouwd, maar hij werd niet
benoemd. Bepaalde mensen vonden hem te liberaal, omdat hij geïnspireerd
was door Albrecht Ritschl. In 1905 werd er opnieuw geprobeerd een
opvolger voor Petersen te benoemen, en ditmaal waren er zes
buitenlandse academici opgeroepen om de kandidaten te beoordelen. Vijf
van hen steunden Ording, en de Faculteit Theologie vroeg om Ording te
benoemen, behalve professor Sigurd Odland , die het er niet mee eens
was. Het collegium (bestuur) van de universiteit stemde ermee in, en in januari 1906 nam de Raad van State het definitieve besluit om Ording te benoemen. Christoffer
Knudsen trad af als minister van Kerkelijke Zaken, Sigurd Odland trad
af als hoogleraar, en de meer conservatieve MF Noorse School voor
Theologie werd als reactie opgericht. (bron https://en.wikipedia.org/wiki/Johannes_Ording).
- Geert Wilders: In Grubbenvorst ontving Johan Ordingin het najaar 1934 onverwacht
een telegram met het bericht dat hij wegens ongeschiktheid voor de
dienst was ontslagen. Hij kreeg het advies zo snel mogelijk pensioen aan
te vragen. Dat pensioen werd almaar niet uitbetaald, waardoor hij in
grote geldnood kwam. Wederom ging hij failliet. Nog veel erger was dat
Ording en zijn gezin, naar later zou blijken, geen passage terug naar
Nederlands-Indië kregen vergoed, omdat hij in Nederland geboren was.
Zijn vrouw en kinderen waren echter wél allemaal op Java geboren. Voor
de zwangere Johanna, afkomstig uit de bekende en grote Indisch-joodse
familie Meijer en gewend aan een zwerm van bedienden om zich heen, moet
het eerste verblijf in Nederland vreselijk zijn geweest. De zorg
voor de kinderen (de oudste was dertien) zal op haar alleen zijn
neergekomen: een nieuwe ervaring in vreemde omstandigheden.
Waarschijnlijk kon zij het lokale dialect amper verstaan. De eerste
maanden ontving de gestrande familie nog een klein bedrag aan voorlopige
bijstand uit Indië, waarop wegens de schulden ook nog werd gekort. Twee
maanden na de bevalling van Johanna in januari 1935 hield deze bijstand
zonder berichtgeving op. Ording en zijn gezin raakten aan de bedelstaf
en werden daarnaast ook bedreigd met huisuitzetting. Hij schreef het
Nationaal Crisiscomité om steunverlening. Johan Ording slaagde erin in Nederland opnieuw carrière te maken, ditmaal in het militaire gevangeniswezen. In
de rang van majoor gaf hij leiding in het beruchte interneringsoord
voor collaborateurs Fort Honswijk, waar vandaan ook de deportatie van
honderden (Nederlandse) NSB'ers en SS'ers naar Nieuw-Guinea plaatsvond.
Fort Honswijk, oorspronkelijk Fort Willem II geheten,
is een fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NWH) en ligt op het
Eiland van Schalkwijk bij de buurtschap Honswijk in Tull en 't Waal
(gemeente Houten) aan de noordoever van de Lek.
Tweede Wereldoorlog
In 1935 is Fort Honswijk korte tijd gebruikt als concentratiekamp. Het was het eerste concentratiekamp van Nederland.
