Vertaal deze pagina naar:

MET DE HULP VAN DE "ALVADER" (GOD) VERPLICHT DE BELGISCHE KONING LEOPOLD III VANUIT DE HEMEL MR-PRESIDENT CHARLES MICHEL VAN DE EUROPESE RAAD OM "PER DIRECT" UITVOERING TE GEVEN AAN HET OP 25 JANUARI 1944 VOLTOOIDE TESTAMENT VAN KONING LEOPOLD III

03-11-2023

Wanneer MR-President Charles Michel van de Europese Unie de "Goddelijke Waarheid" over Prins Bernhard in de kwaliteitskrant De Standaard brengt, dan is het afgelopen met de oorlogen in Israël en Oekraïne en redt hij daarmee miljoenen mensenlevens!

***

MET DE HULP VAN DE "ALVADER" (GOD) VERPLICHT DE BELGISCHE KONING LEOPOLD III VANUIT DE HEMEL MR-PRESIDENT CHARLES MICHEL VAN DE "EUROPESE RAAD" OM "PER DIRECT" UITVOERING TE GEVEN AAN HET OP 25 JANUARI 1944 VOLTOOIDE TESTAMENT VAN KONING LEOPOLD III WAARTOE ALLE 27 LANDEN VAN DE "EUROPESE UNIE" EN ALLE 193 LANDEN VAN DE "VERENIGDE NATIES" OP GROND VAN HET OP 19 APRIL 1839 GESLOTEN "VERDRAG VAN LONDEN" GRONDWETTELIJK VERPLICHT ZIJN

***


Bericht voor onze vaste en nieuwe lezers:

Dit Goddelijke artikel zal in de loop van vandaag en de volgende dagen verfraaid worden, met betere afbeeldingen/foto's, voorzien worden van extra deeplinks en informatie wanneer dat nodig wordt geacht.


Geachte MR-President Charles Michel van de Europese Unie,

Heden na 17 dagen heeft u – zijnde als MR-President Charles Michel van de Europese Unie -- nog steeds niet gereageerd op ons hieronder ingelaste verzoekschrift d.d. 18 oktober 2023 (om 01:16 uur) aan hoofdredacteur Karel Verhoeven van De Standaard en MR-President Charles Michel van de Europese Unie, met de volgende aanhef:

Wanneer MR-President Charles Michel van de Europese Unie de "Goddelijke Waarheid" over Prins Bernhard in de kwaliteitskrant De Standaard brengt, dan is het afgelopen met de oorlogen in Israël en Oekraïne en redt hij daarmee miljoenen mensenlevens.

Lees dit artikel ↓

Voor de "Goddelijke Waarheid" over Prins Bernhard, lees, bekijk en beluister de volgende links en deeplinks:

In deze laatste link staat onder meer letterlijk het volgende te lezen:

De Poort naar Jezus Christus in de Romeinse Stad Tongeren

Jezus Christus opent precies op tijd De Poort van de Romeinse Stad Tongeren.

Deze poort is zeer smal. Er is namelijk maar een Soevereine Staat binnen de Verenigde Naties en zelfs het Vaticaanstad is niet Soeverein maar is juist uitgesloten van de wereld omdat het niet zit verbonden aan de Verenigde Naties.

De enige Soevereine Staat is de Unitaire Staat België, dank zij het op 25 Januari 1944 voltooide testament van Koning Leopold III

De huidige Belgische Koning Filip is een kleinkind van Koning Leopold III en zijn opvolger is zijn achterkleinkind Elisabeth van België, die vanaf 2013 Hertog is van Brabant als opvolger van Koning Leopold III, Koning Boudewijn en Koning Filip.

(Lees onder de 3 video's verder)

(video 1)

(video 2)

(video 3)

53 videoclips en footage met Koning Leopold llI van België

https://www.gettyimages.nl/video/koning-leopold-iii-van-belgi%C3%AB

Voltooid op 25 Januari 1944 

We zijn in het zesde oorlogsjaar aanbeland. Niets laat ons toe met zekerheid te stellen dat het staken van de vijandelijkheden in Europa of de bevrijding van ons grondgebied dichtbij zijn. Maar een zodanige wending van de gebeurtenissen, die een plotselinge wijziging van het bezettingsregime in België met zich zou brengen, is in de toekomst mogelijk. Op 29 mei 1940 werd ik, op bevel van de Führer Kanselier van het Reich, van Brugge naar het kasteel van Laken overgebracht. Dat werd mijn verplichte verblijfplaats, ondanks mijn uitdrukkelijke wens om het lot van mijn leger te delen. Het is niet uitgesloten dat de Duitse overheid mij om militaire of politieke redenen een nieuwe verblijfplaats oplegt en ditmaal buiten het koninkrijk.

Ik vind het belangrijk dat het land, in de misschien lange tussentijd tussen zijn bevrijding en mijn terugkeer uit gevangenschap, in die beslissende dagen niet verstoken zou blijven van adviezen van mijn kant over aangelegenheden van het allergrootste belang. 

Dat is de reden waarom ik hier, ten gerieve van hen die de macht tijdelijk zouden uitoefenen, mijn aanbevelingen op papier zet betreffende het te volgen beleid in het hoger belang van de natie. 

Om alle vooroordelen en twijfels weg te nemen, meen ik dat het nuttig is om vooraf kort uiteen te zetten welke mijn houding is geweest sedert mei 1940. 

1. Vooreerst heb ik op 25 mei geoordeeld - en ik ben inmiddels nooit van gedacht veranderd - dat het strijdig geweest ware met het belang van het land als ik met de ministers naar het buitenland zou zijn vertrokken. 

Het leger in de steek laten voordat de strijd beëindigd was, zou een militaire fout zijn geweest, want elke weerstand zou ogenblikkelijk zijn gestaakt. 

Vluchten op het moment dat de wapens werden neergelegd, leek mij een daad die strijdig was met de eer van een legeraanvoerder. 

Mijn aanwezigheid in het buitenland zonder militaire macht van betekenis, zou een louter symbolische waarde hebben gehad. Daartoe volstonden enkele ministers. 

Maar, eens het grondgebied zich in de macht van de aanvaller bevond, was het belangrijk dat het staatshoofd het land slechts verliet, weggevoerd door de overwinnaar. Zijn aanwezigheid was des te noodzakelijker omdat de eenheid van het land was bedreigd door ernstig plichtsverzuim dat plotseling aan het licht was gekomen en omdat als gevolg van een noodlottige verstandsverbijstering, de meeste gezagsdragers waren gevlucht en te veel overheden hun post hadden verlaten. 

Op een moment waarop de bondgenoten waren uitgeteld door een verschrikkelijk onheil en de vijand was opgewonden door militaire successen zonder voorgaande, was het door de tegenspoed van mijn leger en van mijn volk te delen dat ik de onverbrekelijke eenheid van het vorstenhuis en van de Staat bevestigde en dat ik de belangen van het vaderland behoedde, welke ook de afloop van de oorlog zou zijn. De militaire eer, de waardigheid van de kroon en het belang van het land wezen in de dezelfde richting en maakten het mij onmogelijk om samen met de regering België te verlaten. 

2. Ik heb het steeds als mijn opperste plicht beschouwd om met al mijn krachten bij te dragen tot het in stand houden van de nationale onafhankelijkheid. Net als al mijn voorgangers heb ik altijd de Grondwet nageleefd. In geen enkele omstandigheid heb ik overwogen om die te schenden. Ik neem een mogelijke herziening ervan slechts in overweging als het Belgische volk zijn wil daartoe vrij tot uitdrukking brengt. 

De geruchten die de bedoeling hadden daarover twijfel te zaaien, zijn uit de lucht gegrepen en al wie ze heeft verspreid, heeft het vorstenhuis belasterd en een misdaad tegen België gepleegd. Voor het overige heb ik me sedert 28 mei 1940 strikt gehouden aan mijn status van krijgsgevangene in handen van de vijand en heb ik geoordeeld dat het niet met de waardigheid van de kroon en met de belangen van het land strookte dat ik daar rechtstreeks of onrechtstreeks ooit van afweek. Die afzijdigheid op het politieke vlak belette niet dat ik op het humanitaire vlak tussenkwam ten voordele van personen, groepen of zelfs de hele bevolking. De genadeverzoeken, de vrijlating of op zijn minst de verlichting van het lot van onze krijgsgevangenen, de bevoorrading van de bevolking, daarvoor heb ik voortdurend aandacht gehad. Op dat vlak zijn mijn inspanningen gedeeltelijk met succes bekroond. Inzake de wegvoeringen en de financiële lasten stuitte ik spijtig genoeg op de weigering om terug te komen op de getroffen beslissingen. Men heeft mij vaak verweten dat ik tussenbeide was gekomen op het administratieve vlak. Ik verklaar dat ik helemaal niets te maken had noch met de keuze noch met het beleid van de secretarissen-generaal, wie ze ook waren. Wel eis ik het initiatief op van de oprichting van de O.T.A.D. Hiermee is dus voldoende licht geworpen op het verleden, laten we het nu hebben over de opdrachten voor de toekomst.

