Vertaal deze pagina naar:

Rooms-Katholiek Aartsbisschop Jonkheer LUC TERLINDEN van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel is als METROPOLIET vanuit de NIET-STAAT-BENELUX-UNIE ook KERKVADER van de Oosters-Orthodoxe kerken en Oosterse kerk in de GEHELE WERELD

06-12-2025

Alle "NAZI-VOC-WIC-BOC-OORLOGEN" – waaronder ook de huidige OEKRAΪNE-OORLOG (zie foto) – zijn vanaf 1788 gevoerd door "NEDERLANDSE BENELUX ROYALS" vanuit naar de KLEINE NEDERLANDSE KOLONIE de "Zugewandter Orte van het Zwitserse Eedgenootschap: Republiek Genéve" in ZWITSERLAND.


Door Dienie Kars en Ad van Rooij


Rooms-Katholiek Aartsbisschop Jonkheer LUC TERLINDEN van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel is als "NEDERLANDSE BENELUX ROYAL" als METROPOLIET vanuit de NIET-STAAT-BENELUX-UNIE ook KERKVADER van de Oosters-Orthodoxe kerken en Oosterse kerk in de GEHELE WERELD. Hoelang blijven de Oosters-Orthodoxe kerken en Oosterse kerk dat nog toestaan?

Het hertogdom Brabant vormde, vanaf de hoge middeleeuwen tot aan de negentiende eeuw (en vanaf 10 mei 1994 tot heden) een in grootte wisselend grondgebied in de Lage Landen. Op basis van het feodale stelsel in was het in bezit van, en werd bestuurd door, leenheren van de Duitse keizer, de Franse koning of keizer of het aartsbisdom Keulen.


Vanaf 10 mei 1994 tot heden "ADEL-AARTSBISCHOP-LUC-TERLINDEN" van MECHELEN-BRUSSEL"

(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Luc_Terlinden)


Jonkheer Luc Christian Joseph Marie Terlinden (Etterbeek, 17 oktober 1968) is een Belgisch rooms-katholiek geestelijke, diocesaan priester van het aartsbisdom Mechelen-Brussel en sinds 3 september 2023 aartsbisschop van dit bisdom. Hij is hierdoor ook de primaat van de Belgische kerkprovincie. Hij is tevens bisschop van het Belgisch militair ordinariaat. Op 12 oktober 2023 werd hij verkozen tot voorzitter van de Belgische Bisschoppenconferentie.

Hij is ook grootkanselier van de Katholieke Universiteit Leuven en van de Université Catholique de Louvain.

(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Grootkanselier)


Een grootkanselier in de Rooms-Katholieke Kerk (Latijn: Magnus Cancellarius) vertegenwoordigt zowel de Heilige Stoel bij een theologische faculteit of een katholieke universiteit alsook tegelijkertijd de faculteit of universiteit bij de Heilige Stoel. Traditioneel is de functie van grootkanselier ex officio verbonden met de zetel van aartsbisschop.

In België is Jonkheer Luc Christian Joseph Marie Terlinden grootkanselier van de Katholieke Universiteit Leuven en de Université catholique de Louvain. De aartsbisschop is dan ook de voorzitter van de inrichtende macht van beide universiteiten.

Mgr. Wim Eijk onderhoudt in Nederland namens de Bisschoppenconferentie de officiële contacten met de Faculteit Katholieke Theologie van Tilburg University (in Utrecht) en met de theologische faculteit van de Radboud Universiteit in Nijmegen en vertegenwoordigt deze faculteiten bij de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding in Rome.

Mgr. Agostino Vallini is grootkanselier van de Pauselijke Lateraanse Universiteit, Abt Wolf is grootkanselier van het Pontificio Ateneo Sant' Anselmo, Mgr. Versaldi is grootkanselier van de Pauselijke Universiteit Gregoriana (ROME, Italië), het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek en van het Pauselijk Instituut voor Christelijke Archeologie (ROME, Italië) en Mgr. Jozef Tomko grootkanselier van de Pauselijke Urbaniana Universiteit (ROME, Italië).


Levensloop, Jeugd en studies

Luc Terlinden is een telg uit de adellijkefamilieTerlinden. Hij is het zevende en jongste kind van kolonel baron Maximilien Terlinden (1927-2016) en Geneviève van der Rest (1935-2002) (https://nl.wikipedia.org/wiki/Terlinden_(familie))


  • Luc Terlinden is een zoon van Maximilien Terlinden (1927-2016), baron, kolonel SBH, trouwde in 1956 in Ukkel met Geneviève Van der Rest (1935-2002), dochter van Pierre Van der Rest (1910-1999) en van Yvonne de Brouwer (1911-2009). Ze kregen vijf zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden.

  • Luc Terlinden is een kleinzoon van Jacques Terlinden (1885-1978), luitenant-generaal, trouwde in 1924 in Brussel met Germaine Ectors (1894-1970), dochter van Jacques Ectors en Clotilde Van Hoorde, kleindochter van senator Felix Ectors. Ze kregen twee zoons en twee dochters, met afstammelingen tot heden. Felix Ectors werd ook kandidaat-notaris en werd in 1872 notaris in Brussel. In 1894 werd Felix Ectors verkozen tot katholiek senatorvoor het arrondissement Brussel, een mandaat dat hij vervulde tot in 1900 (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Felix_Ectors).


Levensloop Jacques Terlinden

(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques_Terlinden)

Jacques Terlinden werd soldaat-milicien in het 7de Linie op 10 augustus 1905 en werd de maand daarop opgenomen in de Militaire School. In 1908 werd hij bevorderd tot onderluitenant en legde de eed als beroepsmilitair af. In 1912 bevorderde hij tot luitenant, een graad die hij bekleedde bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Hij nam aan de gevechten deel en werd begiftigd met acht frontstrepen. Tijdens de oorlog stapte hij over van de infanterie naar de artillerie en werd hij opeenvolgend bevorderd tot kapitein (1917) en kapitein-commandant (1918).


In 1924 werd hij tot majoor bevorderd, in 1932 tot luitenant-kolonel en in 1937 tot kolonel.

In deze graad vocht hij, aan het hoofd van het Tweede regiment artillerie, tijdens de Achttiendaagse Veldtocht tegen de Duitsers. De Achttiendaagse Veldtocht is de operatie van het Belgische leger tijdens de Tweede Wereldoorlog vanaf de inval door het Duitse leger in Nederland, België, Frankrijk op 10 mei 1940 tot de capitulatie van het Belgische leger op 28 mei 1940.

Jacques Terlinden (- de grootvader van Luc Terlinden -) vocht als hoofd van het Tweede regiment artillerie tijdens deze Achttiendaagse Veldtocht vanuit LONDEN (Groot-Brittanië) onder BEVELVOERING van de DOORLUCHTIGE-NAZI-VOC-WIC-BOC-PRINS BERNHARD DER NEDERLANDENen PRINS VAN LIPPE-BIESTERFELD en heeft als zodanig veel ONSCHULDIGE DODEN op zijn geweten ter VERRIJKING van de NEDERLANDSE ROYALS vanuit de kleine NEDERLANDSE KOLONIE GENÉVE vanuit de NIET-STAAT-BENELUX-UNIE vanuit het HERTOGDOM BRABANT.

(bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Aartsbisdom_Mechelen-Brussel)


Het aartsbisdom Mechelen-Brussel (Latijn: Archidioecesis Mechliniensis-Bruxellensis) (Frans: Archidiocèse de Malines-Bruxelles) is een van de acht rooms-katholieke Belgische bisdommen. Het is het aartsbisdom van de kerkprovincie Mechelen-Brussel, dat het gehele Belgische grondgebied omvat.


Omschrijving

Het aartsbisdom omvat de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Waals-Brabant, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zeven gemeenten van de provincie Antwerpen (namelijk Bonheiden, Bornem, Duffel, Mechelen, Puurs-Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek).


Het aartsbisdom is tweetalig en is sinds 1962 opgedeeld in drie territoriale vicariaten:

  • het tweetalige vicariaat Brussel (Jean Kockerols)
  • het Nederlandstalige vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen (Koen Vanhoutte)
  • het Franstalige vicariaat Waals-Brabant (Rebecca Alsberge)

Het aartsbisdom bestaat uit 661 parochies, gegroepeerd in 37 dekenaten.


De huidige aartsbisschop is Luc Terlinden, die tevens metropoliet is van België en daarmee vanuit de NIET-STAAT-BENELUX-UNIE ook KERKVADER van alle Oosters-Orthodoxe kerken en Oosterse kerk in de GEHELE WERELD is.

(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Metropoliet)

Het aartsbisdom heeft twee kathedralen: naast de metropolitaanse Sint-Romboutskathedraal in Mechelen heeft het aartsbisdom sinds 1961 ook een tweede zetel in Brussel met de Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele.


Geschiedenis

Mechelen werd bij de herindeling van de bisdommen in 1559 onder Filips II de zetel van een aartsbisdom:

op 12 mei 1559 richtte paus Paulus IV met de bul Super Universas drie nieuwe kerkprovincies op in de toenmalige Nederlanden: Mechelen, Utrecht en Kamerijk.


Hiermee werden de Lage Landen ook in kerkelijk opzicht losgemaakt van Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk.

Om het nieuwe aartsbisdom enig financieel draagvlak te geven werd de benedictijner Abdij van Affligem, gelegen op de grens van het hertogdom Brabant en het graafschap Vlaanderen, geïncorporeerd in het aartsbisdom Mechelen. Tot de Franse Revolutie was de aartsbisschop van Mechelen ook abt van Affligem.


Het huidige aartsbisschoppelijk paleis op de Wollemarkt in Mechelen bevindt zich daarom ook op de plaats waar in de zestiende eeuw een refugium stond van de Abdij van Affligem.

Onder Matthias Hovius (1596-1620) zou de Contrareformatie in het aartsbisdom definitief op gang komen. Geheel volgens de voorschriften van het Concilie van Trente (1545-1563) stichtte deze dynamische aartsbisschop een seminarie voor de opleiding van de clerus.

In 1607 riep hij in Mechelen een Provinciaal Concilie samen waar de krachtlijnen werden vastgelegd van de zielzorg naar tridentijns model. Daarbij werd besloten een catechismus op te stellen. De eerste Mechelse Catechismus, waarvan de redactie was toevertrouwd aan de jezuïetLodewijk Makeblyde, verscheen vervolgens in 1609.


De Franse Revolutie had ook voor het aartsbisdom Mechelen desastreuse gevolgen. De Franse bezetter sloeg alle kerkelijke goederen aan, het aartsbisschoppelijk paleis in Mechelen werd verkocht als "nationaal goed" en kardinaal Frankenbergstierf in 1804 na veel omzwervingen als balling in Breda.

Het Concordaat uit 1801 tussen Napoleon en paus Pius VIInormaliseerde de betrekkingen tussen Kerk en Staat, al was de bevoogding van de Kerk door de burgerlijke overheid groot. Ten gevolge van het Concordaat werd het aartsbisdom Mechelen uitgebreid met het opgeheven bisdom Antwerpen.


Op 8 december 1961 werd het bisdom Antwerpen heropgericht door de bul Christi Ecclesia. De demografische groei binnen het aartsbisdom was de voornaamste reden om tot deze splitsing over te gaan.

Het aartsbisdom Mechelen heet sindsdien het aartsbisdom Mechelen-Brussel en omvat momenteel de provincies Vlaams- en Waals-Brabant, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het administratief arrondissement Mechelen in de provincie Antwerpen met uitzondering van de kantons Lier en Heist-op-den-Berg die tot het bisdom Antwerpen behoren.


Kardinaal Suenens richtte in 1962, naast de diocesane diensten, de territoriale vicariaten (het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen, het vicariaat Waals-Brabant en het vicariaat Brussel) en de categoriale vicariaten (vicariaat voor het Tijdelijke, vicariaat voor het Godgewijde leven, vicariaat van het Onderwijs) op.


Statistische gegevens

Cijfers van begin 2003:

  • Oppervlakte: 3635 km²
  • Inwoners: nagenoeg 2,5 miljoen
  • 827 diocesane priesters, 127 diocesane priesters uit een ander bisdom
  • 318 in het diocees ingeschakelde religieuzen
  • 102 permanente diakens
  • 1419 priester-religieuzen en ongeveer 3139 vrouwelijke religieuzen

In 2007 bestond het aartsbisdom Mechelen-Brussel uit 33 dekenaten en 660 parochies. Het aartsbisdom telde toen 705 diocesane priesters (een afname van 122 in 4 jaar), 145 priesters uit een ander bisdom (een toename met 18) maar in dienst van het aartsbisdom, en 92 permanent diakens (een afname van 12) waren in dienst van het aartsbisdom.