Het ontstond nadat Nederland begin januari 1935 met de Gestapo in
Berlijn had afgesproken inlichtingen uit te wisselen over communistische
activiteiten van bepaalde personen. Tijdens de mobilisatie van 1939/1940 waren er Nederlandse soldaten gevestigd. Op 14 mei 1940 werd
Fort Honswijk zonder slag of stoot ingenomen door het Duitse leger. Na
de Tweede Wereldoorlog hebben in Fort Honswijk NSB'ers en mogelijk de
Drie van Breda gevangen gezeten. In elk geval hebben Karl Peter Berg,
Joseph Kotalla, Joseph F Oberle en Berend Johan Westerveld er ruim een
jaar gevangen gezeten. Tot 2012 is het fort gebruikt door Defensie. In september 2016 werd
bekend dat de gemeente Houten het monumentale fort koopt voor 1 euro
van het Rijk. Voor de restauratie stelt de Provincie Utrecht een
subsidie van ongeveer 800.000 euro ter beschikking en de gemeente Houten
is bereid er maximaal een half miljoen euro in te steken. Op 19 april 2018 is
de restauratie van het poortgebouw afgerond. Het gebouw werd in 1878
gebouwd en is uniek voor Nederland. De meeste forten hebben een brug,
maar die ontbreekt hier vanwege de waterkerende functie van de
toegangsweg. Na de restauratie worden de kamers in het gebouw verhuurd
als kantoorruimte.
- Johan Ording gaf verder leiding aan de strafgevangenis Scheveningen en later aan die in Leeuwarden. Ondanks
zijn uiteindelijke rehabilitatie is het waarschijnlijk dat zijn wrange
verlofervaring bittere sporen heeft achtergelaten in zijn gezin. In
1961, twee jaar voordat hun kleinzoon Geert Wilders er geboren zou
worden, vestigden Johan Ording en zijn vrouw zich opnieuw in Venlo.
Volgens Wilders woonden zijn grootouders 'op een halve kilometer
afstand' bij hem vandaan en bezocht hij ze vaak. Ording zou in 1976
overlijden; zes jaar later – Geert Wilders was toen achttien – stierf
Johanna.
- Zowel Geert
Wilders' moeder als zijn grootmoeder en overgrootmoeder hadden zich dus
op Nederlandse bodem bevonden toen het doek viel voor Nederlands-Indië
en in december 1949 de – afgedwongen – soevereiniteitsoverdracht werd
ondertekend. Het oude zeer van de lange Tweede Wereldoorlog moest
worden opgeruimd en de postkoloniale herschikking van groepen en grenzen
kwam op gang: een proces dat behalve gerechtigheid ook veel koloniaal
geïnspireerd ressentiment met zich meebracht. Dat laatste vertaalde
zich onder meer in de Haags-Indische lobby's en de politieke en
ambtelijke carrières van 'Indische jongens' vanaf begin jaren vijftig.
- De vraag blijft: wat beweegt Geert Wilders? Uit
welke bron put hij zijn monomane gedrevenheid? Is er een context
denkbaar – ideologisch, historisch – waarin de figuur van Wilders
thuishoort? Ondanks de vele pogingen om de volksvertegenwoordiger politiek te plaatsen, blijft een bevredigende analyse uit. Wilders
is de laatste jaren omschreven als fascist, racist, populist,
'provinciaal', xenofoob, 'volbloed liberaal', rechts-extremist,
rechts-radicaal en als 'islamracist'. Hij gaat verder dan gewone
rechts-extremisten als Jean-Marie Le Pen en Filip Dewinter, stellen
sommige politicologen. Meindert Fennema (UvA) beweert dat Wilders'
voorstellen soms verontrustend ver over de grens van de rechtsstaat gaan
– typeringen die Wilders zelf afdoet met 'gezeur in de marge' en de
behoefte hem te demoniseren. Wilders noemt zichzelf sinds kort 'Dutch
freedom fighter'; daarvóór omschreef hij zichzelf graag als 'democraat
in hart en nieren'.
Het daarop volgende concentratiekamp voor de Joden was Westerbork, lees hieronder op Wikipedia
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kamp_Westerbork
Kamp Westerbork (Duits: Judendurchgangslager Westerbork) was tijdens de Tweede Wereldoorlog een doorgangskamp bij Hooghalen in de toenmalige gemeente Westerbork in Drenthe. Het kamp was een voorportaal waarvandaan ruim 102.000 in Nederland wonende Joden en 245 Roma per trein werden gedeporteerd naar concentratiekampen en vernietigingskampen in Duitsland, Polen en Tsjechië.