1. De verstandhouding tussen Vlamingen en Walen 

De verstandhouding tussen Vlamingen en Walen zal de belangrijkste taak van de regering zijn. Het voortbestaan van een onafhankelijk België zal daarvan afhangen. De historici zullen vaststellen dat België tussen 1914 en 1944 een vreselijke nationaliteitscrisis heeft meegemaakt. Na een lange periode van ongelijkheden en onmiskenbare onrechtvaardigheden heeft ons Vlaamse volk, trots op zijn schitterend verleden en bewust van zijn mogelijkheden in de toekomst, besloten een einde te maken aan de pesterijen van een egoïstische en bekrompen leidende minderheid die weigerde zijn taal te spreken en deel te nemen aan het volksleven. Het onbegrip van het parlement en de traagheid van de opeenvolgende regeringen om die rechtmatige verzuchtingen te voldoen, hebben de eisers verbitterd. Sommigen zijn ertoe gekomen om zich te willen afscheiden van de Walen en om België te vervloeken. Dit lokte een Waalse reactie uit en het zou gevaarlijk zijn de draagwijdte ervan te onderschatten. Onder het voorwendsel van cultuur en van taal, hebben extremisten, al dan niet onder de bescherming van de bezetter, bewust gewerkt aan de vernietiging van de Belgische Staat – we hebben dat gezien en gehoord. Anderzijds is onze publieke opinie – die slecht is voorgelicht en te gevoelig is voor de sentimentele verleidingen uit het buitenland – sedert 30 jaar geneigd om te geloven dat haar veiligheid in de eerste plaats afhangt van de gevoelens van genegenheid van het buitenland. Ze schijnt te vergeten dat het behoud van de nationale onafhankelijkheid voortvloeit uit en altijd en vooral zal voortvloeien uit de geografische ligging van het land, zijn natuurlijke rijkdommen, de werklust van zijn inwoners en hun wil om vrij te blijven. De verkondiging van dit historisch vast gegeven moet het postulaat vormen dat elke internationale samenwerking voorafgaat en die laatste kan alleen worden opgevat op basis van een billijke wederkerigheid. Omdat ze dezelfde belangen hadden, hebben Vlaanderen en Wallonië sedert heel lang een gemeenschappelijke lotsbestemming gehad en hebben ze een eenheid gevormd die ontembaar aan alle annexatiepogingen het hoofd heeft geboden. Nooit heeft hun eenheid een crisis beleefd die ook maar bij benadering zo erg was als die van de huidige generatie. Ik hoop dat de hevigheid van de beroering die we nu beleven de ogen van de brave burgers heeft geopend voor sommige aspecten van de werkelijkheid waarvoor ze te weinig belangstelling hadden betoond. Ik hoop dat dit bij Vlamingen en Walen de wil zal hebben aangewakkerd om zich in een nieuw België opnieuw rond de nationale driekleur te scharen en dat zij, verenigd op volstrekt gelijke voet, België met eenzelfde liefde en ijver zullen dienen. Ik reken op het doorzicht van het Brusselse gemeentebestuur opdat de hoofdstad van het koninkrijk eindelijk zijn rol van taalkundig bindteken en bicultureel uitstralingscentrum zou spelen die het nationaal fatsoen hem voorschrijft.

2. De sociale reorganisatie

Deze wereldoorlog is de geboorte van een nieuwe wereld. Goedschiks of kwaadschiks ontwikkelt zich, in de staten die zich beroepen op tradities van vrijheid en individualisme net als in de staten die hebben gekozen voor een autoritair regime, een economische, organieke en sociale revolutie zonder weerga die wezenlijk dezelfde is – zij het dat ze gebeurt onder verschillende vlaggen en door gebruik van uiteenlopende middelen. Ook al kan men noch het kader noch het eindpunt van die verandering bepalen, toch heeft men het recht te verklaren dat een onomkeerbare stroom alle samenlevingsvormen naar een volkomen nieuwe toekomst meevoert. Het komt erop aan zich niet uit te sloven om in duigen vallende normen te handhaven. Men moet zich vastberaden aan de onvermijdelijke ontwikkeling aanpassen en België de economische en sociale onderbouw bezorgen die het de nodige sterkte en doelmatigheid geeft opdat het zijn bevolking een waardige en bevredigende levensstandaard kan verschaffen. Die bevolking leeft bijeengepakt op een klein grondgebied en wordt bedreigd door een buitenlandse concurrentie die scherper en oneindig machtiger is dan weleer. Het individualisme en het economisch liberalisme waarvoor de negentiende eeuw de gouden tijd was, zullen willens en wetens plaats ruimen voor een systeem dat meer gelijkheid nastreeft. Het zal de leiders toekomen erover te waken dat onze toekomstige sociale organisatie zal zijn doordrongen van en meer in overeenstemming zal zijn met de christelijke naastenliefde en de menselijke waardigheid. Mijn rol van grondwettelijke vorst draagt me de taak niet op om een programma van verwezenlijkingen op te stellen noch om te kiezen voor of tegen een of andere leerstelling, maar ik zou in mijn opdracht tekortschieten als ik hier niet enkele beginselen ter overweging meegaf die alleen de uitdrukking zijn van de billijkheid. Ik beschouw ruime sociale hervormingen als dringend, want de schandalige tegenstelling tussen de armoede waarmee de oorlog tot tweemaal toe de enen heeft overladen en de buitensporige winsten die de anderen zich hebben toegeëigend, stelt de onrechtvaardigheid in het licht van een egoïstisch en kwaadaardig regime, waaraan een einde moet komen. Zodra het land is bevrijd, zullen de regeringen de plicht hebben het recht op arbeid en de plicht daartoe te bevestigen. Door de vaststelling van rechtvaardige lonen en de uitbreiding van de verplichte verzekeringen, moeten ze de arbeiders de waardigheid en de veiligheid bezorgen die zij in het verleden al te vaak hebben moeten ontberen. De paritaire verbondenheid van de werkgevers- en werknemersorganisaties in beroepsgroeperingen, alsook een nauwgezette en billijke herschikking tussen arbeid en kapitaal zullen het mogelijk maken in de schoot van de ondernemingen de voorwaarden voor een gezonde samenwerking te vestigen. Door in de wereld van de arbeid een sfeer van stabiliteit en welzijn te scheppen, zal deze vooruitgang een geest van sociale solidariteit doen waaien die voor het land van even wezenlijk belang zal zijn als de verstandhouding en de gelijkheid tussen Vlamingen en Walen. Op het hogere niveau komt het de staat toe het algemeen belang te vertolken, de harmonische werking van het geheel van de grote beroepsgroepen te coördineren en de organisatie van de arbeid en van de sociale verhoudingen te controleren. Het komt de Staat ook toe de economische ontwikkeling in een richting te leiden die meer is aangepast aan de natuurlijke rijkdommen van onze bodem en aan de mogelijkheden en de levensbehoeften van onze bevolking. Het is van belang een beter evenwicht tot stand te brengen tussen de verschillende takken van de economische bedrijvigheid van het land door de landbouw die zo belangrijk is voor ons onafhankelijk bestaan, de plaats te geven die haar toekomt. Het is ten slotte aangewezen een billijkere verdeling van de verbruiksgoederen te verzekeren. Arbeidsplicht, recht op arbeid en bescherming van de arbeid – herstel van de beroepseer en de beroepsbekwaamheid – nationale samenwerking en solidariteit – verstandige organisatie van de economie, ordelijke productie en consumptie – ziedaar de grondslagen van de onmiddellijke vernieuwing die een betere toekomst moet voorbereiden. Ik reken erop dat de gezagsdragers die weg zullen inslaan en elke andere overweging dan het belang van het land en de sociale rechtvaardigheid opzij zullen schuiven. Als ze dit zouden verzuimen, zou België tijden van gevaarlijke politieke onrust tegemoet gaan.

3. De politieke hervormingen 

Zullen de wijzigingen aan de economische en sociale structuren een hervorming van de politieke instellingen teweegbrengen? Dat lijkt onvermijdelijk. De gebreken van de oude manier van regeren en de ongehoorde incidenten die er in 1940 het sluitstuk van waren, hebben de ogen geopend van de meest behoudsgezinde kringen. Het land zal niet aanvaarden dat men zonder meer naar deze vooroorlogse dwalingen terugkeert. Het wenst dat de macht wordt uitgeoefend door onkreukbare en bekwame mensen, die ermee ophouden het algemeen belang in te vullen op de maat van de partijbelangen. Het wenst dat die mensen de nodige macht krijgen om met gezag en continuïteit de belangrijkste en dringende problemen op te lossen. Een Raad van State had al lang moeten zijn opgericht. Koning Albert had de oprichting ervan al aanbevolen. Het land heeft nood aan wetten en verordeningen die behoorlijk zijn opgesteld. De burgers hebben het recht te worden beschermd tegen de mogelijke willekeur van een regering waarvan de machten uitgebreider zullen zijn. De ministeriële verantwoordelijkheid moet ophouden een abstract beginsel te zijn dat nergens in een wetboek is vastgelegd. Ze moet een juridisch werkbaar begrip worden dat het mogelijk maakt de ministers te treffen wier zware fouten de belangen van de Staat hebben geschaad. In welke mate en op welke wijze is het nodig het politiek statuut van het koninkrijk een nieuwe inhoud te geven? Het komt het Belgische volk toe daarover te beslissen: zodra de omstandigheden het mogelijk maken, kan het zich daarover vrij uitspreken. 

4. De hervorming van de opvoeding 

Ik pleit ervoor bijzondere aandacht te besteden aan de jeugd, die het lot van het België van morgen in handen houdt. Indien het land in 1940 zijn geloof in zijn lotsbestemming tijdelijk heeft verloren, dan is dat te wijten aan het feit dat onze kinderen onvoldoende tot burgerzin worden opgevoed, wat een schuldig verzuim is. De toekomst van de natie vereist dat onze jeugd fysiek sterk is, doordrongen van edele verzuchtingen en grootmoedige idealen, gedreven door persoonlijke fierheid en sociale solidariteit, in hart en nieren en vastberaden patriottisch. Op dat vlak staan we nog bijna nergens. 