Heiligen en gedenkdagen in het bisdom

  • H. Goedele, maagd (8 januari, vrije gedachtenis)
  • H. Mutien-Marie Wiaux, kloosterling (30 januari, vrije gedachtenis)
  • H. Amandus, bisschop (6 februari, vrije gedachtenis)
  • H. Gertrudis van Nijvel, maagd (12 februari, vrije gedachtenis)
  • H. Bonifatius van Brussel, bisschop (12 februari, vrije gedachtenis)
  • H. Bernadette Soubirous, maagd (18 februari, vrije gedachtenis)
  • H. Coleta, maagd (6 maart, vrije gedachtenis)
  • Kerkwijdingsfeest van de metropolitane kerk (28 april, feest)
  • H. Damiaan De Veuster, priester (10 mei, vrije gedachtenis)
  • H. Servatius, bisschop (13 mei, vrije gedachtenis)
  • Z. Edward Poppe, priester (10 juni, vrije gedachtenis)
  • H. Lutgardis, maagd (16 juni, vrije gedachtenis)
  • H. Rumoldus, bisschop (1 juli, (patroons)feest)
  • HH. Martelaren van Gorcum (9 juli, vrije gedachtenis)
  • H. Maria Amendina, maagd en gezellen, martelares (10 juli, vrije gedachtenis)
  • H. Juliana van Cornillon, maagd (7 augustus, vrije gedachtenis)
  • H. Gaugericus, bisschop (12 augustus, vrije gedachtenis)
  • H. Maria, moeder en middelares van genade, (31 augustus, vrije gedachtenis)
  • Kerkwijdingsfeest van de kathedrale kerk van Brussel (12 september, feest)
  • H. Lambertus, bisschop en martelaar (17 september, vrije gedachtenis)
  • H. Hubertus, bisschop (3 november, vrije gedachtenis)
  • H. Willibrordus, bisschop (7 november, vrije gedachtenis)
  • H. Albertus, bisschop en martelaar (24 november, vrije gedachtenis)
  • H. Johannes Berchmans, jezuïet (26 november, vrije gedachtenis)
  • H. Wivina, maagd (17 december, vrije gedachtenis)

Voor feitelijke, wettelijke, historische en wetenschappelijke lees de volgende links en deeplinks op De Nieuwe Media, bekijk en lees daarin ook de zelf verklarende foto's en bekijk en beluister daarin ook de vele Video's en Tv-Uitzendingen.



https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-laatste-openbaring-van-de-oude-demonische-wereld-aan-de-wereldbevolking-geert-wilders-is-de-mol-in-het-land-wat-tot-heden-nederland-wordt-genoemd/  Eerste Geschrift

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/heeft-donald-trump-door-toedoen-van-apostel-petrus-vanuit-onze-lieve-vrouwebaseliek-te-tongeren-in-belgie-met-de-hulp-van-de-onbevlekte-maria-in-de-notre-dame-te-parijs-in-frankrijk-op-8-december-2024-op-het-laatste-moment-het-goddelijk-licht-gezien/  Tweede Geschrift

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-nieuwe-president-donald-trump-van-de-verenigde-staten-heeft-van-voc-en-wic-wereldleider-geert-wilders-het-bevel-gekregen-om-in-naam-van-gods-heilige-profeet-willem-v-van-oranje-op-8-december-2024-de-notre-dame-kathedraal-in-parijs-te-heropenen/  Derde Geschrift


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/dick-schoof-en-mark-rutte-hebben-het-verkrachting-voortplantingszaad-van-de-doorluchtige-prins-bernhard-van-oranje-nassau-van-lippe-biesterfeld-gebruikt-om-in-2014-de-oorlog-in-oekraine-te-beginnen/ (DEEL 1)

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/dick-schoof-en-mark-rutte-hebben-het-verkrachting-voortplantingszaad-van-de-doorluchtige-prins-bernhard-van-oranje-nassau-van-lippe-biesterfeld-gebruikt-om-in-2014-de-oorlog-in-oekraine-te-beginnen-2/ (DEEL 2)

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/dick-schoof-en-mark-rutte-hebben-het-verkrachting-voortplantingszaad-van-de-doorluchtige-prins-bernhard-van-oranje-nassau-van-lippe-biesterfeld-gebruikt-om-in-2014-de-oorlog-in-oekraine-te-beginnen-3/ (DEEL 3)


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/22-november-1963-is-een-memorabele-dag-in-de-wereldgeschiedenis-de-dag-van-de-moord-van-de-amerikaanse-president-john-f-kennedy-jfk-wat-een-heuse-schokgolf-teweegbracht-over-de-hele-wereld-en-22-11-2025-de-dag-van-de-definitieve-invoering-van-iso-20022/


Bij de Grondwetsherziening van 1848 werd het ADELDOM afgeschaft. Koningin Beatrix hebben samen met PvdA minister Ed van Thijn van Binnenlandse Zaken (die voorheen vanaf 1983-1994 burgemeester van Amsterdam was) en CDA minister Hirsch Ballin van Justitie (1989-1994) in het kabinet-Lubbers III (CDA / PvdA) bij KONINKLIJK BESLUIT de Wet van 10 mei 1994, houdende regeling inzake de adeldom (Wet op de adeldom) "146 JAAR LATER" het ADELDOM met TERUGWERKENDE KRACHT weer ingevoerd voor het ADELGESLACHT van voor 1795. Hirsch Ballin was in diezelfde periode (1989-1994) ook Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, werd daarna in 1994 en 2010 Minister van Binnenlandse Zaken en was vanaf 2000 tot 2006 Lid van de Raad van State onder Voorzitter koningin Beatrix.


18 oktober 2025: ALLE NEDERLANDERS die op 29 OKTOBER 2025 gaan stemmen zijn als 'NATUURLIJK PERSOON' van 'VLEES EN BLOED' persoonlijk verantwoordelijk voor de UITROEIING VAN AL HET LEVEN OP AARDE, waaronder 'HUN EIGEN KINDEREN' (285 blz.)

26 september 2025: Sommatie van gevolmachtigd rechtspersoon het Ecologisch Kennis Centrum B.V. (KvK- nummer: 16090111) gericht aan Charlotte Pompe (LID) als natuurlijk persoon persoonlijk in handen (totaal: 292 blz.)

(10 september 2025) Vanuit de "Onze-Lieve-Vrouwebasiliek" te Tongeren in België, waaronder apostel PETRUS ligt begraven, heeft GOD ingegrepen. De NIET-STAAT-BENELUX-UNIE is gevallen. De TIEN GEBODEN VAN GOD zijn WERELDWIJD van kracht (72 blz.)


DATABANK VAN HET ECOLOGISCH KENNIS CENTRUM B.V.

NIET president DONALD TRUMP van de VS is de VEROORZAKER van de HUIDIGE SPANNINGEN in VENEZUELA en OEKRAΪNE en in de REST VAN DE WERELD. Dat zijn de NEDERLANDSE ROYALS vanuit de kleine NEDERLANDSE KOLONIE GENÉVE vanuit de NIET-STAAT-BENELUX-UNIE

Alle "NAZI-VOC-WIC-BOC-OORLOGEN" – waaronder ook de huidige OEKRAΪNE-OORLOG (zie foto) – zijn vanaf 1788 gevoerd door "NEDERLANDSE BENELUX ROYALS" vanuit naar de KLEINE NEDERLANDSE KOLONIE de "Zugewandter Orte van het Zwitserse Eedgenootschap: Republiek Genéve" in ZWITSERLAND.


Door Dienie Kars en Ad van Rooij


De "NEDERLANDSE BENELUX ROYALS" waaronder de "BRITSE ROYALS" met inbegrip van de ROOMS-KATHOLIEKE KERK, de PROTESTANTE KERK en de ANGLICAANSE KERK zullen al het "GESTOLEN GELD, EIGENDOMMEN, ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN" moeten TERUGGEVEN aan ALLE SLACHTOFFERS op AARDE en zullen GOD om VERGIFFENIS MOETEN VRAGEN.

(bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Brabant)


Venezuela woest na waarschuwing Trump over luchtruim: 'Kolonialistische dreiging'

(De Amerikaanse president Donald Trump en zijn Venezolaanse collega Nicolás Maduro. © AFP, bron: https://www.ad.nl/buitenland/venezuela-woest-na-waarschuwing-trump-over-luchtruim-kolonialistische-dreiging~a80ca4e0/)
(De Amerikaanse president Donald Trump en zijn Venezolaanse collega Nicolás Maduro. © AFP, bron: https://www.ad.nl/buitenland/venezuela-woest-na-waarschuwing-trump-over-luchtruim-kolonialistische-dreiging~a80ca4e0/)


De Amerikaanse president Donald Trump zegt dat het luchtruim boven Venezuela als gesloten moet worden beschouwd. Hij verklaarde dat op zijn platform Truth Social. De spanningen tussen de VS en het Zuid-Amerikaanse land zijn de afgelopen tijd opgelopen. Venezuela heeft woest gereageerd.


Buitenlandredactie

29 november 2025, 14:05 Laatste update: gisteren om 21:44


'Aan alle luchtvaartmaatschappijen, piloten, drugsdealers en mensensmokkelaars: beschouw het luchtruim boven en rondom Venezuela als volledig gesloten', staat in een bericht dat deels in hoofdletters was geschreven.

De regering van Venezuela veroordeelt de waarschuwing van Trump. In een reactie noemt het ministerie van Buitenlandse Zaken de opmerking van de Amerikaanse president een 'kolonialistische dreiging.' Venezuela veroordeelt 'de kolonialistische dreiging die de soevereiniteit van zijn luchtruim wil aantasten en die opnieuw een buitensporige, illegale en ongerechtvaardigde agressie tegen het Venezolaanse volk vormt', aldus de verklaring.


Spanningen

De spanningen tussen de Verenigde Staten en Venezuela zijn de afgelopen tijd steeds verder opgelopen. De VS heeft onder meer het grootste vliegdekschip ter wereld naar de regio gestuurd en aanvallen uitgevoerd op bootjes die drugs zouden vervoeren. Donderdag kondigde Trump aan dat er ook acties op land zitten aan te komen.

Sinds september heeft het Amerikaanse leger meer dan twintig boten aangevallen in de Caribische Zee, omdat die drugs zouden hebben vervoerd. Daarbij vielen minstens 83 doden. Bewijs voor die beschuldigingen is nooit geleverd.


Terroristische organisatie

Volgens Amerikaanse bronnen zou Trump vanaf maandag formeel meer ruimte krijgen om hard tegen Venezuela op te treden. Dat komt doordat de VS eerder heeft besloten de Venezolaanse president Nicolás Maduro en zijn naaste regeringsleden te bestempelen als leden van een buitenlandse terroristische organisatie.

Hoewel de Amerikaanse regering beweert drugskartels te bestrijden, beschouwt Maduro de dreiging als een poging om hem omver te werpen.

De Amerikaanse krant The New York Times schreef dat Trump en Maduro elkaar onlangs nog wel telefonisch hebben gesproken. Volgens bronnen van de krant hebben ze de mogelijkheid besproken elkaar persoonlijk te treffen.


KLM

KLM blijft vliegen op Caribische eilanden als Curaçao en Aruba, meldt het bedrijf. De eilanden, onderdeel van het Nederlandse koninkrijk, liggen zeer dicht bij het Zuid-Amerikaanse land.

Volgens een woordvoerster van KLM heeft de stap van Trump geen impact op vluchten van de maatschappij. KLM vliegt al ruim een week niet meer door het Venezolaanse luchtruim, laat ze weten.

Dat kan betekenen dat KLM-vluchten naar bestemmingen in Zuid-Amerika iets moeten omvliegen.

Vorige week waarschuwde de Amerikaanse luchtvaartautoriteit grote luchtvaartmaatschappijen ook al voor een 'potentieel gevaarlijke situatie' bij het vliegen boven Venezuela vanwege een 'verslechterende veiligheidssituatie en verhoogde militaire activiteit in of rond' het land


ABC-eilanden – Betekenis, herkomst & geschiedenis

(ABC-eilanden – Betekenis, herkomst & geschiedenis, bron: https://historiek.net/abc-eilanden-herkomst-aruba-bonaire-curacao/137227/)
(ABC-eilanden – Betekenis, herkomst & geschiedenis, bron: https://historiek.net/abc-eilanden-herkomst-aruba-bonaire-curacao/137227/)

De term ABC-eilanden is een term die wel eens valt als het over de koloniale geschiedenis of de Benedenwindse Eilanden van de Kleine Antillen gaat. Maar wat is precies de betekenis en herkomst van de term ABC-eilanden?


Betekenis van de term ABC-eilanden

De ABC-eilanden is een afkorting van de Caribische eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao. Deze drie eilanden, ook wel Kleine Antillen genoemd (samen met de SSS-eilanden Saba, Sint-Maarten en Sint-Eustatius, ofwel de Bovenwindse Eilanden), maken deel uit van grotere eilandengroep in de Caribische Zee, de Benedenwindse Eilanden. Op de eilanden is het Papiaments de voornaamste omgangstaal, maar spreken ook veel mensen goed Nederlands.


De status van Aruba, Bonaire en Curaçao door de tijd heen

De ABC-eilanden kwamen in 1634 in Nederlandse bezit, toen de West-Indische Compagnie (WIC) de eilanden veroverde op de Spanjaarden.



Sinds die tijd zijn Aruba, Bonaire en Curaçao kolonies van Nederland.

Na de Vrede van Breda op 31 juli 1667, die de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog beëindigde, was in het Caribisch gebied ook Suriname een Nederlandse kolonie, die geruild werd voor New York dat onder Peter Stuyvesant in 1664 in Engelse handen kwam.


De ABC-eilanden bleven hun koloniale status behouden tot 1954.

Ze werden een deel van het Koninkrijk der Nederlanden op 15 december 1954 toen, na acht jaar discussiëren, het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden tot stand kwam. Dit Statuut werd ondertekend door Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.


Op 25 november 1975 werd Suriname een onafhankelijke staat

en sindsdien bestond het Koninkrijk der Nederlanden uit Nederland en de
Nederlandse Antillen.


In 1986 kreeg Aruba een status aparte als afzonderlijk land binnen het Koninkrijk.

Hierna volgden, vanaf oktober 2010, ook Curaçao en Sint-Maarten. Op dat moment werd eveneens besloten dat Saba en Sint-Eustatius erkend zouden worden als 'bijzondere gemeentes' van Nederland.


Op 2 november 2006 sloten de landen Nederland, Curaçao en Sint Maarten een verdrag.

Dat moest ertoe leiden dat beide eilanden een status aparte binnen het Koninkrijk zouden verkrijgen, net zoals Aruba in 1986.


De Nederlandse Antillen zijn als land op 10 oktober 2010 opgeheven.

Ze functioneren sindsdien als soevereine landen binnen het Koninkrijk; Bonaire, Sint-Eustatius en Saba bleven bijzondere Nederlandse gemeentes. (PS: HIER ZIT DE BRON van S'WERELDS GROOTSTE BELASTINGPARADIJS vanuit PEDO-LOVER burgemeester FEMKE HALSEMA (GroenLinks-PvdA) van AMSTERDAM en van onder meer het WITWASSEN VAN DRUGSGELDEN, GESTOLEN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN met VALSE PASPOORTEN met behulp van GEKIDNAPTE, LEVEND BEGRAVEN EN TOT LEVEN OPGEWEKTE OVERLEDEN PERSONEN als ook de ALGEHELE VERNIETIGING van de MENSHEID OP AARDE met VERGIFTIGING met onder meer ARSEENZUUR, CHROOM VI, CHEMTRAILS, NANO-deeltjes, DRUGS, VACCINATIES, (IONISERENDE-) STRALING, 5G tot (Modulair uitgepakt) 100G , AI, QUANTUM-AI, het VOEREN VAN OORLOGEN, etc.)

Op 10 oktober 2010 (Caribische tijd) vond de opheffing plaats van de Nederlandse Antillen als 'afzonderlijk' land.

Ook interessant: Slavenhuisjes op Bonaire
Boek: Het einde van de Antillen

Voor meer feitelijke, wettelijke, historische en wetenschappelijke informatie over PEDO-LOVER burgemeester FEMKE HALSEMA (GroenLinks-PvdA) van AMSTERDAM lees het volgende artikel de op De Nieuwe Media met links en deeplinks bekijk en lees daarin ook de zelf verklarende foto's en bekijk en beluister daarin ook de vele Video's en Tv-Uitzendingen en lees ook ons daaronder ingevoegde artikel van 17 november 2025.