Ontstaan
Zie Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het kamp werd door de Nederlandse regering in 1939 gebouwd als Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork om reeds toegelaten Joodse vluchtelingen uit het Duitse Rijk te concentreren in afwachting van uitzetting. Ruim twee jaar na het begin van de Duitse bezetting, op 1 juli 1942, namen de nazi's het kamp over, waarna Westerbork functioneerde als doorgangskamp.
Organisatie
Kamp Westerbork kwam op 1 juli 1942 onder rechtstreeks nazibestuur. Het werd als Polizeiliches Durchgangslager Westerbork een doorgangskamp. Vanaf 1 juli tot 1 september 1942 was Erich Deppner Lagerkommandant. Vervolgens werden dat tot 9 oktober 1942 Josef Hugo Dischner en vervolgens enkele dagen Bohrmann. Vanaf 12 oktober 1942 tot 11 april 1945 was de SS'er Albert Konrad Gemmeker commandant van het kamp.
De voormalige directeur van het vluchtelingenkamp, de Nederlandse reservekapitein Jacques Schol, bleef na 1 juli 1942 nog werkzaam tot januari 1943, ondergeschikt aan de Duitse commandanten. De Duits-Joodse vluchteling Kurt Schlesinger, in februari 1942 door Schol aangesteld als Oberdienstleiter,
bleef ook onder de nazi's een belangrijke rol vervullen als leider van
de kamporganisatie die zo goed als volledig bestond uit Joodse gevangenen.
Deppner
en zijn opvolgers accepteerden een staf van Duitse Joden, met
Schlesinger aan het hoofd. Zodoende werden veel belangrijke posities in
de kamporganisatie bekleed door Duitse of Oostenrijkse Joden (de alte Lagerinsassen). Zij hadden privileges en functies bij onder andere de Ordedienst (OD) en de Fliegende Kolonne (samen
onder leiding van de uit Oostenrijk afkomstige Jood Arthur Pisk). Het
aantal Duitse SS'ers voor het gehele kamp bedroeg zodoende 20 tot 30
man.[5] Zij waren gelegerd in het nabijgelegen Kamp Hooghalen (Heidelager).
Inkomende transporten
Inkomende
transporten vonden plaats per trein vanuit verschillende stations in
Nederland. Joden moesten zich 'vrijwillig' melden op speciale data bij
verzamelplaatsen waaronder de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam en Loods 24 in Rotterdam.
Van daaruit werden ze meestal in de nacht naar stations vervoerd en met
gereserveerde personentreinen van de Nederlandse Spoorwegen naar
Westerbork getransporteerd. Daar aangekomen werd iedereen in de grote
zaal geregistreerd en ingeschreven in het bevolkingsregister van de
gemeente Westerbork.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden de Joodse werkkampen die
verspreid waren over heel Nederland beëindigd; de bewoners werden met
hun verwanten afgevoerd naar kamp Westerbork. Er arriveerden 10.000
mensen op één dag.
Leefomstandigheden
De
overgrote meerderheid van de gevangenen verbleef slechts enkele dagen
tot weken in het kamp, een relatief klein aantal verbleef er maanden tot
soms zelfs jaren. Zij die langere tijd in kamp Westerbork verbleven
leerden, na de eerste schok van arrestatie en deportatie naar Drenthe te
boven te zijn gekomen, het kamp kennen als een plek waar de
leefomstandigheden relatief goed waren. Mishandelingen en moord kwamen
er nauwelijks voor, gezinnen bleven bij elkaar, en over het algemeen was
er voldoende te eten. Daarnaast waren er vele voorzieningen aanwezig,
waaronder een winkel, speeltuin, scholen, een uitstekend ziekenhuis en
een theater waar kwalitatief goede shows op de planken werden gebracht.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kamp_Westerbork