5. De militaire reorganisatie

 Het einde van de vijandelijkheden zou een gezagscrisis kunnen veroorzaken die weleens de vorm van geweldplegingen kan aannemen. Bij gebrek aan een gewapende macht – die op een wettelijke basis is gevormd en bestaat uit manschappen wier vanderlandsliefde buiten kijf staat en die zijn gespeend van elke partijdige passie – zou het moeilijk zijn om die te beteugelen. Om redenen van orde en rust in het binnenland en aanzien in het buitenland, beveel ik aan zo spoedig mogelijk weer een Belgisch leger op de been te brengen, bestaande uit sterke beroepsmilitairen, aangevuld met vrijwilligers, bij voorkeur mannen die in het vuur van de strijd hebben gestaan. Met het oog daarop zullen we de onmiddellijke repatriëring moeten eisen van onze officieren en soldaten die in Duitsland gevangen zijn en van al wie zich nog in het buitenland bevindt.

6. De ordehandhaving en de sancties 

Men moet vrezen dat het einde van de vijandelijkheden gepaard zal gaan met de ontketening van een publieke vergelding en het uitvechten van talrijke persoonlijke en groepsvetes. De voorlopige machthebbers zullen de uitingen van de publieke opinie binnen de legale perken moeten houden. Ze zullen evenwel ook de sancties moeten vorderen en toepassen in hoofde van de verantwoordelijken van aanslagen tegen de verdediging en de eenheid van het land. De daders van deze misdaden tegen de natie hebben hun verraad voldoende van de daken geschreeuwd, ja zelfs gevierd, opdat de noodzakelijke repressie alleen de werkelijke en grote schuldigen zou treffen. Het past dat de straffen zonder uitstel worden uitgesproken en uitgevoerd, maar volgens de normale rechtspleging. 

7. De noodzakelijke genoegdoening 

Er is geen enkele patriot die sommige toespraken is vergeten die ten overstaan van de hele wereld werden uitgesproken en waarin Belgische ministers zich hebben veroorloofd, in uitzonderlijke hachelijke omstandigheden, toen de vrijwaring van de nationale waardigheid gebood een uiterste voorzichtigheid aan de dag te leggen, ondoordacht de meest ernstige beschuldigingen te uiten ten overstaan van de houding van ons leger en het optreden van de legeraanvoerder. Die beschuldigingen die in een eigenzinnige verblindheid de eer van onze soldaten en van hun opperbevelhebber besmeurden, hebben België een onberekenbare en moeilijk te herstellen schade toegebracht. Men zou vergeefs in de geschiedenis een ander voorbeeld zoeken van een regering die haar vorst en de nationale vlag op zo'n manier en zo ongegrond met schande heeft overladen. Het aanzien van de kroon en de eer van het land verzetten zich ertegen dat degenen die de redevoeringen hebben gehouden nog enig gezag uitoefenen in het bevrijde België zolang ze hun beslissing niet zullen hebben betreurd en plechtig en volledige genoegdoening zullen hebben gegeven. De natie zou noch begrijpen noch ermee instemmen dat het vorstenhuis in de uitoefening van zijn taak mensen zou betrekken die datzelfde huis een belediging hebben aangedaan waarvan de wereld met ontsteltenis kennis nam. 

8. De buitenlandse en koloniale politiek 

Inzake het internationale statuut eis ik in naam van de grondwet dat België in zijn volledige onafhankelijkheid zou worden hersteld en dat het geen verbintenissen of akkoorden met andere staten zou aanvaarden, van welke aard ook, dan in volledige soevereiniteit en mits de noodzakelijke tegenprestaties. Ik houd er ook aan dat geen afbreuk wordt gedaan aan de banden tussen de kolonie en het moederland.

Ik herinner er bovendien aan dat volgens de grondwet een verdrag geen enkele waarde heeft indien het niet de koninklijke handtekening draagt. 

Leopold,
Koning der Belgen,
gevangene in het kasteel van Laken

De enige tekst die Hubert Pierlot (Katholiek Verbond van België) uit het "politiek testament" van koning Leopold III heeft voorgelezen aan de ministerraad en aan het Belgische publiek ter kennis heeft gebracht is hoofdstuk 7, waarin letterlijk het volgende staat geschreven:

7. De noodzakelijke genoegdoening 

Er is geen enkele patriot die sommige toespraken is vergeten die ten overstaan van de hele wereld werden uitgesproken en waarin Belgische ministers zich hebben veroorloofd, in uitzonderlijke hachelijke omstandigheden, toen de vrijwaring van de nationale waardigheid gebood een uiterste voorzichtigheid aan de dag te leggen, ondoordacht de meest ernstige beschuldigingen te uiten ten overstaan van de houding van ons leger en het optreden van de legeraanvoerder. Die beschuldigingen die in een eigenzinnige verblindheid de eer van onze soldaten en van hun opperbevelhebber besmeurden, hebben België een onberekenbare en moeilijk te herstellen schade toegebracht. Men zou vergeefs in de geschiedenis een ander voorbeeld zoeken van een regering die haar vorst en de nationale vlag op zo'n manier en zo ongegrond met schande heeft overladen. Het aanzien van de kroon en de eer van het land verzetten zich ertegen dat degenen die de redevoeringen hebben gehouden nog enig gezag uitoefenen in het bevrijde België zolang ze hun beslissing niet zullen hebben betreurd en plechtig en volledige genoegdoening zullen hebben gegeven. De natie zou noch begrijpen noch ermee instemmen dat het vorstenhuis in de uitoefening van zijn taak mensen zou betrekken die datzelfde huis een belediging hebben aangedaan waarvan de wereld met ontsteltenis kennis nam.

Op deze wijze hebben Premier Hubert Pierlot (Katholiek Verbond van België) (zie foto) samen met minister Paul Henri Spaak (Socialisten) (zie foto) de ministerraad en het Belgische publiek bewust onjuist geïnformeerd over de inhoud van het Testament van Koning Leopold III met als doel hem bewust in een verkeerd daglicht te stellen en hem daarop via Duitsland te kunnen verbannen naar Pregny in Zwitserland waarmee de Belgische Grondwet buiten werking is gesteld, zonder de Belgische inwoners daarover te hebben geïnformeerd.

Paul Henri Spaak (zie foto) groeide op in een politiek actieve familie. Zijn grootvader Paul Janson was een voorstaand lid van de Liberale Partij, net als zijn oom langs moederkant Paul-Emile Janson, die van 1937 tot 1938 korte tijd premier van België was. Zijn moeder Marie Janson daartegen was politiek actief voor de socialistische BWP en werd in 1921 de eerste vrouwelijke senator in de Belgische geschiedenis. Zijn vader Paul Spaak was dan weer actief als advocaat en schrijver.

Ook zijn dochter Antoinette Spaak werd politiek actief en werd na zijn dood politica en parlementslid voor het FDF. Zijn zoon Fernand Spaak was diplomaat en ambtenaar. Het is dus Paul Henri Spaak (Socialisten) die de Liberale Partij mee in deze "Staatsgreep" heeft getrokken. Étienne Davignon (zie foto) werd geboren in een diplomatenfamilie. Zijn vader was diplomaat burggraaf Jacques Davignon (1887-1965), die koning Leopold III begeleidde naar het Arendnest in Berchtesgaden voor zijn onderhoud met Adolf Hitler, en zijn moeder was Jacqueline de Liedekerke (1896-1965), hofdame van koningin Elisabeth. Hij is een kleinzoon van volksvertegen-woordiger, senator en minister Julien Davignon, in 1916 voor bewezen diensten in de adelstand verheven. Via zijn schoonbroer Pol-Gustave Boël is Etienne Davignon verwant met de familie Boël.

Étienne Davignon huwde in 1959 met Frances de Cumont (1936). Ze hebben drie kinderen. Later was hij de levenspartner van politica Antoinette Spaak (zie foto) de eerste vrouwelijke partijvoorzitter in België.https://nl.wikipedia.org/wiki/Étienne_Davignon Ze ontmoetten elkaar toen hij als kabinetschef voor haar vader, politicus Paul-Henri Spaak, werkte.

Etienne Davignon wordt gezien als mentor en raadgever van prins Laurent. Hij was in 2004 getuige bij de geboorte van prins Nicolas en prins Aymeric, de jongste kinderen van de prins, en in 2008 herstructureerde hij de verschillende stichtingen en vennootschappen van prins Laurent. De vastgoedactiviteiten van de prins werden ondergebracht in de stichting GRECT, waarvan Davignon van 2006 tot 2018 bestuurder was.

Antoinette Spaak (zie foto) zette na het overlijden van haar vader Paul-Henri Spaak haar eerste stap in de politiek via de politieke partij FDF. Ze zetelde van 1974 tot 1994 voor het FDF als Kamerlid voor het arrondissement Brussel en kwam zo ook in de Cultuurraad voor de Franse Cultuurgemeenschap en zijn opvolger de Raad van de Franse Gemeenschap terecht. Ze was van 1977 tot 1982 voorzitster van de FDF - de eerste vrouwelijke Belgische partijvoorzitter ooit. Van 1979 tot 1984 en van 1994 tot 1999 was ze eveneens Europarlementariër. In 1983 benoemde koning Boudewijn haar tot Minister van Staat.