VOOR MEER INFORMATIE OVER DE PEDO-LOVERS HARRY BORGHOUTS, FEMKE HALSEMA, ANGELA MERKEL, GEERT WILDERS EN FLEUR AGEMA, LEES DIT ARTIKEL OP DE NIEUWE MEDIA

11-02-2025

Brief uit 1933 gevonden in muur van Gents hotel: "Hitler is de man van den dag in Duitschland, de wereld springt op krukken" is daarmee degene die met de hulp van Trump en Poetin de Aardse Wereld redt van de totale vernietiging

Het KABINET LUBBERS III (CDA / PvdA) heeft bij Koninklijk Besluit van 10 mei 1994 het "EERSTE FRANSE KEIZERRIJK" van "ROOMS-KEIZER NAPOLEON BONAPARTE GESTOLEN" en daarmee "'S-WERELDS GROOTSTE STAATSGREEP OOIT" gepleegd

De Nederlandse ROYALS ONDERMIJNEN al 146 JAAR lang WERELDWIJD het STAATSRECHT vanuit de NIET-STAAT-BENELUX-UNIE en plegen daarmee maar liefst vanaf het jaar 1848 "'S-WERELDS GROOTSTE STAATSGREEP OOIT" in strijd met de herziene GRONDWET VAN 1848.


Door Dienie Kars en Ad van Rooij


De Hoge Raad van Adel is samengesteld uit vijf leden, die bij koninklijk besluit worden benoemd en ontslagen. Benoemingen vinden in principe plaats voor het leven. De functie die de leden van de Raad vervullen is een onbezoldigd ereambt.

(bron https://www.hogeraadvanadel.nl/over-ons/taken/voorzitters-en-leden-van-de-hoge-raad-van-adel-vanaf-1814)


1. Mr. W.A. baron van Spaen la Lecq (1750-1817) − voorzitter 1814-1817.

2. M.L. van Hangest baron d'Yvoy van Mijdrecht (1753-1831) − lid 1814-1831, fungerend voorzitter 1817-1818.

3. A.C. baron Snouckaert van Schauburg (1763-1841) − lid 1814-1841.

4. Mr. R. Metelerkamp (1772-1836) − lid 1814-1815.

5. Mr. H. van Wijn (1740-1831) − honorair lid 1814-1831.

6. Jonkheer E.F.H. O'Kelly de Galway (1765-1840) − lid 1815-1830.

7. Jonkheer mr. L. de Witte van Citters (1781-1862) − lid 1815-1853, fungerend voorzitter 1845-1850, voorzitter 1851-1853.

8. F.G. baron van Lijnden van Hemmen (1761-1845) − voorzitter 1818-1845.

9. W.H.J. baron van Westreenen van Tiellandt (1783-1848) − lid 1831-1848, eerder thesaurier-chartermeester.

10. Jonkheer mr. A.C. van der Goes (1791-1852) − lid 1841-1852.

11. Mr. W.J. baron d'Ablaing van Giessenburg (1812-1892) − lid 1848-1852, daarna secretaris (nr. 5).

12. Mr. R.A. baron van Hoëvell van Nijenhuis (1810-1888) − lid 1852, fungerend voorzitter 1853-1865, eerder secretaris (nr. 4).

13. Mr. L.N. baron van der Goes van Dirxland (1806-1885) − lid 1852-1861.

14. Jonkheer W.I.C. Rammelman Elsevier (1810-1885) − lid 1856-1866.

15. Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink (1810-1865) − lid 1861-1865.

16. Mr. L.A.J.W. baron Sloet van de Beele (1806-1890) − lid 1861, opnieuw benoemd 1875 (zie nr. 23).

17. Mr. R.J. graaf Schimmelpenninck van Nijenhuis (1821-1893) − lid 1861, voorzitter 1866-1893.

18. Mr. A.C. baron Snouckaert van Schauburg (1803-1878) − lid 1866-1878.

19. Mr. W. baron van Goltstein (1831-1901) − lid 1866-1874.

20. Jonkheer C.A. van Sypesteijn (1823-1892) − lid 1866-1873, opnieuw benoemd 1883 (zie nr. 25).

21. Mr. L.Ph.C. van den Bergh (1805-1887) − lid 1866-1887.

22. Mr. M.Ch.H. ridder Pauw van Wieldrecht (1816-1895) − lid 1873-1892.

23. Mr. L.A.J.W. baron Sloet van de Beele, lid 1875-1890, eerder lid in 1861 (zie nr. 16).

24. Mr. J.C.E. graaf van Lynden (1835-1878) − lid 1878.

25. Jonkheer C.A. van Sypesteijn (1823-1892) − lid 1883-1892, eerder lid 1866-1873 (zie nr. 20).

26. Mr. M.W. baron du Tour van Bellinchave (1835-1908) − lid 1878-1883, opnieuw benoemd 1892 (zie nr. 29).

27. A. baron Schimmelpenninck van der Oye van de beide Pollen en Nijenbeek (1839-1918) − lid 1887, voorzitter 1893-1907.

28. Jonkheer mr. dr. Th.H.F. van Riemsdijk (1848-1923) − lid 1891-1923.

29. Mr. M.W. baron du Tour van Bellinchave (1835-1908) − lid 1892-1906, eerder lid 1878-1883 (zie nr. 26).

30. Jonkheer M.P. Smissaert (1825-1900) − lid 1893-1900.

31. A.C. baron Snouckaert van Schauburg (1841-1902) − lid 1893-1902.

32. Mr. C.J.E. graaf van Bijlandt (1840-1902) − lid 1900-1902.

33. G.C. baron van Asbeck (1856-1934) − lid 1902, voorzitter 1908-1934.

34. Jonkheer mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt (1852-1939) − lid 1903, voorzitter 1934-1939.

35. Mr. W.L. baron de Vos van Steenwijk (1859-1947) − lid 1907-1935.

36. A.Z. graaf van Rechteren Limpurg (1863-1918) − lid 1908-1918.

37. R.H.O. baron van der Capellen (1854-1937) − lid 1919-1937.

38. Jonkheer mr. dr. W.A. Beelaerts van Blokland (1883-1935) − lid 1924-1935, eerder secretaris (nr. 9).

39. Mr. F.F. baron de Smeth (1887-1939) − lid 1934-1939.

40. Mr. J.A.G. baron de Vos van Steenwijk (1889-1972) − lid 1935, voorzitter 1939-1947.

41. Jonkheer mr. F. Beelaerts van Blokland (1872-1956) − lid 1935, voorzitter 1947-1956.

42. Mr. J.F. baron van Haersolte (1880-1957) − lid 1937-1954.

43. Jonkheer dr. B.M. de Jonge van Ellemeet (1881-1962) − 1939-1957.

44. Mr. C.E.A. baron van Hövell van Westervlier en Weezeveld (1878-1956) − lid 1939-1956.

45. J.J.G. baron van Voorst tot Voorst (1880-1963) − lid 1947-1960.

46. Jonkheer mr. dr. D.P.M. Graswinckel (1888-1960) − lid 1954, voorzitter 1956-1960.

47. Jonkheer mr. M.A. Beelaerts van Blokland (1910-1990) − lid 1956, voorzitter 1960-1966.

48. Mr. G.C.D. baron van Hardenbroek (1902-1960) − lid 1956-1960.

49. Jonkheer mr. C.C. van Valkenburg (1910-1984) − lid 1957, voorzitter 1966-1984.

50. Mr. A.N. baron de Vos van Steenwijk (1912-1996) − lid 1960, voorzitter 1984-1986.

51. Jonkheer mr. P.G.M. van Meeuwen (1899-1982) − lid 1960-1972.

52. Jonkheer mr. G.A.M.J. Ruijs de Beerenbrouck (1904-1983) − lid 1960-1983.

53. Jonkheer mr. A.J.M van Nispen tot Pannerden (1914-1972) − lid 1966-1972.

54. Jonkheer mr. T.K.M.J. van Sasse van Ysselt (1908-2004) − lid 1972-1992.

55. Mr. F.W.B. baron van Lynden (1918-2000) − lid 1972, voorzitter 1986-1991.

56. Mr. A.M.J. baron van Hövell tot Westervlier en Wezeveld (1911-1991) − lid 1977-1987.

57. Drs. C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije (1943) − lid 1984, voorzitter 1991-2015.

58. Jonkheer mr. C.L. Reigersman (1927-2020) − lid 1986-2001.

59. C.W.J. baron de Weichs de Wenne (1934-2016) − lid 1987-2005.

60. Mr. J.P. Eschauzier (1941-2022) − lid 1991-2011.

61. Jonkvrouw M. van den Brandeler (1941-2009) − lid 1992-2009.

62. Jonkheer dr. F.K.M. van Nispen tot Pannerden (1951) − lid 2001-2016.

63. Mr. H.C.R.M. baron de Wijkerslooth de Weerdesteijn (1950) − lid 2004-2024.

64. Drs. R.M. barones van Pallandt (1964) − lid vanaf 2010.

65. Mr. C.J.A. barones Snouckaert van Schauburg - Buchwaldt (1965) − lid 2012-2022.

66. Jonkheer mr. J.P. de Savornin Lohman (1948) − voorzitter vanaf 2015.

67. Jonkheer mr. F.J.M.I. van Rijckevorsel van Kessel (1958) − lid vanaf 2017.

68. Mr. H.M.A.F. van Gent - barones van der Feltz (1964) − lid vanaf 2023.

69. Mr. J.C. baron van Haersolte (1961) − lid vanaf 2024.

(bron https://www.hogeraadvanadel.nl/over-ons/taken/secretarissen-van-de-hoge-raad-van-adel-vanaf-1814)


  1. Jonkheer mr. J. van der Lely van Oudewater (1769-1825) − 1814-1815.
  2. Mr. P. de Wacker van Zon (1758-1818) − 1815-1818.
  3. Mr. Ch.A. Chais (1762-1840) − 1818-1841.
  4. Mr. R.A. baron van Hoëvell van Nijenhuis (1810-1888) − 1841-1852, daarna lid en fungerend voorzitter (nr. 12).
  5. Mr. W.J. baron d'Ablaing van Giessenburg (1812-1892) − 1852-1861, eerder lid (nr. 11).
  6. Jonkheer E.W. van Weede (1820-1897) − 1861-1866.
  7. Jonkheer mr. P.A. van den Velden (1831-1892) − waarnemend 1866-1881, 1881-1892.
  8. Jonkheer D. Rutgers van Rozenburg (1854-1929) − 1892-1909.
  9. Jonkheer mr. dr. W.A. Beelaerts van Blokland (1883-1935) − 1909-1924, daarna lid (nr. 38).
  10. Jonkheer mr. D.J.P. Hoeufft (1894-1977) − 1924-1929.
  11. Mr. dr. J.Ph. de Monté ver Loren (1901-1974) − 1930-1942.
  12. Mr. dr. J.P.J. Gewin (1880-1965) − waarnemend 1942-1945.
  13. Mevrouw J.H.G. Meihuizen - Landré (1886-1970) − waarnemend 1946.
  14. Mr. M.J.H. de Bruyn van Melis- en Mariekerke (1891-1964) − 1946-1957.
  15. Jonkheer mr. H.E. van Weede (1918-1968) − 1957-1968.
  16. D. baron Mackay (1900-1969) − waarnemend 1968.
  17. Mr. O. Schutte (geb. 1938) − 1968-2003.
  18. Mr. dr. E.J. Wolleswinkel (geb. 1950) − 2003-2015.
  19. Mr. M.R.M.M. Scheidius (1959-2024) − 2015-2024.
  20. Mr. R.P.J. thoe Ritsema (1988-) − 2024-.

(bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Anne_van_Spaen_la_Lecq)


Willem Anne baron van Spaen la Lecq (Den Haag, 26 december 1750 - Den Haag, 29 april 1817), heer van Ringenberg en Harde(n)stein, was een 18e-eeuws edelman, bestuurder, politicus en genealoog en de eerste president van de Hoge Raad van Adel.

Leven en werk

  • Van Spaen werd in 1750 geboren als zoon van Alexander Sweder rijksvrijheer van Spaen (1703-1768) en Elisabeth Agnes Jacoba gravin van Nassau la Lecq, op haar beurt een dochter van Willem Hendrik van Nassau-LaLecq en afstammelinge van Prins Maurits.

(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Maurits_van_Oranje)


Maurits van Oranje (Dillenburg, 14 november 1567 – Den Haag, 23 april 1625), prins van Oranje en graaf van Nassau was stadhouder en legeraanvoerder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Tot hij in 1618 de titel prins van Oranje erfde van zijn halfbroer Filips Willem, werd hij Maurits van Nassau genoemd. In de literatuur en populaire traditie is hij beter bekend als prins Maurits.

Maurits van Oranje bracht zijn jeugd deels door op slot Dillenburg, waar zijn oom Jan van Nassau hem in het Duits opvoedde. Zijn vader Willem van Oranje kon dat niet op zich nemen, omdat hij destijds in de Nederlanden was om de Opstand tegen Spanje te leiden.

Na opleidingen in Heidelberg en Leiden werd Maurits op zijn achttiende verjaardag stadhouder van Holland en Zeeland.

Hij bracht twee jaar door in het Staatse leger, voordat hij het opperbevel kreeg. Maurits werd in 1590 stadhouder over de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht.

Als kapitein-generaal voerde hij het leger aan tegen Spanje. Gedurende de Tien Jaren van 1588 tot 1598 behaalde hij onder het politieke leiderschap van de landsadvocaat Johan van Oldenbarneveltvele overwinningen. Het was een keerpunt in de oorlog en de Spanjaarden werden uit het noorden en oosten van de Republiek verdreven. Op militair gebied was dit succes mede te danken aan de hervormingen die Maurits samen met de Friese stadhouder Willem Lodewijk in het leger doorvoerde.

De goede samenwerking met Van Oldenbarnevelt kreeg een deuk toen Maurits tijdens een expeditie op een Spaans leger stuitte: de Slag bij Nieuwpoort. Tijdens het Twaalfjarig Bestand brak er in de Republiek een religieus conflict uit. Maurits koos de kant van de orthodoxe calvinisten (gomaristen), waarmee hij recht tegenover Van Oldenbarnevelt kwam te staan, met uiteindelijk een machtsovername en de onthoofding van de landsadvocaat tot gevolg. De verantwoordelijkheid voor deze politieke moord berust bij Maurits.