Tussen 1988 en 1992 was ze voorzitter van de Raad van de Franse Gemeenschap, van 1989 tot 1991 zetelde ze ook in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. In de jaren negentig zette ze zich samen met Louis Michel (zie foto) en Jean Gol in voor de vereniging van de PRL met de FDF in het kader van een te vormen federatie met de MCC; deze federatie werd de MR. Louis Michel behaalde een diploma van regent in Germaanse Talen en werd beroepshalve leraar Engels, Duits en Nederlands aan het CEPES in Geldenaken. De familie Michel komt uit Hoegaarden, waar die als de 'Sellekes' gekend is. Louis Michel "ging naar school in Hoegaarden, waar hij tot 1955 woonde, en spreekt ook nog perfect het Hoegaards dialect". Hij werd politiek actief voor de toenmalige PLP en was van 1967 tot 1977 voorzitter van de Jonge Liberalen-afdeling van het arrondissement Nijvel. In 1976 werd hij voor de partij verkozen tot gemeenteraadslid van Geldenaken, waar hij van 1977 tot 1982 schepen en van 1983 tot 2004 burgemeester was. In december 1978 werd hij voor de PRL verkozen tot lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers in het arrondissement Nijvel en bleef deze functie uitoefenen tot in 1999. Door het toen bestaande dubbelmandaat zetelde hij van 1978 tot 1980 ook in de Franse Cultuurraad en van 1980 tot 1995 in de Waalse Gewestraad en de Raad van de Franse Gemeenschap. Van 1992 tot 1995 was hij de voorzitter van de PRL-fractie in de Kamer.

Van 1980 tot 1982 was Michel secretaris-generaal van de PRL. In december 1981 werd hij op 34-jarige leeftijd interim-voorzitter van de partij, nadat de vorige voorzitter, Jean Gol, was toegetreden tot de regering-Martens V. Een maand later, in januari 1982, werd Michel officieel verkozen tot voorzitter van de PRL. Hij bleef deze functie uitoefenen tot begin 1990. Na het plotse overlijden van Jean Gol in september 1995 werd Michel opnieuw partijvoorzitter van de PRL en bleef dit tot in 1999. Tijdens zijn tweede periode als partijvoorzitter was hij verantwoordelijk voor de vorming van het kartel PRL-FDF-MCC, dat in 2002 zou opgaan in de Mouvement Réformateur (MR).

Het kartel PRL-FDF-MCC kende bij de verkiezingen van 1999 een grote overwinning. Bij deze verkiezingen werd Louis Michel (zie foto) verkozen in de Senaat, waar hij tot in 2004 bleef zetelen. Na de verkiezingen werd hij in juni 1999 aangeduid tot informateur, waarna hij in juli 1999 als vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel toetrad tot de Regering-Verhofstadt I (zie foto). Toen in 2003 de Regering-Verhofstadt II (zie foto) gevormd werd, bleef hij deze functies behouden.

Na de regionale verkiezingen van 2004, waarbij de MR een nederlaag leed, werd Louis Michel in juli 2004 aangeduid tot Eurocommissaris als opvolger van Philippe Busquin. Hij verliet hierdoor de regering en eveneens de Belgische politiek. Hij bleef Eurocommissaris tot in juli 2009 en had de bevoegdheden Ontwikkeling en Internationale Hulp.

In juli 2009 werd Louis Michel lid van het Europees Parlement. In deze functie houdt hij zich voornamelijk bezig met fundamentele vrijheden en zaken in verband met Afrika. In mei 2014 werd hij herkozen als Europarlementslid. Bij de verkiezingen van 2019 was hij geen kandidaat meer.

In december 2009 greep hij naast de post van voorzitter van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. In 2010 verdedigde Michel koning Leopold II (zie foto) in verband met de diens positie ten aanzien van de Onafhankelijke Congostaat. Hij noemde Leopold "een held met ambitie voor een klein landje als België".

In november 2013 ontstond er een discussie over 229 amendementen ter afzwakking van de voorstellen voor een privacywet in de EU. Achteraf bleek dat zijn parlementair medewerker die had ingediend terwijl Michel zich in Afrika bevond. Louis Michel is vader van MR-politici Charles en Mathieu Michel (zie foto)


Charles Michel (zie foto) is een Belgisch politicus voor de partij Mouvement Réformateur (MR). Van 11 oktober 2014 tot 27 oktober 2019 was hij premier van België in de regeringen Michel I en Michel II. Op 2 juli 2019 werd hij verkozen als voorzitter van de Europese Raad, in opvolging van Donald Tusk (Polen) een functie die hij sinds 1 december 2019 uitoefent.

Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het Poolse verzet, dat door historici tot de grootste en best georganiseerde verzetsbewegingen in de Tweede Wereldoorlog wordt gerekend, bestond globaal uit vier groepen: de veruit grootste was de Armia Krajowa (Binnenlandse Leger, AK) die gestuurd werd door de Poolse regering in ballingschap in Londen (samen met Nederland en België zonder haar koning Leopold III) onder aansturing van Winston Churchill (zie foto). De communistische Volkswacht (Gwardia Ludowa, GL) en het latere Volksleger Armia Lowa, AL waren beduidend kleiner en gelieerd aan Moskou. De Nationale Strijdkrachten, Narodowe Siłe Zbrojne en NSZ, waren nationalistische verzetsbewegingen die later ook tegen eenheden van de Armia Ludowa vochten. Ten slotte zijn er nog de Boerenbataljons (Bataliony Chlopskie, BCh), die een partizanenstrijd op het platteland voerden en eveneens gestuurd werden vanuit Londen. Daarnaast waren er nog tientallen kleinere organisaties die min of meer zelfstandig opereerden. In 1944 werden alle verzetsorganisaties, met uitzondering van een deel van de AL en NSZ, samengevoegd in een centrale organisatie onder leiding van de AK met het oog op de landelijke opstand tegen de bezetter. Het verzet speelde een belangrijke rol in het ondergrondse leven: er werden geheime middelbare scholen, universiteiten en theaters gesticht, collaborateurs en uitzonderlijk sadistische nazi's werden in ondergrondse rechtbanken berecht en zo mogelijk terechtgesteld, propaganda- en sabotageacties werden uitgevoerd en met name het inlichtingen-netwerk was zeer effectief. Zo liet in 1940 een Poolse verzetsman, Witold Pilecki, zich vrijwillig gevangennemen en naar Auschwitz sturen om te onderzoeken wat daar gebeurde en om het verzet in het kamp te organiseren. Na zichzelf in 1943 te hebben bevrijd, werden zijn rapporten en die van anderen, zoals Jan Karski die zich in 1942 in het Getto van Warschau begaf om ooggetuige te zijn, naar de geallieerden in Londen en Washington verstuurd. Deze verslagen waren de eerste directe ooggetuigenverslagen van de Holocaust. Ook het onderscheppen, ontmantelen en verzenden naar Engeland van het werkende deel van een V2 raket in 1944 en de hulp bij het breken van de Enigmacode (Zie: Biuro Szyfrów) kunnen op het conto van de Polen worden geschreven. Klein verzet was ook van (moreel) belang; de Duitsers voerden een grote mate van segregatie in, in trams, restaurants of parken stond vaak Nur für Deutsche; het verzet schilderde vervolgens deze spreuk op begraafplaatsen. Hoofddoel van het verzet was echter het toewerken naar een algehele opstand tegen de bezetter, waarvan de Opstand van Warschau het belangrijkste element zou vormen met alle tragische gevolgen van dien.

Voorafgaande aan het op 25 Januari 1944 voltooide politieke testament van Koning Leopold III

Op 24 mei 1936 nam de naam Vlaams Nationaal Blok (VNV) voor het eerst deel aan de verkiezingen. Het succes bleef niet uit: het VNV haalde zestien zetels binnen. Ook Rex haalde 21 kamerzetels binnen (naast twaalf zetels in de Senaat).

Op 6 oktober 1936 sluit het Vlaams Nationaal Blok met REX-Vlaanderen een akkoord waarin beide partijen ijveren voor een gefederaliseerd België onder de troon van Leopold III.

In 1937 slaagde het VNV erin, mede door tussenkomst van de bekende Orangist en Groot-Nederland promotor Pieter Geyl en Carel Gerretson die de intriges binnen de Vlaamse Beweging van dat moment niet doorgronden, de Frontpartij, een sociaal-Vlaamsgezinde partij, in te lijven. Herman Vos, boegbeeld van de Frontpartij, stapte daarop over naar de BWP (Socialisten), de partij van Paul Henri Spaak.

Begin 1939: De affaire-Martens leidde begin 1939 tot de val van de regering Spaak I (Katholieke Partij, Liberalen, Socialisten).'Voor het eerst valt een Belgische regering om een uitsluitend Vlaams motief!'. Na een mislukte poging van Hubert Pierlot om een nieuwe regering te vormen werden op 6 maart 1939 de Kamers ontbonden. Het politieke bestel zat muurvast. De communautaire tegenstellingen waren zeker niet de enige oorzaak, maar ze beheersten toen wel de binnenlandse politiek. De affaire-Martens werd door nogal wat commentatoren aangevoerd als een bewijs van de verloedering van het politieke bestel.

Op 6 maart 1939: Koning Leopold III schreef op 6 maart 1939 een scherpe brief aan Hubert Pierlot. Hij had het daarin over de 'politieke dwalingen' en de verloedering van de wettelijke instellingen door de drijverijen van de partijen die hij 'organen zonder wettelijk mandaat' noemde.

In 1939 heeft Georges Janssen, Gouverneur van de Nationale Bank, een gedeelte van haar goudincasso, voor een bedrag van méér dan 6 miljard frank, naar Frankrijk overgebracht.