De jaren erna ging het land zowel op bestuurlijk als op militair gebied achteruit. Na zijn overlijden volgde zijn halfbroer Frederik Hendrik hem op als stadhouder.


Achtergrond

Voor Maurits' geboorte verwierf zijn vader, Willem van Oranje, groot aanzien aan het Habsburgse hof in Brussel, de Nederlanden. In 1544 erfde hij het prinsdom Orange en werd daarmee de hoogste edele in de Nederlanden na de landsheer.

Onder deze landsheerKarel V verliep de samenwerking goed en werd Willem benoemd tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Als stadhouder was hij plaatsvervanger van de landsheer. Ook nam hij zitting in de Raad van State die de landsheer moest adviseren.

Onder Karels opvolger, Filips II, verliep de samenwerking minder voorspoedig. Dat kwam vooral door het verschil van inzicht tussen Filips en Willem omtrent twee belangrijke vraagstukken die toen in de Nederlanden, maar ook in andere Europese landen speelden. Het ene vraagstuk betrof de centralisatie van het gezag. Filips wilde meer macht naar zich toetrekken ten koste van de macht van de afzonderlijke provincies.

Het tweede vraagstuk betrof de reformatie die door Maarten Luther was ontketend. Ook in de Nederlanden groeide in deze tijd het aantal protestanten, door de onvrede over de Katholieke Kerk.

Filips II wilde boven alles eenheid in zijn landen en daarom duldde hij geen andere religie dan het katholicisme. Wie er toch protestantse ideeën op nahield, werd vervolgd. Op beide punten hield Oranje er andere ideeën op na. Hij wilde geen centralisatie omdat dat zijn macht zou beperken, en hij streefde naar godsdienstvrijheid om onrust onder de bevolking te voorkomen. Door het innemen en verdedigen van deze standpunten verloor hij het vertrouwen van Filips II. Toen Filips II generaal Alva met 10.000 soldaten naar de Nederlanden zond om orde op zaken te stellen, vluchtte Willem van Oranje in april 1567 naar het Nassause stamslot Dillenburg. Zijn oudste zoon Filips Willem die in Leuven studeerde werd bij Alva's komst in gijzeling genomen en naar Spanje gestuurd.


Vroege jaren: Geboorte en familie

De familie Nassau woonde op de voorvaderlijke burcht in Dillenburg. Daar woonden onder andere Jan van Nassau en zijn broer Willem, zonen van Willem de Rijke, zo genoemd vanwege het grote aantal kinderen dat hij had, en Juliana van Stolberg. Hoewel Willem de Rijke een lutheraan was, kreeg zijn zoon Willem een katholieke opvoeding aan het Habsburgse hof in Brussel. Willem zou het soevereine land Orange erven en zo aan de naam Van Oranje komen. Zijn eerste vrouw Anna van Buren overleed al vroeg. Uit dit huwelijk waren twee kinderen geboren: Maria en Filips Willem.

Na het overlijden van Anna trouwde Willem met de nog zeer jonge Anna van Saksen. Het eerste kind dat uit dit huwelijk voortkwam was Anna, maar zij stierf al kort na haar geboorte. Hierna werd de eerste Maurits geboren, maar ook die stierf al snel. De tweede Maurits, de latere stadhouder, werd op 14 november 1567 geboren. Na hem volgde nog een meisje, Emilia van Nassau. Maurits' moeder kon niet wennen aan het leven op het kille slot en trok daarom na de geboorte van Emilia naar Keulen, waar zij wel het haar gewenste weelderige bestaan kon leiden. Zij leefde in Keulen zo uitbundig dat Willem zich in 1571, mede wegens haar buitenechtelijk kind Christina van Dietz, van haar liet scheiden, wat in die tijd ongebruikelijk was. In 1571 werd zij opgesloten en zes jaar later, krankzinnig geworden, stierf zij. Maurits zag Anna na haar vertrek nooit meer terug en zijn oudere, nog levende halfzus Maria nam gedeeltelijk de moederrol over.


Jeugd en onderwijs

Nadat Willem van Oranje de Nederlanden was ontvlucht vanwege de komst van Alva, heeft hij twee pogingen gewaagd met huurlegers de Nederlandse Opstand aan te wakkeren. De eerste keer was in 1568, waarbij zijn legers werden verslagen. De tweede keer, in 1572, sloeg de opstand met hulp van de geuzen wel aan. Vanaf dat jaar bleef Willem in de Nederlanden.

Vanwege Willems afwezigheid werd de opvoeding van Maurits overgenomen door Maurits' oom Jan. Hierdoor heeft Jan een grote invloed gehad op de ontwikkeling van Maurits. Hij kreeg op Dillenburg les in Duits, godsdienst, geschiedenis, Frans en Latijn. Ook leerde hij vechten, paardrijden en -springen, zoals een echte edelman betaamt. Later in 1575 werd hij samen met vier neven naar de universiteit gestuurd. Hij studeerde eerst in Heidelberg in het calvinistische land de Palts, in het huidige Duitsland. Na een korte periode aan de universiteit werd hij in 1577 als tienjarige naar de Nederlanden gebracht.

Op het Nassause kasteel van Breda kreeg hij Nederlands onderwijs samen met neef Filips van Nassau. In 1582 ging Maurits naar de pas in 1575 opgerichte universiteit van Leiden op kosten van de Staten van Holland, Zeeland en Utrecht. Hij woonde op het prinsenhof, wederom vergezeld door Filips van Nassau en een bescheiden gevolg.

Hij kreeg les van de beroemde humanist, filoloog en historiograaf Justus Lipsius, die hem onderwees in geschiedenis en het neostoïcisme. Rudolphus Snellius doceerde wiskunde, een vak waardoor Maurits erg geboeid raakte. Verder bleef hij ook oefenen met paardrijden, worstelen, zwemmen en het gebruik van wapens.

De Spanjaarden, onder leiding van Alexander Farnese, de hertog van Parma, rukten steeds verder op in de Nederlanden en de situatie zag er somber uit voor de opstandelingen. In grote delen van het zuiden, oosten en noorden van de Nederlanden had Spanje de controle terug. Toch werd de Spaanse koning afgezworen door de opstandige provincies. In de hoop voor steun besloten de Staten-Generaal de soevereiniteit van de provincies aan andere Europese monarchen aan te bieden. De steun van Frankrijk liep uit op een fiasco.

Terwijl men zocht naar andere mogelijkheden, werd Willem van Oranje vermoord door Balthasar Gerards in Delft in 1584, het jaar dat Maurits zeventien zou worden.

Vanwege zijn jeugdige leeftijd kon hij zijn vader niet opvolgen als leider van de opstand.

Wel kreeg Maurits in 1584 zitting in de Raad van State als eerbetoon aan zijn afkomst.

Hoewel hij daar weinig invloed kon uitoefenen, kon de ambitieuze Maurits de aangeboden functie niet weigeren.[1] Dat jaar nam hij het devies aan waaruit zijn aspiraties bleken: Tandem fit surculus arbor, "uiteindelijk wordt een twijgje een boom". Echte macht bezat de Raad van State niet, die was in handen van degenen die belastingen konden heffen: de afgevaardigden van de provincies, ofwel de Staten-Generaal.


Stadhouderschap

Op Maurits' achttiende verjaardag, in 1585, werd hij vanwege zijn hoge status benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland.

In die functie was hij vertegenwoordiger van die provincies, kon hij regenten in steden benoemen en gratie verlenen aan veroordeelden. Tegelijkertijd kreeg hij de titel geboren prins van Oranje, hoewel dat niet terecht was: die titel kwam toe aan zijn oudere halfbroer, Filips Willem. Wel gaf deze titel hem in de Nederlanden veel aanzien.

Na Frankrijk werd er geprobeerd hulp te krijgen van Engeland. De soevereiniteit wilde de Engelse koningin Elizabeth I niet. In plaats daarvan was zij bereid de opstandelingen met geld en militairen te steunen in ruil voor zeggenschap over het land door de benoeming van de gouverneur-generaal. Deze functionaris werd haar vertrouweling, de Engelsman Robert Dudley, graaf van Leicester. Met Maurits' benoeming als stadhouder voorkwamen Holland en Zeeland dat Leicester of een andere Engelsman de vacante plek zou innemen en daarmee de gewestelijke zelfstandigheid kon bedreigen.

Leicester zag de jonge stadhouder als een concurrent van zijn eigen gezag en de relatie tussen hen beiden was niet warm. In zijn functie als gouverneur-generaal kreeg Leicester tevens te maken met veel mislukkingen, vaak te wijten aan zijn eigen persoonlijkheid. Zijn inzichten met betrekking tot het katholicisme dat met vuur en zwaard bestreden moest worden, een handelsverbod met Spaanse gebieden en zijn houding tegenover het staatsbestel botsten vaak met de gewesten. Johan van Oldenbarnevelt, sinds 1586 de landsadvocaat van Holland, vertrouwde Leicester niet en aasde erop de macht van de Staten-Generaal en Holland te vergroten ten koste van die van de Engelsman. Van Oldenbarnevelt was een ambtenaar die was opgeklommen van pensionaris van de stad Rotterdam tot landsadvocaat van Holland. Door zijn kunde was hij in staat om in de doorgaans verdeelde Staten-Generaal de neuzen dezelfde kant op te krijgen: de Hollandse kant.

Maurits bemoeide zich als stadhouder niet met politiek en richtte zich uitsluitend op de aanvoering van het leger. Zijn eerste wapenfeit was de verovering van Axel in 1586, die hij samen met Philip Sidney leidde. Leicester was naast gouverneur-generaal ook opperbevelhebber van het leger. Toen bekend raakte dat Leicester vrede wilde sluiten met Parma verspeelde hij zijn laatste krediet. Hij probeerde nog door middel van een staatsgreep zich meester te maken van Maurits en Van Oldenbarnevelt, maar deze plannen mislukten waardoor zijn positie onhoudbaar werd.[3] Toen hij tijdelijk naar Engeland trok, greep Van Oldenbarnevelt de kans om Maurits naar voren te schuiven als bevelhebber over de door Holland en Zeeland betaalde troepen.

Door het geringe aantal militaire activiteiten in de winter was Leicesters verblijf in Engeland geen probleem. In de zomer was dat anders. Toen Leicester nog niet terug was, werd Maurits benoemd tot opperbevelhebber over alle troepen. Na zijn benoeming kon de strijd tegen de oprukkende Spanjaarden, die al het beleg voor Sluis hadden geslagen, weer beginnen. Om de Spaanse opperbevelhebber Parma weg te lokken van Sluis, en wegens de krappe financiële middelen, werden er rooftochten gehouden in Brabant. De gehoopte reactie van Parma bleef uit. Onverwachts kwam Leicester terug uit Engeland en hij nam opnieuw het opperbevel op zich. De samenwerking tussen hem en de Nederlanders was echter zodanig verstoord dat deze terugkomst uitliep op een mislukking en hij voorgoed terugkeerde naar Engeland.

Na de mislukte Spaanse invasie van Engeland met de Spaanse Armada sloeg Parma in 1588 het beleg voor Bergen op Zoom. Doordat de stad niet volledig omsloten kon worden, was het mogelijk de stad te blijven bevoorraden, waarmee inname werd voorkomen. Maurits trok er zelfs drie keer op uit om de troepen aldaar moed in te spreken. Dat dit met gevaar voor zijn eigen leven was deerde hem niet. Een jaar later kon hij evenwel niet voorkomen dat Geertruidenberg in Spaanse handen viel.


Tien Jaren

Zie Tien jaren (Tachtigjarige Oorlog) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Tien Jaren was de periode van 1588 tot 1598 in de Tachtigjarige Oorlog, waarbij onder het militaire leiderschap van Maurits en onder het politieke leiderschap van Van Oldenbarnevelt een groot aantal overwinningen op de Spaanse troepen werd behaald, waardoor grote gebieden aan de Republiek der Verenigde Nederlanden konden worden toegevoegd. Parma's opmars was gestopt, doordat de Spaanse koning Filips II de troepen nodig achtte in de Franse Hugenotenoorlogdie voor hem een hogere prioriteit had. De overgebleven Spaanse troepen werden uit het noorden en oosten verdreven, waarmee zogezegd, de tuin der unie gesloten werd. Na deze periode was Maurits' reputatie als groots veldheer definitief gevestigd.


Turfschip van Breda

Vanaf de jaren 90 ging Maurits een bepalende rol spelen in de Nederlanden. Hij en Van Oldenbarnevelt vulden elkaar uitstekend aan. Van Oldenbarnevelt hield zich op het politieke vlak bezig, stippelde de strategie uit en zorgde voor de nodige steun in de Staten-Generaal. Maurits was verantwoordelijk voor het uitvoeren van de militaire operaties.

Toen Adolf van Nieuwenaer, de stadhouder van Utrecht, Overijssel en Gelderland stierf, zochten die provincies naar een opvolger. Om de invloed van Holland te kunnen vergroten schoof Van Oldenbarnevelt Maurits naar voren, die al stadhouder van Holland en Zeeland was. Hoewel de provincies zonder stadhouder inzagen dat daarmee de macht van Holland nog groter zou worden, zagen zij ook in dat grote delen van hun gebieden nog in Spaanse handen waren en deze alleen met behulp van Holland heroverd zouden kunnen worden. Daarom werd Maurits in 1590 benoemd tot stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel.

Naast Van Oldenbarnevelt ging Maurits ook meer samenwerken met zijn neef Willem Lodewijk die stadhouder van Friesland was. De goede relatie tussen hen heeft altijd stand gehouden en op militair gebied heeft Willem Lodewijk veel invloed op Maurits gehad. Dit was mogelijk doordat Maurits toegankelijk was voor meningen van anderen.

Door het Spaanse verlies van de Armada zagen beide stadhouders kans om een tegenaanval tegen het verzwakte Spanje uit te voeren. De Staten-Generaal waren echter terughoudend, doordat de financiën nog niet op orde waren en doordat er nog geen vertrouwen was in de eigen kracht. De kans deed zich voor om Breda door middel van een list te veroveren. Maurits besprak dat met Van Oldenbarnevelt en kreeg toestemming om het plan uit te laten voeren. De stadhouder benaderde de turfschipper Willem van Bergen die aan het kasteel leverde voor de uitvoer van het plan.

De list met het turfschip slaagde en Breda kwam in Nederlandse handen, wat een geweldige positieve impuls aan de opstand gaf. De regenten in de Staten-Generaal waren vanaf dat moment overtuigd van de eigen kracht en besloten dat het offensief doorgezet moest worden. Dit was mede mogelijk, door de groei van de economie en daarmee ook van de schatkist.