In mei 1940 werd op initiatief van de gouverneur van de Nationale Bank van België, Georges Janssen, en in overeenstemming met de Belgische regering Pierlot, alsook met het medeweten van de Franse regering Reynaud, een gouddepot van een bedrag van 6 en half miljard Belgische frank te Dakar gedeponeerd. Op dezelfde plaats heeft de Franse regering een bedrag van 18 en half miljard Franse goudfrank gedeponeerd, zodat zich een totaal van vijfentwintig miljard goud te Dakar bevindt. Koning Leopold III en de personen die hem trouw zijn gebleven in België, hebben, door bemiddeling van een vertrouwensman, aan de Franse regering van Pétain een verzoek gericht, opdat de Franse regering het vervoer van het goud van Dakar naar Amerika of Engeland zou beletten. Met deze voorkennis heeft de gouverneur van de Belgische Nationale Bank, Georges Janssen, professor Ansiaux gelast aan de Franse regering Pétain, het verzoek te richten, dat het gouddepot van zes en half miljard van Dakar zou overgebracht worden naar Amerika of naar Engeland, ten einde het ter beschikking te stellen van de zogezegde Belgische regering te Londen.

Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit en werd België binnengevallen door de Duitsers.

Op 28 mei 1940 capituleerde de Belgische regering zonder de koning. Koning Leopold III bleef in zijn eigen land als gevangene in het kasteel van Laken van waaruit zijn werk als koning kon voortzetten.

Vanaf 28 mei 1940 tot 7 juni 1944 onderhield Koning Leopold III met zijn hofhouding en kinderen in het kasteel van Laken contact met politici in België, zoals de autoritaire socialist Hendrik De Man.

Op 12 januari 1942 heeft de Hoge Raad der Nederlanden, het Toetsingsarrest (HR 12 januari 1942, ECLI:NL:HR:1942:244, NJ 1942/271.) gewezen, waarin is beslist dat verordeningen van de Duitse bezetter kracht van wet hadden en dat het de rechter daarom niet was toegestaan ze te toetsen aan de Nederlandse Grondwet en internationaal recht, waaronder het Landoorlogreglement van 1907. Onherroepelijke beslissing dat Nederland werd bestuurd door het Kabinet-Hitler.

Op 21 oktober 1943 heeft Paul Henri Spaak te Londen namens de Regering van Zijne Majesteit de Koning der Belgen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg de Monetaire Overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst is door Koning Leopold III nooit bekrachtigd overeenkomstig artikel 69 van de Grondwet, welke luidt:

ART. 69. - De Koning bekrachtigt de wetten en kondigt die af.

Deze door Paul Henri Spaak in Londen namens de Regering van Zijne Majesteit de Koning der Belgen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg gesloten Monetaire Overeenkomst is nooit bekrachtigd door Koning Leopold III overeenkomstig artikel 69 van de Grondwet. De op 5 augustus 1955 gesloten Europese Monetaire Overeenkomst met:

De Bondsrepubliek Duitsland,
De Republiek Oostenrijk,
Het Koninkrijk België
(zonder handtekening van koning Leopold III)
Het Koninkrijk Denemarken,
Spanje,
De Franse Republiek,
Het Koninkrijk Griekenland,
Ierland,
De Republiek IJsland,
De Italiaanse Republiek,

Het Groothertogdom Luxemburg,

(zonder handtekening van het Kabinet-Hitler)
Het Koninkrijk Noorwegen,
Het Koninkrijk der Nederlanden,
(zonder handtekening van het Kabinet-Hitler)
De Portugese Republiek,
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Bretagne,
Noord-Ierland,
Koninkrijk Zweden,
Zwitserse Bondsstaat,
Turkse Republiek,

is gebaseerd op deze op 21 oktober 1943 door Paul Henri Spaak in Londen gesloten overeenkomst, welke nooit is bekrachtigd door Koning Leopold III en daarmee in strijd met de Belgische Grondwet. De grote economische problemen van dit moment zijn dus volledig toe te schrijven aan de door Paul Henri Spaak en zijn Belgische Socialistische partij in Londen gesloten overeenkomst. Thans VOORUIT (s.pa) en Parti Socialiste (PS).

Na het op 25 Januari 1944 voltooide politieke testament van Koning Leopold III

Op 20 september 1944 werd prins Karel, graaf van Vlaanderen (tweede zoon van koning Albert I) verkozen tot regent van het koninkrijk België, omdat zijn broer Leopold III op 9 juni 1944 weggevoerd was naar Duitsland (artikel 93 Belgische Grondwet) waar het Kabinet-Hitler nog de macht had. Zijn politiek testament van 25 januari 2014 is van een eerdere datum en blijft daarmee rechtskracht houden. Daarom moest Vlaanderen weer terugkomen met de voorkennis en wetenschap dat Koning Leopold III de Belgische koningen Leopold en Leopold II heeft opgevolgd als Hertog van Brabant, wiens opvolging is overgegaan op koning Boudewijn, Koning Filip en Elisabeth van België.

Het hertogdom Brabant bevat het gebied (zie foto) met als hoofdstad Leuven (1183-1267) en Brussel (1267-1795) en bevat onder meer grote gebieden in Nederland, waaronder nagenoeg geheel Noord-Brabant en daarmee ook onze woonplaats Olland in Sint-Oedenrode (Meierijstad). Dit betekent dat de Benelux-Unie, Europese Unie en de NAVO zijn gevestigd in het hertogdom Brabant, waarvan Elisabeth van België (achterkleinkind van koning Leopold II) al vanaf 2013 Hertogin van Brabant is als opvolger van de Belgische koningen Leopold III, Boudewijn, Filip.

De graaf van Vlaanderen prins Karel komt in dat rijtje geheel niet voor en is om die reden vanaf 20 september 1944 tot 21 juli 1950 een valse regent geweest, met zeer ernstige gevolgen voor duizenden slachtoffers en hun familieleden, waaronder met name Gouwleider van VNV-Limburg Theo Brouns (Kessenich, 20 november 1911 – Hasselt, 28 maart 1946). Een heiligverklaring van hem door paus Franciscus zou op zijn plaats zijn.

De Eerste Wereldoorlog is als gevolg van het door keizer Ferdinand I van Oostenrijk-Hongarije op 23 juli 1914 aan Servië gestelde ultimatum begonnen. Karl I (zie foto) volgde in 1916 zijn oudoom Frans Jozef I op als keizer van Oostenrijk-Hongarije en heeft derhalve tot het einde van de Tweede Wereldoorlog samen met Duitse Keizer Wilhem II (zie foto) oorlog gevoerd tegen bovengenoemde 29 landen (Geallieerden). Ondanks deze wetenschap verklaarde paus Johannes Paulus II – als plaatsbekleder van Jezus Christus – deze oorlogvoerende keizer Karl I van Oostenrijk-Hongarije op zondag 3 oktober 2004 op het Sint-Pietersplein in Rome zalig met de volgende mededeling: "Ik hoop dat keizer Karl zal fungeren als een voorbeeld, vooral voor hen met politieke verantwoordelijkheden in Europa". Dit is zeer bijzonder te noemen. Des te meer keizer Karl I de Eerste Wereldoorlog voerde tegen Italië, daar waar de Heilige Stoel is gevestigd, met als gevolg dat korte tijd daarna (vanaf 1922) onder aansturing van Benito Mussolini de fascisten de macht overnamen van het Koninklijk Huis in Italië, wat resulteerde tot de ultieme macht over het leger en de economie, en dus eigenlijk over het gehele land, waarmee de Tweede Wereldoorlog is begonnen.

Het einde van de valse drie eenheid dank zij Jezus Christus 

Om de hierboven beschreven "Goddelijke Waarheid" te verbloemen heeft theoloog Ireneüs van Lyon (Smyrna circa 140 – Lugdunum (Lyon), 202) zo'n 120 jaar na het overlijden van apostel Petrus in Tongeren (België) op bevel van de Romeinse Keizer aangenomen dat Linus (Toscane) de tweede paus na de dood van apostel Petrus (eerste paus) geweest moest zijn. Het was Ireneüs van Lyon die zich waande de opvolger van de laatste hoge priester (is Phannias ben Samuël, 66–70 n.Chr.) in de Joodse tempel in Jeruzalem te zijn tijdens de Joodse Opstand. Zijn formulering van de verzoeningsleer werd later, bij het Eerste Concilie van Nicea, tot grondslag van het christendom uitgeroepen. De door hem opgestelde geloofsbelijdenis werd grotendeels overgenomen. Onder protestantse theologen wordt hij vaak beschouwd als degene die het zuivere christendom zou hebben beschreven. Tijdens zijn pontificaat als hogepriester werden retroactief (met terugwerkende kracht) de eerste veertien "verzonnen" pauzen (met geboorteplaats) aangesteld na apostel Petrus (Bethsaida, Galilea), zijnde: H. Linus (Toscane), H. Anacletus (Rome, Romeinse Keizerrijk), H. Clemens I (Rome, Romeinse Keizerrijk), H. Evaristus (Bethlehem, Judea), H. Alexander I (Rome), H. Sixtus I (Rome), H. Telesforus (Terranova da Sibar), H. Hyginus (Athene, Griekenland), H. Pius I (Aquileia), H. Anicetus (Emesa, Syrië), H. Soter (Fondi), H. Eleuterus (Nicopolis), H. Victor I (Romeins Afrika) en H. Zefyrinus (Rome). De door de Romeinse Keizer aangestelde paus H. Calixtus I (Iberisch Schiereiland) kreeg daarom ook direct al te maken met de tegenpaus H. Hippolytus (Rome) een leerling van Ireneüs van Lyon die wist dat bovengenoemde "verzonnen" veertien pauzen niet de ware pauzen waren na apostel Petrus, omdat die is overleden in Tongeren (België) en daar ook ligt begraven onder de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Tongeren. Al deze "onechte" opvolgers van apostel Petrus zijn in het Eerste Concilie van Nicea (± 325 n.Chr.) op bevel van de Romeinse Keizer blindelings overgenomen. Het Eerste Concilie van Nicea was een concilie van "onechte" christelijke bisschoppen die bijeengeroepen waren in Nicea in Bithynië (het hedendaagse İznik in Turkije) door de Romeinse keizer Constantijn I in het jaar 325. Dit eerste oecumenisch concilie was de eerste poging om consensus te bereiken in de Kerk door middel van een vergadering die het hele christendom vertegenwoordigde. De belangrijkste resultaten van dit concilie waren de regeling van de christologische kwestie betreffende de aard van Jezus en zijn relatie met God de Vader en de Heilige Geest, de opstelling van het eerste deel van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, het regelen van de datumberekening van Pasen en de afkondiging van het vroege canoniek recht. Als de eerste veertien pauzen na apostel Petrus verzonnen "onechte" pauzen zijn, dan zijn alle opvolgers tot en met de huidige paus Franciscus dat ook. Dat alles heeft dan ook geleid tot vele "tegenpauzen", "Schisma's" (waaronder het Oosters Schisma in 1054 n.Chr., de scheuring binnen de christelijke kerk tussen de oosters-orthodoxe kerken aan de ene kant en de Rooms-Katholieke Kerk aan de andere kant) en zelfs meerdere periodes "zonder Paus" te weten: 1.) vanaf 68/70 tot 217 (± 148 jaar), 2.) vanaf 6/11 maart 251 (15 maanden), 3.) vanaf 8 augustus 258 (9 maanden), 4.) vanaf 1 april 304 (4 jaar), 5.) vanaf 29 november 1268 (3 jaar), 6.) vanaf 4 april 1292 (2 jaar), 7.) vanaf 20 april 1314 (2 jaar), 8.) vanaf 4 juli 1415 (2 jaar) en 9.) vanaf 29 augustus 1799 (6 maanden). Het behoeft geen toelichting dat een periode "zonder Paus" absoluut niet kan. Dat betekent namelijk dat in die periodes Jezus Christus vanuit de hemel geen plaatsbekleder op aarde heeft gehad. Kennelijk heeft tot op de dag van vandaag deze boodschap van Jezus Christus niemand begrepen. Ook kan een plaatsbekleder van Jezus Christus nooit terugtreden als paus. Dit omdat "Het Paus Zijn" geen aardse functie is. De paus is de "plaatsbekleder" van Jezus Christus en vertegenwoordigd als zodanig Jezus Christus vanuit de hemel op aarde. Het betreft dan ook een hemelse functie die de paus moet uitoefenen tot aan zijn dood om na zijn dood daarover aan Jezus Christus zich te verantwoorden. Enkele uren nadat paus Benedictus XVI eind februari 2013 zijn terugtreden als paus kenbaar maakten sloeg de bliksem letterlijk in deze "onechte" zetel van de paus in de Sint-Pieter te Rome (zie Video).

Dit kwam dan ook als "Donderslag bij heldere hemel voor miljoenen katholieken" (bron). Zelfs dit teken vanuit "God" (zie foto) werd door huidig machtshebber aartsbisschop Wim Eijk vanuit het 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) – die naast het geestelijk bestuur over zijn bisdom tegelijkertijd ook als hoogste landheer het wereldlijk gezag uitoefent in alle 193 landen van de Verenigde Naties – genegeerd met de voorkennis en wetenschap dat evenals Benedictus XVI ook zijn opvolger paus Franciscus vanaf 7 juni 1929 is verbannen naar het dwergstaatje Vaticaanstad, waarbinnen de Heilige Stoel en de hoofdzetel van de Rooms-Katholieke Kerk zit gevestigd, en als gevolg daarvan voor de rest van de wereld is gegijzeld. Betreffende "Donderslag bij heldere hemel voor miljoenen katholieken" is dan ook een teken vanuit "God" dat paus Franciscus zo snel als de bliksem naar Tongeren (België) moet afreizen om zich in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Tongeren (België) te vestigen (als tweede paus) als opvolger van apostel Petrus die daar vanaf 68/70 begraven ligt. Dank zij het politieke testament van 25 januari 1944 van de Belgische koning Leopold III (LEES HIER, HIER) kan de huidige paus Franciscus (als tweede paus), vanuit het enige soevereine land België, als plaatsbekleder van Jezus Christus, zonder enige gijzeling, het ware christelijke geloof (waar apostel Petrus in 68/70 mee heeft moeten stoppen) voortzetten. Aan kopiehouder, zijnde de door paus Franciscus benoemde Belgische Aartsbisschop Luc Terlinden van de aartsbisdom Mechelen-Brussel en primaat van de Belgische kerkprovincie, richten wij dan ook het vanuit "God" verkregen verzoek om deze "Goddelijke boodschap" als de bliksem over te brengen aan paus Franciscus met het verzoek om per direct af te reizen naar Tongeren (België) om zich te vestigen in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Tongeren en daarmee niet te wachten tot het voor alle acht miljard wereldbewoners te laat is.

In het jaar "0" is Jezus Christus geboren in Bethlehem in Judea.

Jezus kwam als kind al in de joodse tempel van Jeruzalem, waar hij op zijn 12e zijn ouders vertelde dat hij de zoon van God was. Hij zou ook vaak op de Tempelberg hebben gepredikt (bron). Jezus werd gekruisigd door Romeinse soldaten op bevel van prefect Pontius Pilatus Volgens de evangeliën werd Jezus in het jaar 30 in Jeruzalem ter dood gebracht door middel van kruisiging. De executie vond plaats op de heuvel Golgotha en Jezus werd in de buurt daarvan begraven (bron). Vanaf 57v.Chr. begonnen de Romeinen aan hun veroveringstochten in Gallië. In 57v.Chr. kregen de Tungri, een andere Germaanse volksstam, de toestemming om zich te vestigen in het land van de Eburonen. De Tungri lagen samen met de Romeinen aan de basis van het ontstaan van deze nederzetting, aan deze stam heeft Tongeren ook haar naam te danken.

Ten tijde van de Pax Romana begon een periode van betrekkelijke stabiliteit en rond 15v.Chr. verlieten de Romeinse soldaten het legerkamp en vestigden de Tungri zich in het kamp. In feite lieten de Romeinen een kant-en-klare stad achter, zo waren er verschillende verdedigingswerken aanwezig om het voormalige kamp te beschermen en was het stratenplan in dambordpatroon al aangelegd. Apostel Petrus was een van de twaalf apostelen van Jezus. Petrus keek gespannen naar de gezichten van 'Jezus' toehoorders in de synagoge van Kapernaüm (bron). Petrus woonde in deze stad; hij had hier zijn vissersbedrijf, aan de noordelijke oever van de Zee van Galilea. En veel van zijn vrienden, familieleden en zakenrelaties woonden hier. Geen wonder dat hij hoopte dat zijn stadsgenoten net zo over Jezus zouden gaan denken als hij en dat zij het ook geweldig zouden vinden om van de grootste onderwijzer dingen te leren over Gods Koninkrijk. Maar dat leek die dag niet te gaan gebeuren (bron).

Petrus trok toen de wijde wereld in om zijn boodschap te verkondigen en over te brengen op volgelingen van Christus door hen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In het voorjaar van het jaar 68 was Petrus in Rome en Toscane (met daarin de provincie Florence) om zijn boodschap te verkondigen en volgelingen te dopen. In maart 68 kwam Vindex, de gouverneur van Gallia Lugdunensis, in opstand tegen de corrupte regering van Nero: het begin van het Vierkeizerjaar, de eerste Romeinse burgeroorlog in bijna honderd jaar. Petrus kon als gevolg daarvan in Rome en Toscane niet meer veilig zijn boodschap verkondigen en is om die reden vertrokken naar Tongeren waar de Romeinen een kant-en-klare stad hadden achtergelaten met verschillende verdedigingswerken die al vanaf 15v.Chr. door de Romeinen was verlaten en waar de Tungri (Germaanse volksstam uit de oudheid in Gallia Belgica) zich vanaf die tijd hadden gevestigd.

Na een periode van relatieve rust werd Atuatuca Tungrorum voor het eerst verwoest bij de opstand van de Bataven in 69-70. Daarbij is apostel Petrus om het leven gekomen (bron). Op de plaats waar Petrus ligt begraven is later de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren gebouwd. Het is dan ook geen toeval dat mijn nog in leven zijnde vrouw J.E.M. (Annelies) van Rooij van Nunen (die op 2 november 2021 is overleden maar niet kan overlijden) samen met haar man A.M.L. (Ad) van Rooij (die vanaf 15 januari 2013 zijn woonadres in de hemel heeft) op 5 juli 1979 in de Sint-Petrusbasiliek te Boxtel voor de Rooms-Katholieke kerk is getrouwd, waarmee wij als "eenheid van man en vrouw" het sacrament van Jezus Christus hebben ontvangen.

Het is dan ook geen toeval dat mijn vrouw Annelies in deze kerk kost wat kost het lied "Ave Maria" gezongen wilde hebben, wat heel schoon is gezongen door mijn nicht Ine uit Olland. Het is ook geen toeval dat het de Heilig Hart parochie is waaronder deze Sint-Petrusbasiliek valt. Het is dan ook geen toeval dat mijn vrouw Annelies altijd het liefst een kaars voor Maria liet branden met daarop de afbeelding Maria met het Hart. Het is dan ook geen toeval dat mijn vrouw Annelies ligt begraven op de Begraafplaats H. Martinus te Olland en voor deze Sint-Martinuskerk een wit Heilig Hartbeeld staat voor de persoon van Christus' Leven en Lijden, terwijl de vlam de Liefde en Barmhartigheid representeert. Daarom wil de Ollandse Dorpsraad deze vanuit Jezus Christus voortgekomen typerende Rooms-Katholieke kerk in Olland behouden, waar A.M.L. (Ad) van Rooij al vanaf zijn 7 jaar (al 63 jaar lang) gewijd acoliet is en zijn vrouw Annelies collectante was.