Voor meer feitelijke, wettelijke en historische achtergrondinformatie over de list met het turfschip lees het volgende artikel op De Nieuwe Media.

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-openbaring-van-de-list-met-het-turfschip-van-breda-is-nabij/

Maurits' veldtocht van 1591

Zie Maurits' veldtocht van 1591 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1591 was er meer financiële ruimte en werd het leger uitgebreid met 3.000 man, zodat Maurits kon beginnen aan de veldtocht van 1591. Het zou Maurits' succesvolste jaar worden, terwijl zijn leger met 20.000 man een stuk kleiner was dan dat van de Spaanse commandant, de hertog van Parma die over 60.000 manschappen beschikte. Parma kon zijn troepen echter niet effectief inzetten vanwege muiterijen. Daarnaast was hij gedwongen om een groot aantal soldaten in Frankrijk in te zetten, waarmee Spanje ook in oorlog was en dat voor Filips een hogere prioriteit had.

De eerste stad die door Maurits veroverd werd was Zutphen, dat zich al na een belegering van vijf dagen overgaf. Het dichtbijgelegen Deventer, verdedigd door een neef van Maurits, Herman van den Bergh, was het volgende doel. Na tien dagen vechten gaf de stad zich onder gunstige voorwaarden over. Het noordelijke Groningen was het volgende doel van Maurits, dat als ruil diende voor de steun die Maurits kreeg van de Friese stadhouder Willem Lodewijk bij het veroveren van de IJsselsteden. Verdugo, de Spaanse commandant in Groningen, had op tijd door dat zijn stad het volgende doel zou zijn en kon de stad versterken. Daarom koos Maurits ervoor om Delfzijl te veroveren. Na Delfzijl spoedde hij zich naar de Betuwe, waar een Spaans leger onder leiding van Parma Knodsenburg belegerde. Parma dacht dat hij die strijd niet zou kunnen winnen en trok zich meteen terug, waardoor Knodsenburg ontzet werd. Maurits ging naar Arnhem, waar iedereen verwachtte dat hij zich nu op Nijmegen zou storten. Tot ieders verbazing verdween het Staatse leger echter weer van het toneel, net zo plotseling als het gekomen was. In september, met beter weer, werd het leger opnieuw verzameld en werd eerst Hulst en daarna toch Nijmegen veroverd. Al bij al was de status van Maurits als groot veldheer na deze veldtocht definitief gevestigd.


1592 - 1596

In het jaar erna wilden de Staten het succesvolle jaar herhalen. Iedere provincie had zijn eigen wensen wat betreft de steden die zij in 1592 graag veroverd zagen. Zo wilde Friesland dat Maurits naar Steenwijk en/of Coevorden trok, Holland en Zeeland wilden dat Geertruidenberg veroverd zou worden, en Gelderland en Overijssel zagen graag Groenlo in Staatse handen. Uiteindelijk werd besloten om eerst Steenwijk te belegeren, tot ongenoegen van Zeeland, dat weigerde mee te betalen. Om de sterke vesting klein te krijgen koos men ervoor om de muren op te blazen, door middel van het graven van tunnels. Dit was het eerste grote beleg waar engineering een grote rol speelde.

Tijdens het beleg werd Maurits in zijn wang geraakt door een afgeweken kogel. Hoewel het slechts een vleeswond was, drongen de Staten bij Maurits aan om voorzichtigheid in acht te nemen. Hiermee lieten ze blijken hoe onmisbaar Maurits was voor de Republiek. Na de overgave van Steenwijk, trok Maurits naar Coevorden. Coevorden was belangrijk, omdat met een verovering ervan, het Spaanse Groningen geïsoleerd zou raken, waardoor de stad gemakkelijker zou kunnen worden ingenomen. Ook Coevorden werd door een neef van Maurits, Frederik van den Berg, verdedigd. Behalve standhouden en wachten op een ontzettingsleger kon Frederik niet veel doen tegen de belegeraars. Dat ontzettingsleger kwam vanuit het noorden op 7 september onder leiding van Verdugo. Hoewel de Spaanse aanval voor Maurits een verrassing was, konden de belegeraars Verdugo's aanval eenvoudig afslaan. Maurits' overwinning zou zelfs groter geweest zijn als zijn leger de vluchtende Spanjaarden achterna gezeten zou hebben, maar dat werd niet gedaan om het beleg niet te vertragen. Na 17 dagen van belegeren gaf de stad zich over. Coevorden was de laatste stad die in 1592 werd veroverd.

Het jaar erop werd besloten om weer eens in het zuidwesten een aanval te ondernemen. Het werd Geertruidenberg. Deze stad gelegen aan het water was moeilijk in te sluiten, doordat ze eenvoudig te bevoorraden was. Ook de kans op een Spaans ontzettingsleger was groot. Om die reden moesten de belegeraars naast een stelling richting de stad, ook een stelling van de stad af opwerpen. Tussen deze twee stellingen konden de belegeraars zich vervolgens ophouden. Nadat de Staatse troepen een maand voor Geertruidenberg hadden gelegen, kwam er een ontzettingsleger onder leiding van Mansfeld, die Parma na zijn overlijden opvolgde. Mansfeld heeft geprobeerd Maurits met een leger weg te lokken, maar dat was zonder resultaat. Uiteindelijk moesten de belegerden zich in juni, na een beleg van drie maanden, overgeven. De verovering had een zware druk gelegd op de financiën en daardoor vonden erna geen grote ondernemingen meer plaats. Wel werd nog geprobeerd een verrassingsaanval op Brugge uit te voeren, maar die werd halverwege afgeblazen.

In 1594 werd door Maurits geprobeerd om 's-Hertogenbosch en later ook Maastricht in te nemen door middel van een list. Een verovering van een stad op zo'n manier was namelijk relatief goedkoop, al was de kans op slagen vaak klein. Toen beide pogingen mislukten, werd besloten Groningen in te nemen, dat zich na een beleg van twee maanden overgaf. Het zou Maurits' grootste stad zijn die hij zou veroveren. Ook tijdens dit beleg werd Maurits getroffen door een kogel op zijn schild en weer drongen de gedeputeerden er bij Maurits op aan vooral voorzichtig te zijn. Na dit dure beleg was het geld op en trokken de soldaten naar de garnizoensplaatsen. Vanwege de zwakte van Spanje, probeerde Van Oldenbarnevelt Maurits zover te krijgen om toch nog Groenlo aan te vallen. Maurits weigerde, omdat hij vond dat hij niet over genoeg manschappen kon beschikken. Beiden hielden vast aan hun standpunt, wat leidde tot een kleine ruzie.

Sinds 1595 was Spanje weer in oorlog met Frankrijk en dat verlichtte de druk op de Republiek. Het liefst wilde Maurits een steunpunt dichter bij Frankrijk in handen hebben om de bondgenoten aldaar beter te kunnen steunen. Het risico was groot, want het doel dat hij in gedachte had was Hoei dat in het prinsbisdom Luik lag: neutraal gebied. In het geheim besprak Maurits dit plan met Van Oldenbarnevelt, die, buiten de overige Statenleden om, zijn goedkeuring gaf, omdat het in het belang van het land zou zijn. Een officier met 1500 soldaten nam de stad en het kasteel in, maar moest die al gauw weer prijsgeven. Deze onderneming had een deuk geslagen in de reputatie van de Republiek, vanwege het schenden van de neutraliteit. In hetzelfde jaar probeerde Maurits tevergeefs om Groenlo in te nemen.


Maurits' veldtocht van 1597

Zie Maurits' veldtocht van 1597 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Afsluiting van deze tien jaren was Maurits' veldtocht van 1597. De veldtocht begon met de Slag bij Turnhout, waarna Maurits: Alphen, Rijnberk, Meurs, Groenlo, Bredevoort, Enschede, Ootmarsum, Oldenzaal en Lingen wist te veroveren.

Na afloop lieten de Staten-Generaal te Dordrecht hiervan diverse herinneringsmunten slaan. Het Graafschap Zutphen liet een eigen munt slaan voor Bredevoort en Groenlo.

Vanaf 1597 was ook de traditie ontstaan om op de vijand veroverde vlaggen in de Ridderzaal aan het Haagse Binnenhofaan het volk te tonen. Alleen al door Maurits' veldtocht konden dat eerste jaar al 48 vaandels worden geplaatst.

Voor meer feitelijke, wettelijke en historische achtergrondinformatie over het Binnenhof lees de volgende artikelen op De Nieuwe Media.

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/welke-boodschap-geeft-mark-rutte-af-met-zijn-wef-tas-op-het-binnenhof/   

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/binnenkort-worden-alle-stelende-burgemeesters-van-de-342-nederlandse-gemeenten-en-fake-koning-willem-alexander-gearresteerd-door-de-burgers-en-berecht-voor-een-militair-tribunaal/

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-grootste-ratten-rutte-kaag-en-hoekstra-verlaten-het-binnenhof-vele-ratten-zullen-volgen/


Na deze veldtocht was de Republiek volledig aaneengesloten zonder Spaanse enclaves ten noorden van de grote rivieren. Gedurende de succesvolle Tien Jaren werd de Republiek een van de Europese grootmachten en terwijl de Spanjaarden nog steeds wilden dat de Republiek zich weer zou aansluiten bij de zuidelijke Nederlanden en zich zou verzoenen met de Spaanse koning, leek dat aan het eind van de zestiende eeuw ondenkbaar geworden.


Spanjes tegenoffensief: Nieuwpoort

Na het succesvolle jaar 1597 gebeurde er aan Staatse zijde twee jaar lang weinig. Spanje had daarentegen een groot leger verzameld, groter dan dat van Maurits. Het grote Spaanse leger kon alleen niet effectief ingezet worden, doordat de commandant niet over genoeg artillerie beschikte. Maurits vermeed een gevecht tussen beide legers, omdat hij van mening was dat daarmee weinig voordeel behaald zou worden. Hij liet het grote leger van Mendoza twee jaar lang ronddwalen, zonder dat het grote overwinningen kon behalen.

Maurits was voorzichtig van aard, hij was iemand die liever rustig zijn kans afwachtte. De gedeputeerden daarentegen zagen graag dat Maurits met zijn duurbetaalde leger actie ondernam. Dat verschil van inzicht verhoogde de druk tussen beide partijen.

Het Spaanse leger kreeg in 1600 te kampen met muiterijen en dat gaf de Republiek kansen. Door de Staten-Generaal werd voorgesteld om de Duinkerker kapers aan te pakken; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan onder de Nederlandse koopvaardij. Daarnaast zou de verdediging van Oostende, dat nog de enige Vlaamse stad was onder het bewind van de Republiek, eenvoudiger worden. Zowel Maurits als Willem Lodewijk waren fel tegen de operatie, omdat Duinkerke ver zuidelijk lag en de verbindingswegen makkelijk doorgesneden konden worden. De Staten bleven volharden in hun standpunt en Maurits moest zich ernaar schikken. Meteen toen de veldtocht begon, op 21 juni, verzamelde aartshertog Albrecht, de machthebber in de Spaanse Nederlanden, een leger dat een week later al van vergelijkbare grootte was als dat van Maurits. Door de slechte verbindingen kreeg Maurits, die het in eerste instantie niet wilde geloven, het bericht pas op 1 juli te horen. Een veldslag werd onvermijdelijk. Op het strand bij Nieuwpoort barstte een dag later de strijd los. In eerste instantie leken de Spanjaarden te winnen, maar door het inzetten van de reserves, op het moment dat Spanje al zijn troepen al had ingezet, behaalde Maurits toch nog de overwinning. Hoewel hij na afloop opgelucht en trots was, was hij ook woedend op Van Oldenbarnevelt en de Staten, omdat zij het voortbestaan van het land in gevaar hadden gebracht. De gedeputeerden waren op hun beurt teleurgesteld dat de tocht naar Duinkerke, ondanks de overwinning, werd gestaakt. Tussen Van Oldenbarnevelt en Maurits raakte vanaf dat moment de relatie bekoeld.


Oostende

Oostende, de enige stad dieper in Vlaanderen die nog Staats was, werd vanaf juli 1601 door Albrecht belegerd. Albrecht was vastberaden de stad, die beschouwd werd als een doorn in het vlees, in handen te krijgen. Voor de Republiek was Oostende ook van belang, omdat die als steunpunt kon dienen bij veldtochten in Vlaanderen, en, omdat het de Spanjaarden afleidde van steden in de Republiek, gezien zij altijd rekening moesten houden met de aanwezigheid van dit Staatse garnizoen. Albrecht kon de stad niet volledig afsluiten, doordat Nederlandse en Engelse schepen de overhand hadden op zee. Daardoor bleef het voor de Staatsen de hele oorlog mogelijk de stad te bevoorraden. Beide partijen zetten alles op alles om de stad te behouden, dan wel in handen te krijgen.

Van Oldenbarnevelt wilde Oostende bijstaan door wederom een veldtocht te ondernemen. Steun van de stadhouders kon hij na de veldslag van 1600 niet meer verwachten. In plaats daarvan werd gekozen voor een diversie. Door een aanval te ondernemen op een andere belangrijke stad hoopten Maurits en Willem Lodewijk dat Albrecht het beleg op zou geven om die stad te hulp te schieten. Gekozen werd voor Rijnberk, dat na enkele weken kon worden ingenomen. Ook nam Maurits de stad Meurs in, die via een erfenis zijn bezit was geworden.

Het beleg van 's-Hertogenbosch datzelfde jaar moest al snel onderbroken worden door het ongunstige weer. Het plan van een diversie werkte niet. Albrecht bleef met zijn leger rond Oostende.

Het jaar erop kwam weer een mogelijke veldtocht naar Nieuwpoort aan de orde. Later werd door de Staten-Generaal besloten dat het een tocht naar Brabant en Limburg moest worden. Ook hier waren beide stadhouders op tegen, vanwege beoogde bevoorradingsproblemen. Achteraf was dit door de stadhouders goed ingeschat, want de onderneming moest gestaakt worden vanwege honger onder de soldaten. In plaats daarvan werd Grave na een beleg ingenomen, dat wel op steun van de stadhouders kon rekenen.

Een jaar later was het Spaanse beleg van Oostende in 1603 nog steeds in volle gang en ondanks de focus van Spanje op Oostende, waren de Staten niet in staat dit goed uit te buiten. Zo bleef het in dat jaar bij het wederom onsuccesvolle beleg van 's-Hertogenbosch.