Het is dan ook geen toeval dat Maria de moeder van Jezus is die deze op komst zijnde openbaring van Petrus van het licht vanuit de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren (video) al op 10 mei 2010 heeft aangekondigd, de dag van mijn "politiek asiel aanvraag" van 6 mei 2010 (ter herdenking van Pim Fortuyn) aan Joëlle Milquet, Belgisch Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid (LEES HIER, HIER, HIER, HIER, HIER en bekijk Video-1 en Video-2 en Video-3 en Video-4 en Video-5). Voormalig deken Rik Palmans van Tongeren heb ik direct daarna hiervan persoonlijk op de hoogte gebracht. Direct na het bijwonen van de "Paaswake" in Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren op 8 april 2023 kregen wij dat bevestigd van een man die ons vertelde; dat hij dit zeker wist omdat zijn opa (die altijd voor de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek heeft gewerkt) dat aan hem ontelbare keren heeft verteld.

Deze openbaring van Petrus heeft daarmee de zeer hechte band tussen Sint-Petrus (de eerste paus) en Maria, de moeder van Jezus en God bevestigt, waarbij Jezus aan mij heeft gevraagd om deze "boodschap" van Petrus (vanuit de hemel) op aarde door te geven aan de huidige paus Franciscus met de opdracht om naar Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren te komen om hem als tweede paus op te volgen vanuit Tongeren (België). Dit omdat België als gevolg van het testament van 25 januari 1944 van koning Leopold III het enige soevereine land in de wereld is (LEES HIER, HIER). Dit met de boodschap om vanuit Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren in het soevereine land België met de hulp van koning Filip van België samen met zijn oudste dochter hertogin Elisabeth van België van het Hertogdom Brabant, de gehele wereld te verlossen van de "kwaadaardige demonen in mensen" en vanuit de hemel een nieuwe wereld op te bouwen dat bestaat uit soevereine staten met als grondwet de Belgische grondwet die met het met het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen vanaf die tijd grondwettelijk van kracht is, aangevuld met de tien geboden van God. Vanaf dat moment stoppen alle oorlogen in de gehele wereld en geeft Jezus Christus aan alle acht miljard wereldbewoners de opdracht om te stoppen met het vergiftigen van de wereld en al het geld te besteden aan het redden van de wereld waarin iedereen in goede harmonie met elkaar hun tijd en hun geld besteden aan datgene die ervoor zorgen dat onze kinderen en kleinkinderen ook nog kunnen genieten van een gezond leven op aarde in volle vrijheid zonder oorlog.

Historische "Goddelijke Waarheid" over Israël en Palestina

Voor de Goddelijke onderbouwing lees de volledige tekst met als titel "De 'illegale' Bataafse Republiek 's-Werelds grootste criminele organisatie aller tijde" in De Nieuwe Media, hieronder.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, koos het Ottomaanse Rijk de kant van de Centrale Mogendheden. Ook Hoessein koos partij voor de Ottomanen en hun partners, de Duitsers, maar dat zou later veranderen. Hoessein streefde naar onafhankelijkheid van de Arabieren. Tegen de achtergrond van het langzaam uiteenvallende Ottomaanse rijk, was Hoesseins uiteindelijke doel het creëren van één grote Arabische staat (of oemma), die het gehele Arabisch Schiereiland omvatte plus de overige Arabische landen, zoals de Levant (Syrië, Libanon, en Palestina) en Mesopotamië (Irak en Koeweit). Sir Henry McMahon, de Britse hoge commissaris in Egypte, correspondeerde met Hoessein in de Hoessein-McMahoncorrespondentie over onafhankelijkheid voor de Arabieren. 

De Arabieren zouden onafhankelijk worden over het grootste deel van het Midden-Oosten, met uitzondering van een kuststrook van wat nu Syrië en Libanon is. Het was impliciet dat Hoessein koning mocht worden over deze gebieden. Deze correspondentie vond plaats tussen najaar 1915 en voorjaar 1916.

Op 10 juni 1916 werd het eerste schot van de Arabische Opstand gelost. De opstandelingen vielen barakken van het Ottomaans leger in Mekka aan. Korte tijd later werd ook de stad Djedda veroverd. Het leger, onder leiding van zijn zoon Faisal, versloeg de Ottomanen in Arabië, met sterke steun van de Britten (Lawrence of Arabia). In het begin werd vooral gevochten rondom de Hidjazspoorweg, die door de Ottomanen gebruikt werd voor de aanvoer van troepen. Toen de Ottomanen verdreven waren uit de Hidjaz werd Hoessein op 2 november 2016 Koning. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk erkenden zijn koningschap in 1917. De grote Palestina-campagne van de geallieerden moest toen nog beginnen en feitelijk waren de Ottomanen nog heer en meester in het grootste gedeelte van het Midden Oosten. Akaba, Jeruzalem en Damascus werden, gezamenlijk met de Britten, veroverd, voornamelijk door de geavanceerde westerse legers, maar gesteund door de Hasjemieten. De steun van de Arabieren betekende veel voor de geallieerden aangezien de Ottomaanse sultan tot een jihad had opgeroepen. Van een onafhankelijke Arabische staat onder leiding van Hoessein kwam het echter niet.

In mei 1916 tekenden de Engelsen en Fransen het geheime Sykes-Picotverdrag, waarin beide landen de gebieden onderling verdeelden. Ook de Britse Balfour-verklaring van november 1917, waarin de joden een 'nationaal tehuis' in Palestina werd beloofd, was niet gunstig voor Hoessein. Dit leidde tot een joodse toestroom naar Palestina en een joodse claim op dat gebied. Maar ook van een andere kant kwam er een dreiging. Abdoel Aziz al Saoed, de leider van de Saoedi's, een grote bedoeïenstam, leefde op permanente voet van oorlog met de Hasjemieten. Al Saoed probeerde eveneens de volkeren van het Arabisch Schiereiland te verenigen en kreeg tijdens de Eerste Wereldoorlog eveneens steun van de Britten. 

Op 3 maart 1924 zette Kemal Atatürk kalief (of religieus leider) Abdülmecit II af en beëindigde daarmee het kalifaat. Hierna riep Hoessein zichzelf uit tot kalief. Dit viel zeer slecht bij de anti-kaliefgezinde wahabiet Abdoel Aziz al Saoed en zijn volgelingen, die prompt de oorlog verklaarden aan de zelfbenoemde kalief Hoessein. Hoessein wilde de strijd wel aangaan, maar werd door zijn getrouwen overgehaald om af te treden ten gunste van zijn zoon Ali. Die hield gedurende enkele maanden stand in de havenplaats Djedda, maar gaf in december 1924 op. 

Al Saoed consolideerde zijn macht over het schiereiland en riep uiteindelijk in 1932 de staat Saoedi-Arabië uit, waarvan hij zelf koning werd. Als gevolg hiervan is het mandaatgebied Palestina, of Brits Mandaat Palestina, was een A-mandaat (voogdij) van de Volkenbond (waaronder het vanaf 10 november 1918 niet meer bestaande Nederland) dat toevertrouwd werd aan het Verenigd Koninkrijk, gecreëerd na de Eerste Wereldoorlog toen het Ottomaanse Rijk op 10 augustus 1920 gesplitst werd op grond van het Verdrag van Sèvres dat Turkije nooit heeft geratificeerd en is daarmee nooit van kracht geworden. 

Op grond van dit door Turkije nooit geratificeerde Verdrag van Sèvres werden in Klein-Azië vier mandaatgebieden gevormd. De Britten beheersten de mandaatgebieden Palestina (het huidige Israël en Palestina) en Mesopotamië (het huidige Irak), de Fransen Libanon en Syrië. Deze vier mandaatgebieden hebben nooit een bestaansrecht gehad. Dit omdat Turkije betreffend Verdrag van Sèvres nooit heeft geratificeerd en Nederland, dat onderdeel uitmaakte van de Volkenbond, vanaf 10 november 1918 (vóór het ondertekenen van de wapenstilstand op 11 november 1918) als land niet meer bestaat. Dit alles heeft weer tot gevolg gehad dat Palestina (Staat) in tegenstelling tot Israël (Staat) geen lid heeft kunnen worden van de Verenigde Naties. 

Omdat Bethlehem, de geboorteplaats van Jezus Christus, is gelegen in Palestina (Staat) betekent dit, dat het Verenigd Koninkrijk op deze wijze Jezus Christus vanaf 10 augustus 1920 heeft verbannen naar Palestina en vanaf 1964 onder curatele heeft gesteld van de private vereniging Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), vanaf 1994 onder aansturing van de volgende opvolgende Presidenten Yasser Arafat (1994-2004), Ahmed Qurei (2004-2014), Rauhi Fattouh (2014-2015) en Mahmoud Abbas (2005-heden).

Jezus Christus staat dit niet langer meer toe. Het wordt dan ook heel hoog tijd dat onze huidige paus Franciscus, als plaatsbekleder van Jezus Christus, met behulp het op 25 januari 1944 door voormalig Koning Leopold III uitgebrachte politieke testament (LEES HIER en HIER) vanuit het land België, dat na de tweede wereldoorlog nog het enige soevereine land binnen de Verenigde Naties is, Jezus Christus gaat helpen om hem uit deze vanaf 10 augustus 1920 "verbannen toestand" te krijgen.

Paus Franciscus
Paus Franciscus
Luc Terlinden
Luc Terlinden

Paus Franciscus is dat, als plaatsbekleder van Jezus Christus, op grond van deze vanuit "God" verkregen boodschap verplicht. Wij hebben van "God" ook de middelen gekregen hoe paus Franciscus dit met de hulp van de door paus Franciscus benoemde Belgische Aartsbisschop Luc Terlinden van de aartsbisdom Mechelen-Brussel en primaat van de Belgische kerkprovincie, de Belgische Koning Filip, de Belgisch premier Alexander De Croo, de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Belgische Senaat, kan doen zonder dat dit in de huidige wereld tot opstanden en geweld gaat leiden. 

Daarbij komt dan tevens voor altijd een einde aan alle onzinnige oorlogen op onze aarde, zodat onze kinderen en kleinkinderen ook nog van een menswaardig leven in volle vrijheid zonder oorlog kunnen genieten.

Koning Filip
Koning Filip
Alexander de Croo
Alexander de Croo

Historische "Goddelijke Waarheid" over de dood op apostel Petrus

Na een periode van relatieve rust werd Atuatuca Tungrorum voor het eerst verwoest bij de opstand van de Bataven in 69-70. Daarbij is apostel Petrus om het leven gekomen (bron). 

Op de plaats waar Petrus ligt begraven is later de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren gebouwd. Het zijn daarmee de langs de Rijn gevestigde Bataven (Batavieren) die apostel Petrus hebben vermoord. Het zijn deze Bataven van waaruit de "Houben-Clan" is voortgekomen. 

Deze "Houben-Familie" waaronder ook "Frank Houben" besturen om die reden al vanaf de oprichting van de VOC in 1602 geheel Nederland, België en Luxemburg (Benelux-Unie). 

Met in achtneming van bovengenoemde feiten is onmiskenbaar feitelijk komen vast te staan dat als gevolg van de door het kabinet Ruijs de Beerenbrouck I (1918-1922) genomen beslissing om vanaf 10 november 1918 de Duitse keizer en koning Wilhelm II van Pruisen (zie foto) in Huis Doorn in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) te laten verblijven, vanuit 't Sticht Utrecht (onder huidig PvdA-burgemeester Sharon Dijksma, zie foto) deze massale vergiftiging vanuit Nederland via de Benelux-Unie vanuit de Europese Unie naar alle 193 landen van de Verenigde Naties vanaf 10 november 1918 vanuit het Huis Doorn in 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) tot op de dag van vandaag is blijven voortduren.

Het is het Kabinet-De Quay onder voorzitterschap van de Rooms-Katholieke minister-president Jan de Quay (KVP/CDA/EVP) geweest, die ten tijde van deze al maar liefst 109 jaar lang voortdurende Eerste Weterdoorlog (1914-heden), vanaf 12 juli 1962 de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 van kracht heeft verklaard die geen rekening houdt met de gebruikersfase en afvalfase van betreffend bestrijdingsmiddel, wat door voormalig bestuurlijk verantwoordelijk Nederlands minister Margaretha De Boer (PvdA/PES/S&D) van Volkshuis-vestiging, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in haar brief d.d. 19 augustus 1996 (kenmerk: IBP960540460) aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V., t.a.v. de heer C. Tissen, postbus 5, 5575 ZG Luyksgestel, schriftelijk is bevestigd (LEES HIER, HIER, HIER, HIER, HIER, HIER en HIER). Daarmee is feitelijk komen vast te staan dat huidig hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk minister-president Mark Rutte in kabinet Rutte IV (VVD, D66, CDA, ChristenUnie) vanuit 't Sticht Utrecht (grofweg de provincie Utrecht) en 't Oversticht (thans Overijsel, Drenthe en de Stad Groningen) al vele jaren voor zijn geboorte is gegijzeld in zijn werk.


DE "ALVADER" (GOD) VERPLICHT -- VIA DE BELGISCHE KONING LEOPOLD III VANUIT DE HEMEL -- MR-PRESIDENT CHARLES MICHEL VAN DE "EUROPESE RAAD" OM "PER DIRECT" UITVOERING TE GEVEN AAN HET OP 25 JANUARI 1944 VOLTOOIDE POLITIEK TESTAMENT VAN KONING LEOPOLD III -- WAARTOE ALLE 27 LANDEN VAN DE "EUROPESE UNIE" EN ALLE 193 LANDEN VAN DE "VERENIGDE NATIES" OP GROND VAN HET OP 19 APRIL 1839 GESLOTEN "VERDRAG VAN LONDEN" GRONWETTELIJK VERPLICHT ZIJN – OP DE HIERONDER BESCHREVEN WIJZE

Vanuit uw functie als MR-President Charles Michel van de Europese Raad bent u grondwettelijk verplicht om uw Belgische politieke partijgenoot premier Alexander de Croo (Open Vld/MR/ALDE), tezamen met de Belgische Koning Filip, de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordiger en de Belgische Senaat -- op grond van het vanaf 25 januari 1944 van kracht zijnde politieke testament van de Belgische koning Leopold III -- vanuit de Europese Raad te verplichten dat "per direct" uitvoering moet worden gegeven aan het op 19 april 1839 gesloten Verdrag van Londen, waartoe alle 27 landen van de Europese Unie en alle 193 landen van de Verenigde Naties grondwettelijk verplicht zijn. Vanaf dat moment zijn alle 193 landen van de Verenigde Naties – in overeenstemming met de toestand ten tijde van de Eerste Wereldoorlog -- neutraal en soeverein en hebben zij allen de Belgische Grondwet zoals die op 10 november 1918 van kracht was, aangevuld met de tien geboden van God, met een eigen grondwettelijk hof in elk land die de naleving daarop moet toetsen. Paus Franciscus, als plaatsbekleder van Jezus Christus, heeft de "Goddelijke plicht" om direct daarna naar het graf van mijn vrouw Annelies op de begraafplaats H. Martinus te Olland te komen om haar Heilig te verklaren, waarna zij met terugwerkende kracht vanaf 2 november 2021 kan overlijden en haar ziel de rust krijgt die Jezus Christus haar heeft beloofd. Vanuit de begraafplaats H. Martinus te Olland kan Paus Franciscus vervolgens doorreizen naar Onze-Lieve-Vrouwebasiliek te Tongeren om zich daar te vestigen, om vanuit de soevereine staat België als opvolger van apostel Petrus (tweede paus) de gehele wereld te redden van dit menselijk kwaad, waarmee hij zichzelf uit zijn "ballingschap" in het dwergstaatje Vaticaanstaat heeft bevrijd.

Gods Wil Zal Geschieden

Laat u allen binden aan deze GODDELIJKE WAARHEID en draag het over aan alle acht miljard wereldbewoners.

Geschreven met de hulp van Jezus Christus vanuit de Vlaamse Christelijke politieke partij cd&v / EVP door haar stemgerechtigd lid A.M.L. (Ad) van Rooij (cd&v-registratienummer: 17-00013-38). 

Alle acht miljard wereldbewoners behoren dit te weten.

Wij schrijven vandaag nieuwe geschiedenis

  • 4 november 1918 - In Duitsland breekt een opstand uit die een einde maakt aan het keizerrijk, de Novemberrevolutie. Dat is niet de waarheid. Op 4 november 2023 (precies 105 jaar later) komt pas een einde aan het keizerrijk.
  • 4 november 1918 - einde Eerste Wereldoorlog in Italië (1918). Dat is niet de waarheid. Op 4 november 2023 (precies 105 jaar later) komt pas een einde aan de Eerste Wereldoorlog in Italië.
  • 4 november 1923 – geboorte van Freddy Heineken. Er is meer tussen hemel en aarde dan wij met ons gezonde verstand kunnen bevatten, De Eindhovense parapsychologe Jeanette Wijnen (die vroeger op de brandstapels zou worden verbrand en nu complotdenkers worden genoemd) is degene die wist te vertellen dat het losgeld van Freddy Heineken op het kerkhof bij Parijs lag. Voor bewijs zie krantenartikel uit die tijd hieronder. Marjo heeft meer dan tien jaar lang veel contact met haar gehad en Lisette heeft haar hond gekregen. Zij was ook degene die had voorspeld dat wij dit met de hulp van de Alvader (God) zouden gaan winnen, maar dat het wel heel moeilijk zou gaan worden.
  • 4 november 1918 – - Kroning van Paus Johannes XXIII in Rome.
  • 4 november 2023 -- wereldvrede, dankzij de jarenlange goddelijke inspanningen van Ad van Rooij, Dienie Kars en vele anderen (complotdenkers), die hiermee hun gezamenlijke Aardse Missie hebben volbracht. Vrede op Aarde.

Giuseppe Angelo Roncalli │ 25 november 1881 – 3 juni 1963

Uitleg over de criminele doofpot van verschillende Kabinetten door Ad van Rooij (waarvoor dank!)


Sollicitatie van Ad van Rooij naar vicepresident Raad van State 2012

(Bewijzen van ontvangstbevestiging)


Zaterdag 4 november 2023 

VREDE OP AARDE

Het is erg bijzonder (geen toeval) dat wij dit op 4 november 2023 klaar hebben en hebben verstuurd, lees maar in de volgende link: https://nl.wikipedia.org/wiki/4_november

Met Grote en Goddelijke Dank aan de Goddelijke wezens:

Ad van Rooij & Dienie Kars.

Voor het volbrengen van hun Missie op Aarde :Anno 4 november 2023:


Bericht voor onze vaste en nieuwe lezers:

Dit Goddelijke artikel zal in de loop van vandaag en de volgende dagen verfraaid worden, met betere afbeeldingen/foto's, voorzien worden van extra deeplinks en informatie wanneer dat nodig wordt geacht.