In 1604 werd Maurits voor de laatste keer aangespoord om een Vlaamse stad te veroveren. Ditmaal was Sluishet doel. Hoewel het beleg met tegenzin was, omdat Maurits de stad te sterk vond, kreeg hij de stad na drie maanden van uithongeren in handen. Na Sluis wilden de Staten dat Maurits weer Oostende te hulp kwam, dat inmiddels al drie jaar belegerd werd. Maurits kon niet meer weigeren, maar door zijn vertrek richting Oostende te vertragen, was hij te laat en had de Spaanse commandant Ambrogio Spinola de stad ingenomen. Het werd de langste en met bijna 100.000 slachtoffers de bloederigste belegering tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Een jaar later stootte Spinola razendsnel door de verdedigingsgordel en nam hij Oldenzaalen Lingen in. Door de hoge snelheid van Spinola's leger en door de overmacht kon Maurits weinig uitrichten. Daarbij maakte Spinola handig gebruik van Maurits' voorzichtigheid en het feit dat de stadhouder de confrontatie met Spinola wilde mijden. Groenloen Rijnberkwerden in 1606 door Spinola veroverd. Maurits die nog geprobeerd had om Groenlo te heroveren moest deze actie staken bij het naderen van Spinola. Zijn keuze om niet de strijd aan te gaan, terwijl het voor hem bekend gebied was, leidde in de Republiek tot onbegrip en deed serieuze afbreuk aan zijn reputatie.


Militair hervormer

Samen met zijn neef Willem Lodewijk heeft Maurits het Staatse legerhervormd. De hervorming bestond uit verbeteringen op het gebied van training, dril, discipline, organisatie, mobiliteit en de financiering. De Nassaus hadden verschillende kwaliteiten die elkaar aanvulden. Vanuit zijn passie bracht Maurits voornamelijk wiskundige kennis mee om verbeteringen te ontwikkelen. Ook had Maurits interesse in geologie. Deze wetenschappen, wiskunde en geologie, kwamen van pas bij de vele belegeringen. De neven werden ondersteund door medewerkers die vanuit zelfde invalshoeken werkten zoals de wiskundige Simon Stevin en geleerde militairen als Jacques Wijts. Maurits steunde ook op geschriften en ideeën van zijn oude leermeester Lipsius.

De militaire tactiek kwam vooral van Willem Lodewijk, die geïnteresseerd was in de Griekse en Romeinse oudheid. Zo heeft hij over de tactieken gelezen van de Byzantijnse keizer Leo Imperator, die hij gebruikte bij het opstellen van het leger. Ook van Romeinse krijgsgebruiken was Willem Lodewijk op de hoogte. Het bestuderen van Romeinse en Griekse werken uit de oudheid door generaals was in die tijd helemaal niet zo gebruikelijk. Zodoende heeft Willem Lodewijk als een van de weinige Europese generaals deze kennis in zijn voordeel weten te gebruiken. De groeiende legers, bewapend met handvuurwapens, maakten nieuwe tactieken en onderlinge afstemming noodzakelijk. Waar bij de ridders de nadruk had gelegen op de individuele beheersing van de krijgskunsten, was dit voor een infanterist veel minder belangrijk. Men moest vooral in formatie blijven, ook wanneer medesoldaten wegvielen. Tussen 1590 en 1610 werd onder Maurits een op de Romeinse militaire handboeken gebaseerde techniek uitgewerkt die dit mogelijk moest maken. Jarenlange dril moest formaties in staat stellen om als één man te reageren en in het heetst van de strijd orders om te vuren af te wachten.

Het waren deze nieuwe tactieken die hen Europese faam brachten. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien en ook tegenwoordig wordt zijn bijdrage aan onder andere de dril gezien als onderdeel van de militaire revolutie.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulenop de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Heilige Roomse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.


Generaal

Als bevelhebber was Maurits een echte soldaat onder zijn manschappen. In zijn vak was hij ijverig, toegewijd en zette zich ononderbroken in. Hij was betrokken en zorgvuldig. Betrokken in de zin dat hij alles zelf wilde regelen en zorgvuldig in de zin dat hij nooit ergens voor tekende zonder een stuk goed doorgenomen te hebben. In de omgang met medesoldaten én vijanden gedroeg Maurits zich mild en verdraagzaam. Toch was hij streng als het ging om het handhaven van de discipline in het leger. Bij misdragingen, zoals roof of verkrachting, werd vaak de doodstraf uitgesproken om een voorbeeld te stellen voor overige militairen. In andere gevallen was Maurits erg vergevingsgezind. Zo ook bij de vijand. Als die zich gedurende een belegering op tijd overgaf, mocht men vaak met wapens en goed de stad verlaten. Deed de vijand dat niet en bleef men vechten voor een verloren zaak, dan kon zij vaak niet op genade rekenen. De reden hierachter was dat het belegeren van een stad ontzettend kostbaar was; gaf de vijand zich snel tegen voor hen voordelige voorwaarden over, dan was dat ook in het voordeel van Maurits. Om niet het ego van vijandelijke commandanten te krenken, gaf Maurits ze vaak nog wel even de tijd voor hij een stad opeiste.

Net als zijn neef, de stadhouder van Groningen en Friesland Willem Lodewijk, meed Maurits zo veel mogelijk veldslag te leveren, tenzij het echt niet anders kon. Het verlies van mensenlevens daarbij vonden zij nutteloos. Daarbij was Maurits erg voorzichtig. Dit bracht hem geen enkele grote nederlaag, maar voorkwam ook dat hij successen uitbuitte. Hij koos er liever voor om steden te belegeren, want dat was volgens hem de manier om de oorlog te winnen. De snelheid waarmee hij zijn leger kon laten marcheren, zorgde voor verrassingen en werkte in zijn voordeel. Was er een stad gekozen, dan begonnen de graafwerkzaamheden van loopgraven rond de stad, maar ook rond het eigen kampement. Dit laatste diende als bescherming tegen een mogelijk ontzettingsleger.

Uiteindelijk moest een stad na te zijn omsingeld, worden veroverd. Daarbij golden een paar regels: zo mocht een stad geplunderd worden als de belegeraars binnen de stadsmuren waren gekomen. Vaak kwam het niet zo ver en gaf een stad zich voor die tijd al over. Een voorbeeld is Bredevoort, dat in eerste instantie weigerde zich over te geven. Toen de belegeraars bijna over de muren waren en de gouverneur zich ditmaal wel wilde overgeven, werd dat geweigerd en werd de stad geplunderd. Deze schok zorgde er wel voor dat steden die daarna belegerd werden zich snel overgaven. In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.[14]

Tijdens veldtochten stond Maurits erop dat er vertegenwoordigers van de Staten-Generaal, en dan vooral diegenen met veel invloed, meegingen. Niet Maurits, maar de Staten-Generaal in Den Haag bezaten namelijk de macht en het geld, en alleen zij konden besluiten welke tactiek gevolgd moest worden. Met een selectie gedeputeerden te velde die meegingen en die ook gezamenlijk besluiten mochten nemen, was het voor Maurits makkelijker te overleggen als er zich nieuwe situaties voordeden. Men hoefde niet eerst te wachten tot er in Den Haag een besluit was genomen, maar kon direct een beslissing nemen.


Twaalfjarig Bestand: Aanloop naar de wapenstilstand

Voor het sluiten van de wapenstilstand staakten zowel Engeland als Frankrijk hun financiële steun aan de Republiek. Zonder deze steun was het voor de Republiek moeilijk om de hoge lasten voor het onderhoud van het leger te dragen. Ook economisch verliep het minder voorspoedig doordat het handelsembargo voor Nederlandse schepen op het Iberisch Schiereiland gehandhaafd werd, terwijl het voor de Engelsen sinds de vrede met Spanje werd opgeheven. Van Oldenbarnevelt, die deze problemen inzag, begon voorzichtig te denken aan een vrede met Spanje. De landsadvocaat stond hierin niet alleen: een groot deel van de bevolking was oorlogsmoe en verlangde naar vrede. Dit gold echter niet voor de gehele bevolking. Er was een sterke oorlogspartij, met onder meer Maurits, die geen heil zag in vrede met Spanje. Sympathisanten van de oorlogspartij vertrouwden een vrede met de katholieke monarch niet en vreesden dat die vrede door Spanje gebruikt zou worden om op sterkte te komen, om later alsnog de Republiek met haar gereformeerde geloof te vernietigen. Maurits, die zichzelf zag als het hoofd van het huis Oranje-Nassau en in die hoedanigheid als beschermer van het gereformeerde geloof, was om diezelfde redenen ook tegen een vrede.

Vanaf 1606 werden de onderhandelingen gestart dus werden ook de militaire ondernemingen gestaakt. Van Oldenbarnevelt hield zich zoals gewoonlijk bezig met de onderhandelingen. Nu de gevechten werden gestaakt had Maurits tijd om zich er ook mee bezig te houden. Als stadhouder en kapitein-generaal voelde hij zich daartoe geroepen. Daarnaast had hij privé-eigendommen op Spaans grondgebied die hij bij een vrede wilde terugkrijgen.

Tijdens de onderhandelingen kwam naar voren dat een vrede niet haalbaar was. De Spaanse koning had namelijk twee eisen die voor de Nederlanders onbespreekbaar waren. De eerste eis was dat er vrijheid van godsdienst moest komen voor de katholieken in de Republiek.

De tweede eis was het ontbinden van de net opgerichte Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC).


Voor meer feitelijke, wettelijke en historische achtergrondinformatie over het Vereenigde Oostindische Compagnie lees de volgende artikelen op De Nieuwe Media.

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-laatste-openbaring-van-de-oude-demonische-wereld-aan-de-wereldbevolking-geert-wilders-is-de-mol-in-het-land-wat-tot-heden-nederland-wordt-genoemd/

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-nieuwe-president-donald-trump-van-de-verenigde-staten-heeft-van-voc-en-wic-wereldleider-geert-wilders-het-bevel-gekregen-om-in-naam-van-gods-heilige-profeet-willem-v-van-oranje-op-8-december-2024-de-notre-dame-kathedraal-in-parijs-te-heropenen/

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/artikel-over-trump-mark-rutte-geert-wilders-de-mol-de-belastingdienst-youri-plate-bryan-roy-gigos-joost-knevel-micha-kat-alice-besselink-max-van-den-berg-chris-klomp-steven-brown-gesara-nesara-en-humanitaire-projecten/

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-reden-waarom-geert-wilders-pvv-geen-onafhankelijk-onderzoek-wil-laten-instellen-naar-satanisch-ritueel-misbruik-is-omdat-wilders-volgens-lars-roumen-daar-zelf-als-dader-bij-is-betrokken/

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/op-podium-in-madrid-jubelt-wilders-over-trump-maar-maga-doctrine-kan-pvv-kabinet-veel-geld-kosten/


Beide punten waren voor de Nederlandse onderhandelaars onbespreekbaar. Was een vrede niet mogelijk, dan maar een wapenstilstand vonden Van Oldenbarnevelt en de Staten-Generaal. Ook hier had Maurits geen vertrouwen in, omdat met een wapenstilstand het zeker was dat de strijd ooit weer zou losbarsten en de Republiek in de tussentijd mogelijk verzwakt zou zijn geraakt. Om steun voor zijn standpunt te krijgen bij de Franse koning Hendrik van Navarra zond Maurits eigenhandig een gezant. De keuze van een gezant pakte verkeerd uit en Maurits' poging om steun van de Franse koning te krijgen tegen de Staten-Generaal mislukte. Opnieuw stonden Maurits en Van Oldenbarnevelt lijnrecht tegenover elkaar. Uiteindelijk werd een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Had Maurits tot dan toe nooit getwijfeld aan Oldenbarnevelts goede trouw, vanaf die tijd was hij daar niet meer zeker van.


Conflict met Oldenbarnevelt

Tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen twee geloofsstromingen in de gereformeerde kerk. Het betrof een conflict over de interpretatie van de Bijbel aangaande de predestinatie die door beide stromingen anders werd uitgelegd. De arminianen ook wel remonstranten genoemd hadden een andere interpretatie dan de tot dan toe in de Republiek gangbare van de gomaristen, ook wel contraremonstranten genoemd. De arminianen die onder het volk in de minderheid waren, maar vooral in Holland onder de regenten een meerderheid vormden, kregen te maken met tegenstand van de gomaristen. Daarop vroegen zij de hulp in van de Staten van Holland om hen te beschermen. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict, de Bestandstwisten.

Onder de bevolking en onder de predikanten was de meerderheid contraremonstrants. Zij wilden de remonstrantse leer verbieden. De Staten van Holland die voor de meerderheid uit remonstranten bestond, inclusief Van Oldenbarnevelt, wilden naar het voorbeeld van Willem van Oranje juist tolerantie opleggen aan de contraremonstrantse meerderheid. Maurits, die nog een lange tijd de preken van de remonstrantse predikant Johannes Wtenbogaert bezocht, koos, daarmee de ideeën van zijn vader verradend, de kant van de contraremonstranten.

Hij wilde (naar het katholieke voorbeeld van keizer Karel V en koning Filips II van Spanje) dat er slechts één stroming was, omdat meerdere stromingen de gereformeerde kerk konden verzwakken en met de kerk ook het land.

Niet alleen op theologisch vlak ontstond er wrijving. Van Oldenbarnevelt was qua buitenlandse politiek altijd op Frankrijk gericht. Zeker toen in Frankrijk Hendrik aan de macht was, was Frankrijk een belangrijke bondgenoot. Deze koning was eerst protestants, maar bekeerde zich tot het katholicisme, vanwege de Franse bevolking die in meerderheid katholiek was. Als katholieke koning gaf hij de hugenoten, de Franse protestanten, vrijheid van godsdienst. Na zijn dood kwam Lodewijk XIII aan de macht. Deze verzoende zich met Spanje door het voorbereiden van twee huwelijken tussen beide vorstenhuizen. Dit zorgde voor bezorgde gezichten in de Republiek; hoe kon Frankrijk nu een verbond aangaan met de vijand? Voor Van Oldenbarnevelt bleef het vertrouwen in Frankrijk als de belangrijkste bondgenoot. Maurits wantrouwde de Fransen en wilde liever een hechtere band met Engeland dat met Jacobus I een protestantse koning had.

Ook die wilde de band met Maurits versterken. In 1613 werd Maurits opgenomen als ridder in de Engelse Orde van de Kousenband wat zorgde voor een verhoging van zijn aanzien. Vanaf die tijd ging Maurits zelf politiek voeren en was zijn vertrouwen in Van Oldenbarnevelt verdwenen.

Ondertussen was in 1609 de Gulik-Kleefse Successieoorlog uitgebarsten. De hertog van Gulik, Kleef en Berg stierf in dat jaar zonder nakomelingen na te laten. Minstens veertien verschillende vorsten maakten aanspraak op de erfenis. Met behulp van Frankrijk, de Republiek en de Protestantse Unie werd het landencomplex bezet door de keurvorst van Brandenburg en de vorst van Palts-Neuburg, beiden Lutheranen. Voorlopig zouden zij het gebied gezamenlijk regeren. Om buitenlandse steun te krijgen voor hun aanspraak op de hele erfenis, bekeerde de keurvorst van Brandenburg zich tot het calvinisme, terwijl de vorst van Palts-Neuburg katholiek werd. In 1614 brak de strijd om de erfenis opnieuw uit. In naam van hun bondgenoten veroverden zowel Spanje onder leiding van Spinola, als de Republiek onder leiding van Maurits alle steden in Gulik, Kleef en Berg. Beide partijen meden de confrontatie. Maurits, die hoopte dat met deze oorlog ook de oorlog tussen Spanje en de Republiek weer zou oprakelen, kwam bedrogen uit. Het hervatten van de oorlog bleef uit.


Escalatie

In 1617 escaleerde de zaak. De contraremonstranten mochten, net als in veel andere Hollandse steden, niet in Den Haag naar de kerk. Om toch een contraremonstrantse dienst bij te kunnen wonen, liepen Haagse kerkgangers iedere week naarRijswijk. Toen het in de winter kouder werd, eisten ze een eigen kerk in Den Haag. Van Oldenbarnevelt en andere regenten wilden dit verbieden, maar Maurits vond dat er een oplossing moest komen. Uiteindelijk vonden de contraremonstranten in de door hen gekraakte Kloosterkerk een geschikt gebedshuis. Maurits, die tot dan toe nog de preken van Wtenbogaert bijwoonde, ging vanaf dat moment de preken in de Kloosterkerk bijwonen. Openlijk had Maurits nu partij voor de contraremonstranten gekozen en ijverig als hij was probeerde hij regenten, officieren en predikanten te overtuigen van zijn zaak.

De Staten van Holland waren bang dat Maurits het leger wilde gebruiken om in te zetten tegen remonstrantse steden, waar contraremonstranten ook een eigen kerkgebouw eisten. Daarom stelde zij de scherpe resolutie op, waarin onder andere geregeld werd dat steden zelf een leger mochten samenstellen. De stadhouder vond de resolutie extravagant en ging vervolgens naar remonstrantse steden om de stadsbesturen te vervangen door contraremonstranten. Op die manier kreeg Maurits meer en meer steun in de Staten-Generaal. Uiteindelijk was de meerderheid aanhanger van Maurits. Zij vond dat de politiek die onder Van Oldenbarnevelt gevoerd was schade had veroorzaakt en slecht was voor de eensgezindheid in het land. Maurits mocht van hen alles doen om dit recht te zetten.

Zodoende werden op 29 augustus Van Oldenbarnevelt, Hugo de Groot en Rombout Hogerbeets gearresteerd en veroordeeld. Hugo de Groot en Rombout Hogerbeets kregen levenslang en Van Oldenbarnevelt kreeg de doodstraf.

De veroordeelden en hun familie konden nog om gratie vragen, maar weigerden, omdat dat zou betekenen dat ze schuld bekenden. Zelfs na aandringen van Maurits' stiefmoeder Louise de Coligny bij de familie van Van Oldenbarnevelt werd een verzoek niet ingediend.

Een internationale kerkvergadering werd georganiseerd om de tegenstellingen in de gereformeerde kerk weg te nemen en slechts één leer te bepalen. Tijdens deze Dordtse Synode werd de remonstrantse leer verworpen. Hiermee hoopte Maurits, die het hele proces volgde, dat de rust weer terug zou keren in de kerk.


Laatste jaren

In 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk, benoemd tot stadhouder van Groningen en Drenthe; Friesland koos Ernst Casimir als stadhouder. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Na de executie van Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. Nu de politiek leider van het land weg was, bleek Maurits niet in staat de leegte op te vullen. Vanaf 1622 begon de gezondheid van de stadhouder achteruit te gaan.

In 1623 werd een aanslag op zijn leven beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Hendrick Danielsz Slatius, Eduard Poppius, Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten.

Het complot lekte uit en de samenzweerders werden veroordeeld. Reinier van Oldenbarnevelt, Hendrick Danielsz Slatius en Claes Michielsz Bontenbal werden onthoofd. Poppius werd opgesloten in Slot Loevestein. Willem van Oldenbarnevelt ontsnapte en vluchtte naar Brussel.

Bij het Spaanse beleg van Breda in 1624 door Spinola, stond Maurits machteloos en weigerde in actie te komen. Uiteindelijk vertrok hij vanwege zijn ziekte in november dat jaar, terwijl het beleg nog gaande was, naar Den Haag. Daar bleef hij zich op zijn ziekbed nog met staatszaken bezighouden. Op zijn sterfbed drong hij er bij zijn halfbroer Frederik Hendrik op aan om in het huwelijk te treden. Naar verluidt zou Maurits ook gedreigd hebben om op zijn sterfbed nog in het huwelijk te treden met Margaretha van Mechelen. Op deze manier zou hij zijn kinderen echten en Frederik Hendrik op zijn beurt onterven. Maurits overleed ten slotte op 23 april 1625. Het zou nog enkele maanden duren voor zijn lichaam werd bijgezet in de grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk in Delft Zijn halfbroer Frederik Hendrik volgde hem op als stadhouder en kapitein-generaal.


Persoonlijk leven Hofleven

Voor Maurits was het gereformeerde geloof onlosmakelijk verbonden met zijn huis en de strijd in de Nederlanden die was begonnen door zijn vader Willem van Oranje. Toen zijn vader overleed liet hij geen geld na, alleen schulden. Maurits heeft vanaf dat moment er alles aan gedaan om rijkdom, macht en aanzien van zijn familie te vergroten. Van zijn vader erfde hij het markizaat van Veere en Vlissingen. Hiermee kreeg hij via de Eerste Edele invloed in de Staten van Zeeland en daarmee ook in de Staten-Generaal. Toen hij het markiezaat Bergen op Zoom kreeg in 1585, heeft hij tevens geprobeerd om van Brabant een stemhebbende provincie in de Republiek te maken. In dat geval had hij nog meer invloed kunnen krijgen in de Staten-Generaal. De Staten-Generaal gingen er echter niet mee akkoord om van zo'n klein gebied een stemhebbende provincie te maken. De andere provincies zouden dan minder invloed hebben gehad.

Maurits kreeg salaris voor diverse functies die hij bekleedde. Hij kreeg daarnaast premies wanneer hij een succesvol militair jaar achter de rug had. Ook kreeg hij een percentage van buitgelden en had hij inkomen uit zijn domeinen. Van persoonlijke bezittingen die hij veroverde zoals Meurs, Lingen, Grave en Bredevoort werd hij, nadat hij ze veroverd had, de nieuwe pandheer. Daarvoor had hij veel geld over, voor laatstgenoemde betaalde hij 50.000 goudguldens, een enorm bedrag in die tijd.[17] Onder andere Breda en Orange erfde Maurits na het overlijden van Filips Willem. De inkomsten dienden om zijn stadhouderlijke hof in Den Haag en zijn buitenverblijf met stallen in Rijswijk te bekostigen. Door zijn inkomsten heeft hij veel kapitaal kunnen opbouwen. Na zijn dood liet hij 17,5 miljoen gulden na.

De hofhouding bestond uit 175 tot 220 personen die hem ondersteunden of adviseerden bij zijn politieke en militaire werkzaamheden en bij het beheer van zijn domeinen. Vertrouwelingen van Maurits, zoals Francois van Aerssen, adviseerden hem in allerlei zaken. Deze raadsleden werden vaak naar voren geschoven als er ergens een publieke functie vrijkwam. Andere personen in de hofhouding waren de hofmeester, stalmeester, pages, lijfwacht, lijfarts, edellieden en familieleden.

Maurits verbleef in het Stadhouderlijk Kwartier op het Binnenhof. Hier waren de privévertrekken van de stadhouder, was er een grote zaal waar de maaltijden aan de hofhouding werden geserveerd en bevonden zich kantoren. Op het Buitenhof had Maurits een ommuurde tuin aan laten leggen.

Op momenten dat hij niet op veldtocht was, had hij een vrij regelmatige dagindeling. Rond zes uur stond hij op, in de winter was dat een uur later. Zodra hij was aangekleed nam hij de post door en ging hij naar de stallen in Rijswijk als het geen zondag was. Op zondag ging hij naar de kerk. De rest van de ochtend kon iedereen hem spreken. Precies om twaalf uur ging hij lunchen. Na het eten behandelde hij de verzoekschriften die hij die dag gekregen had. 's Avonds kon hij ontspannen of bezoek ontvangen. Werken deed Maurits toegewijd en met plezier.

Ontspanning haalde Maurits uit zijn paarden. Hij was gek op paarden en had een hele verzameling, waarvan hij sommige dieren ook uit het buitenland liet komen. Behalve van paarden hield Maurits ook van jagen, rijden in zijn zeilwagen en schaken.


Broer en zussen

In het testament van Maurits' vader, Willem van Oranje, was ook zijn oudste zoon, Filips Willem, opgenomen die op dat moment in Spanje verbleef. Ontvoerd uit de Nederlanden had hij daar een Spaanse katholieke opvoeding gekregen.

Bezittingen die hij erfde waren onder andere het prinsdom Oranje en Breda.

Bezittingen van hem in Staats gebied, zoals Breda werden door Maurits beheerd, maar de inkomsten ervan werden overgedragen aan Filips Willem. De oudste broer trouwde in 1606 in het Franse Fontainebleau met de nicht van de Franse koning, maar dat huwelijk bleef kinderloos. Filips Willem overleed in 1618 en wees in zijn testament zijn halfbroer Maurits aan als zijn enige erfgenaam. Vanaf toen mocht Maurits zich officieel prins van Oranje noemen.

Emilia van Nassau, Maurits jongere zus, wekte Maurits' ongenoegen door met de katholiek Emanuel van Portugal te trouwen. Deze Emanuel was een zoon van de koning van Portugal, maar deze laatste had land over moeten geven aan de Spaanse koning. Mede omdat Emanuel geen geld had zag Maurits niets in een huwelijk. Zelfs toen Emilia aanbood om van de erfenis van Willem van Oranje af te zien, bleef Maurits weigeren. Emilia was tussen de puinhopen van het zojuist door Maurits ingenomen Bredevoort verschenen om hem toestemming te vragen om te trouwen met de Portugese prins, maar Maurits weigerde. Uiteindelijk zijn de twee toch in Den Haag in 1597 door een katholieke priester getrouwd, hoewel Emilia calvinistisch bleef. De stadhouder trok zijn handen van Emilia af en het getrouwde stel vertrok naar Wesel. Gedurende de onderhandelingen over het Twaalfjarig Bestand kon Filips Willem met succes Maurits en Emilia met elkaar verzoenen. Het echtpaar ging daarna in Den Haag wonen en kreeg zelfs een jaarlijkse toelage van de stadhouder. Zij hebben 25 jaar in het kasteel van Wijchen gewoond, dat zij had gekocht met een parelketting, en kregen 10 kinderen. Dat de wond nog niet geheeld was, bleek wel uit het feit dat Maurits na zijn dood weinig heeft nagelaten aan zijn zus en zwager. Emanuel en Emilia hadden een conflict over financiën. Hij vertrok zonder zijn vrouw en dochters naar de Zuidelijke Nederlanden, waar hij aan het Brusselse hof voor de aartshertogen ging werken.

Hiermee accepteerde Emanuel inkomen van de Spanjaarden die de vader van Emilia hadden laten vermoorden. Emilia vertrok naar Genèvewaar zij in 1629 stierf.

De oudste zus van Maurits, Maria, die lang als surrogaatmoeder fungeerde voor Maurits, trouwde pas op 39-jarige leeftijd. Haar echtgenoot was de luitenant-generaal Hohenlohe. Deze legeraanvoerder werkte al onder Willem van Oranje en moest toezien hoe Maurits kapitein-generaal werd; een functie die hij ook begeerde. Hoewel Maurits en Hohenlohe dezelfde interesses deelden, hadden zij totaal verschillende persoonlijkheden. Daardoor was er vaak onenigheid tussen de twee. Dat Maurits het huwelijk tussen hen goedkeurde kwam waarschijnlijk doordat Maria de leeftijd had bereikt waarop het krijgen van kinderen niet meer reëel was. Hohenlohe stierf in 1606 en Maria in 1616.


Relaties en nakomelingen

Zelf heeft Maurits altijd geweigerd te trouwen. Wel had hij vanaf de jaren 90 tot aan zijn dood een relatie met Margaretha van Mechelen. Hij wilde niet trouwen met Margaretha om de mogelijkheid open te houden van een huwelijk met iemand anders dat in dynastiek opzicht meer voordeel op zou leveren. Tussendoor had hij ook contact met andere vrouwen en daar werd in het land met schande over gesproken. Met Margaretha had Maurits drie zonen. Bij vijf andere vrouwen kreeg hij ook een kind. De kinderen van Margaretha hadden een hogere status en mochten deelnemen aan het hofleven. Mocht Maurits alsnog met Margaretha trouwen, dan konden hun kinderen geëcht worden. Zijn kinderen waren dus nog bastaardkinderen en hadden geen plaats aan het hof. Maurits bekommerde zich om de moeders en de kinderen. Zo kregen de moeders financiële bijstand, de jongens konden een officiersfunctie krijgen en de meisjes hielp hij goede huwelijken te sluiten. De oudste zoon was Willem, die in 1601 werd geboren. Hij werd stamvader van het geslacht Nassau-LaLecq. De tweede zoon, Lodewijk, werd in 1602 geboren en werd de stamvader van het geslacht Nassau-Odijk. Tot slot kreeg Margaretha in 1604 nog een derde zoon die de naam Maurits kreeg, maar deze stierf al op dertienjarige leeftijd.

Het is bekend dat Maurits naast Margaretha relaties had met Anna van de Kelder, Cornelia Jacobs, Jobghen van Alphen, Ursula de Rijck en Deliana de Backer.

  • 2. Cornelia Jacobsdochter
    • Anna (overleden 11 juni 1673) Zij is begraven in de Grote Kerk van Breda. Anna gaat in ondertrouw in Heusden op 7 maart 1636, het huwelijk is voltrokken in Vianen, met Jonker François de Ferrier, heer van Morsant. François die ritmeester van een compagnie Cavalerie was, onder commando van Frederik Maurits de La Tour d'Auvergne (1605-1652) een kleinzoon van Willem van Oranje, is in 1647 overleden en is eveneens begraven in de Grote Kerk van Breda.
  • 3. Ursula de Rijck
    • Elisabeth (geboren ca. 1611)
  • 4. Jobghen Arendsdr. van Alphen (ca. 1580 - voor 1637)
    • Carel (ca. 1612 - 28 maart 1637), hij trouwde in 1630 met Margaretha van Bodegem. Carel is gesneuveld bij Porto Calvo in Nederlands-Brazilië tijdens de strijd tegen de Portugezen onder commando van de in 1636 als gouverneur-generaal aangestelde Johan Maurits van Nassau Siegen.
  • 5. Anna van de Kelder (overleden 1674), dochter van de uit Den Haag afkomstige klokkenmaker Jan Jacobs van de Kelder
    • Carel Maurits (ca. 1616 - ca. 1646) vocht onder zijn oom prins Frederik Hendrik in Zeeuws-Vlaanderen, waarbij zij Sas van Gent en Hulst veroverden.
  • 6. Deliana de Backer
    • Eleonora (ca. 1620 - 1693/1703), zij trouwde op 23 maart 1642 in Den Haag met Gerard Bernard van Pöllnitz (Oberpöllnitz, 18 januari 1617 - Buch, 2 augustus 1679), Oberstallmeister.


Kwartierstaat 

Titels

De titel prins van Oranje behoorde na de dood van Willem van Oranje toe aan zijn oudste zoon Filips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Egmont, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Filips Willem in 1618 werd Maurits officieel de prins van Oranje.

Volgens een gravure van Willem Jacobsz. Delff uit 1619 naar een schilderij van Adriaen Pietersz. van de Venne droeg Maurits verder de titels graaf van Graafschap Nassau, Katzenelnbogen, Vianden, Dietz, Lingen, Meurs, Buren en Leerdam, markgraaf van Veere en Vlissingen, baron van Breda, Grave, het Land van Cuijk, Diest, Grimbergen, Herstal, Cranendonck, Waasten, Arlay, Nozeroy, St. Vith, Daasburg, Lek, Polanen, Niervaart, St. Maartensdijk en erfburggraaf van Antwerpen en Besançon.


Varia: Benaming van Nederlands-Mauritius

Het Zuidoost-Afrikaanse eiland Mauritiuswerd vanaf 1598 door admiraal Wybrandt van Warwyck voor de Vereenigde Oostindische Compagnie gekoloniseerd. Het eiland is naar prins Maurits van Oranje-Nassau (Latijn Mauritius, Frans Maurice) vernoemd.


Maurits en het schaakspel

Er is een historische relatie tussen de Oranjes en het schaakspel. Hiervan lijkt Maurits de bekendste exponent te zijn. Hij leerde het spel van zijn vader, Willem van Oranje. Maurits zou gedurende het Twaalfjarig Bestand veelvuldig geschaakt hebben met een Franse kapitein, ene De la Caze, die het Hollandse leger diende. De kapitein zou de betere schaker zijn die speelde om het geld, maar hij moest ook een goede band onderhouden met de slecht tegen zijn verlies kunnende prins en zou om die reden nu en dan een partijtje bewust verliezen. Maurits liefde voor het spel en zijn strategische daden in het veld zijn symbolisch samengevoegd in zijn standbeeld te IJzendijke.

(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Anne_van_Spaen_la_Lecq)

Na zijn nobilitatie op 28 augustus 1814 noemde hij zich Mr. W.A. baron van Spaen la Lecq, naar zijn moeder ter onderscheiding van de andere takken Van Spaen.

Hij studeerde van 1766 tot 1769 Romeins en hedendaags recht aan de Hogeschool te Utrecht en promoveerde aldaar. Op 18-jarige leeftijd werd hij benoemd tot burgemeester van Elburg. Daarnaast bekleedde hij in de periode voor de Franse tijd als orangist nog diverse bestuurlijke functies. Hij was onder meer gedeputeerde van Gelderland, lid van de Staten-Generaal van de Nederlanden, schout van Hattem en Brabants hoogschout te Maastricht (in combinatie met hoogschout van de Vroenhof).

Van 1795 tot 1803 was hij ambteloos burger. In de periode van het Koninkrijk Holland was hij adviseur van koning Lodewijk Napoleon. In die functie en als voorzitter van de adviescommissie inzake adelsbeleid (1814) onder 'den Souvereinen Vorst', en als president van de Hoge Raad van Adel (1814-1817) heeft hij grote invloed gehad op de totstandkoming van de regels en wetgeving op het gebied van de Nederlandse adel.

(bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Napoleon_Bonaparte)

In 1814 werd Mr. W.A. baron van Spaen la Lecqook lid van de Ridderschap van Gelderland. In 1815 werd hij lid van de Eerste Kamer.

Mr. W.A. baron van Spaen la Lecq schreef over de geschiedenis van Gelderland (Inleidinge tot de Historie van Gelderland) en over geslachtskunde (genealogie). Hij trouwde op 12 oktober 1773 te Zalk met Anna Bentinck (1757-1818), vrouwe van Zalk en Veecaten. Uit hun huwelijk werden twaalf kinderen, vijf zonen en zeven dochters, geboren. Anna Wilhelmina Spaen-Lalecq (1801-1836), een dochter van zijn zoon Alexander Willem Jacob Baron Spaen-Lalecq (1775-1811), trouwde met de Nederlandse advocaat, rechter en politicus F.A.A.C. van Lynden van Sandenburg. Zijn dochter Anna Henriëtte Wilhelmina Adelheid Spaen-Lalecq (1779-1853) werd de grootmoeder van de gouverneur van Celebes, Alexander Johan Quarles de Quarles(1845-1914).


Hij overleed in april 1817 op 66-jarige leeftijd in Den Haag. Van Spaen was commandeur in de Orde van de Unie en commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw.


WERD NAPOLEON BONAPARTE VERGIFTIGD MET ARSENICUM?

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/werd-napoleon-bonaparte-vergiftigd-met-arsenicum/


ARTIKEL OVER HET LEVEN VAN NAPOLEON BONAPARTE

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/napoleon-bonaparte/


HEEFT NAPOLEON BONAPARTE DE OORLOG GEWONNEN? 

DE 'OPENBARING' IS NABIJ!

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/heeft-napoleon-bonaparte-de-oorlog-gewonnen-de-openbaring-is-nabij/



https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-sleutel-van-onze-wereld-ligt-in-jerusalem/

DE SLEUTEL VAN ONZE WERELD LIGT IN JERUSALEM

06-01-2025

De sleutel van onze Wereld ligt in Jerusalem

DEEL 7 (Lees ook deel 1 t/m deel 6)


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-sleutel-van-onze-wereld-ligt-in-jerusalem/


Eerste Geschrift

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-laatste-openbaring-van-de-oude-demonische-wereld-aan-de-wereldbevolking-geert-wilders-is-de-mol-in-het-land-wat-tot-heden-nederland-wordt-genoemd/


Tweede Geschrift

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/heeft-donald-trump-door-toedoen-van-apostel-petrus-vanuit-onze-lieve-vrouwebaseliek-te-tongeren-in-belgie-met-de-hulp-van-de-onbevlekte-maria-in-de-notre-dame-te-parijs-in-frankrijk-op-8-december-2024-op-het-laatste-moment-het-goddelijk-licht-gezien/


Derde Geschrift

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-nieuwe-president-donald-trump-van-de-verenigde-staten-heeft-van-voc-en-wic-wereldleider-geert-wilders-het-bevel-gekregen-om-in-naam-van-gods-heilige-profeet-willem-v-van-oranje-op-8-december-2024-de-notre-dame-kathedraal-in-parijs-te-heropenen/


Eerste Aanvulling op derde Geschrift

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/wieteke-van-dort-openbaart-via-miep-bos-in-sidhadorp-in-lelystad-dat-sint-oedenrode-het-drinkwater-in-het-markermeer-zeer-ernstig-heeft-vergiftigd-met-het-volledig-in-water-oplosbaar-arseenzuur-en-chroomtrioxide-chroom-6/


De "Heksen" van toen zijn de "Complotdenkers" van heden.

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-heksen-van-toen-zijn-de-complotdenkers-van-heden/


MET EEN FLITS UIT DE HEMEL KWAM AARTSENGEL GABRIËL MET DE GODDELIJKE BOODSCHAP VAN DE IJSLANDSE GENEALOOG ODDUR F. HELGASON MET DEZE REDDENDE BOODSCHAP VOOR ALLE ACHT MILJARD WERELDBEWONERS OP AARDE.

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/met-een-flits-uit-de-hemel-kwam-aartsengel-gabriel-met-de-goddelijke-boodschap-van-de-ijslandse-genealoog-oddur-f-helgason-met-deze-reddende-boodschap-voor-alle-acht-miljard-wereldbewoners-op-aarde/

Het OM en advocaat mr. M. IJsebrands ONDERMIJNEN met behulp van hun administratief medewerker N.K. Dabrowska het BESTUURSRECHT in de kort geding zaak C/10/710395/KG ZA 25-1157 tegen Dikkeboom / Pols

JURYCRIMINALITEIT vanuit NEDERLAND
in ALLE WERELDLANDEN
is VOLLEDIG ONTMANTELD

Door Dienie Kars │ De Nieuwe Media


Als het advies uit de EKC RECHTEN CURSUS 2 door Norbert Dikkeboom en Fleur van der Pols wordt overgenomen is het volgens de directeur van het Ecologisch Kenniscentrum Ad van Rooij over en uit met deze corruptie tegen hen (als ook tegen anderen) door Chris Klomp en anderen.

Lees ook dit artikel: https://robscholtemuseum.nl/micha-kat-max-van-den-berg-black-pill-journal-84-radio-oranje-26-sill-keek-op-de-week-stekker-van-norbert/

Het Ecologisch Kennis Centrum B.V. heeft deze GRATIS JURIDISCHE OPLEIDINGREEKS aan EKC RECHTEN CURSUSSEN aan De Nieuwe Media ter beschikking gesteld onder de volgende VOORWAARDEN


Deze gratis CURSUS RECHTEN wordt gegeven door het Ecologisch Kennis Centrum B.V. (KvK-nummer: 16090111), wettelijk gevestigd op het adres 't Achterom 9A, 5491 XD Sint-Oedenrode (NL), met als enig directeur A.M.L. van Rooij (BSN: 093391225), als juridisch en economisch eigenaar wettelijk wonende in zijn eigen woning op het adres 't Achterom 9, 5491 XD, Sint-Oedenrode (NL) met als werkgever Van Rooij Holding B.V. (KvK-nummer: 17102683), gevestigd op het adres 't Achterom 9A, 5491 XD, Sint-Oedenrode, met als enig bestuurder A.M.L. van Rooij (BSN: 093391225), als juridisch en economisch eigenaar wettelijk wonende in zijn eigen woning op het adres 't Achterom 9, 5491 XD, Sint-Oedenrode (NL) en wordt gratis aangeboden aan DE NIEUWE MEDIA onder de voorwaarden dat die GRATIS wordt aangeboden aan al degenen die eerder een DONATIE hebben gedaan en aan alle nieuwe donateurs na DONATIE van minimaal 50 EURO aan DE NIEUWE MEDIA.


EKC RECHTEN CURSUS 2 is te raadplegen door op de volgende link te drukken.


De DIEPERE OORZAAK van deze WERELDWIJDE JURYCRIMINALITEIT vanuit NEDERLAND in ALLE WERELDLANDEN gaat terug naar het Kabinet Lubbers III (CDA / PvdA), lees daarvoor de volgende informatie in de volgende paarse links:

https://www.de-nieuwe-media.nl/l/de-pensioenroof-van-32-miljard-door-ruud-lubbers-uit-het-abp-pensioenfonds-geeft-een-verklaring-voor-zijn-bijnaam-de-de-stier-van-kralingen-en-het-handelen-van-zijn-cda-christus-deed-anders--nadien/


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/22-november-1963-is-een-memorabele-dag-in-de-wereldgeschiedenis-de-dag-van-de-moord-van-de-amerikaanse-president-john-f-kennedy-jfk-wat-een-heuse-schokgolf-teweegbracht-over-de-hele-wereld-en-22-11-2025-de-dag-van-de-definitieve-invoering-van-iso-20022/


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/dick-schoof-en-mark-rutte-hebben-het-verkrachting-voortplantingszaad-van-de-doorluchtige-prins-bernhard-van-oranje-nassau-van-lippe-biesterfeld-gebruikt-om-in-2014-de-oorlog-in-oekraine-te-beginnen/  (DEEL 1)


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/dick-schoof-en-mark-rutte-hebben-het-verkrachting-voortplantingszaad-van-de-doorluchtige-prins-bernhard-van-oranje-nassau-van-lippe-biesterfeld-gebruikt-om-in-2014-de-oorlog-in-oekraine-te-beginnen-2/  (DEEL 2)


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/dick-schoof-en-mark-rutte-hebben-het-verkrachting-voortplantingszaad-van-de-doorluchtige-prins-bernhard-van-oranje-nassau-van-lippe-biesterfeld-gebruikt-om-in-2014-de-oorlog-in-oekraine-te-beginnen-3/  (DEEL 3)


(10 september 2025) Vanuit de "Onze-Lieve-Vrouwebasiliek" te Tongeren in België, waaronder apostel PETRUS ligt begraven, heeft GOD ingegrepen. De NIET-STAAT-BENELUX-UNIE is gevallen. De TIEN GEBODEN VAN GOD zijn WERELDWIJD van kracht (72 blz.)


https://www.de-nieuwe-media.nl/l/hoofdredactrice-dienie-kars-van-de-nieuwe-media-bedrijft-iedere-dag-topsport-op-het-allerhoogste-niveau-in-het-exposen-van-foute-politici-corrupte-topambtenaren-hoge-functionarissen-hooggeplaatsten-en-de-matrix-waarin-wij-leven/


Er volgen spoedig meerdere voor eenieder behapbare EKC RECHTEN CURSUSSEN waarover De Nieuwe Media haar lezers steeds zal berichten.

De Nieuwe Media bedankt hierbij Ad van Rooij voor zijn wijsheid, kunde en doorzettingsvermogen.

Ad van Rooij (directeur E.K.C.)
Ad van Rooij (directeur E.K.C.)

ONZE NIEUWSTE ARTIKELEN