Vertaal deze pagina naar:

100% TRUTH SEEKERS - ONLY THE TRUTH!

ZANGER MARCO BORSATO WERD GESLACHTOFFERD DOOR DE 'ORANJE BOVEN' PEDO ELITE

06-12-2025

Dit is 100% de WAARHEID om de 'Oranje Boven' Pedo Elite uit beeld te houden!


Wellicht helpt ons artikel van De Nieuwe Media zanger Marco Borsato mee aan een snellere rehabilitatie in onze samenleving. Wij wachten rustig af. Luister ondertussen allemaal weer naar zijn mooie liedjes.

Er wordt beweerd dat Marco Borsato er is ingeluisd omdat hij van de 'Oranje Boven' pedo elite afwist en daarmee naar buiten wilde komen, hij werkte voor War Child en had meer dan genoeg gezien...


Door Dienie Kars │ De Nieuwe Media

Heb je op- of aanmerkingen over dit artikel van Marco Borsato en de 'Oranje Boven' pedo elite? 

Stuur dan een e-mail met jouw onderbouwing naar: redactie@waarheidskrant.nl

Echter komt er steeds meer boven water nu wij ons erin gaan verdiepen,
maar Marco Borsato kan nu in ieder geval verder met zijn leven...

Reacties die op social media zijn te lezen:

Marco Borsato is vrijgesproken. Geweldig, hè? In de bijna-net-echt-show in een rechtbank waar de gordijnen dicht zijn, anders zie je dat deze 'onzin' 's avonds is opgenomen wanneer de rechtbank is gesloten. Wat Marco niet kon zeggen was: "Ik heb de boel gewoon afgekocht daarom ga ik vrijuit wegens gebrek aan bewijzen".

Dus kan de (r)overheid ook rechters afkopen, juist!

De (r)overheid heeft z'n eigen chantabel gemaakte rechters.

Dit handgebaar, hou het in de gaten; je zal er kotsmisselijk van worden. Die lui van de occulte televisie tuig doen het allemaal. Dit handgebaar betekent dat zij connected zijn bij de club die u warme broodjes verkoopt om zinloos te geloven. In dit geval moet u weer bang zijn voor wat er niet is virus, maar wat er ooit in de toekomst niet gaat gebeuren. Gelooft u deze onzin? Dan komt het op uw geld neer. U moet betalen voor een noodpakket omdat Rutte weer alle aandacht kreeg om zijn leugens virus te verspreiden.

Marco Borsato zal het komende jaar niet optreden. Dat laat het management van de veelbesproken zanger zaterdag weten, in reactie op de uitnodiging die André Rieu aan hem deed.

Steun onze Waarheidskrant De Nieuwe Media

U stimuleert ons met Uw Donaties en Giften tot een steeds betere kwaliteit en verdere verspreiding van onze website, artikelen, berichten, video's, overtuigingen en geluiden. Wij staan open voor vrije giften, in ruil voor de kennis en informatie die wij U vandaag en tot heden mogen aanreiken. Wanneer U onze artikelen en informatie waardeert en dit wilt laten blijken met een financiële bijdrage is dat heel fijn, want zo helpt U ons en de vrije en onafhankelijke journalistiek in stand te houden van onze digitale Waarheidskrant De Nieuwe Media, zodat wij de Waarheid en onze Openbaringen kunnen blijven verkondigen in onze wereld.

Marco Borsato vrijgesproken van ontucht bij gebrek aan steunbewijs: drie juridische AI-tools analyseren de uitspraak

Het kan niet worden bewezen dat volkszanger Marco Borsato ontucht zou hebben gepleegd met een minderjarige. In 2012 oordeelde de Hoge Raad dat de bewijsminimumregel in zedenzaken niet zo moet worden uitgelegd dat vereist is dat de handelingen die op de beschuldiging staan als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar is het voldoende wanneer de verklaring van aangeefster op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen. Dergelijk steunbewijs voor de verklaring van aangeefster dat Borsato haar ontuchtig zou hebben betast ontbreekt evenwel.

(bron: https://www.recht.nl/nieuws/strafrecht/6931ab18f3269f254981/marco-borsato-vrijgesproken-van-ontucht-bij-gebrek-aan-steunbewijs-drie-juridische-ai-tools-analyseren-de-uitspraak/)

(bron foto: https://www.parool.nl/nederland/marco-borsato-vrijgesproken-van-ontucht-met-een-minderjarige-onvoldoende-wettig-en-overtuigend-bewijs~b4f46217/)
(bron foto: https://www.parool.nl/nederland/marco-borsato-vrijgesproken-van-ontucht-met-een-minderjarige-onvoldoende-wettig-en-overtuigend-bewijs~b4f46217/)

Vrijheid begint bij gezondheid!

Het moet nu toch echt afgelopen zijn met de genocide (volkerenmoord) middels COVID-19 vaccinaties, de verwoesting van ons lichaam door chemische vergiftiging, de voortdurende angstpropaganda in mediakanalen door psychopaten zonder werkend geweten. De daders die geen spijt betuigen zullen hun straf (karma) niet ontlopen. Hoe kunnen wij op een nette manier mededelen dat we niet langer ons leven willen laten verzieken en hoe kunnen wij onze zorgen uiten en uitspreken die wij hebben over het huidige beleid in Nederlandse gemeenten over bijvoorbeeld het toestaan van het injecteren van de gevaarlijke COVID-19 gifspuiten, de toegenomen G-straling, het onnodig kappen van bomen, het plaatsen van nog meer schadelijke windturbines, het overtreden van de ARBOWET door alle bedrijven in Nederland, de WEF 2030 Agenda en het steeds groter wordende migrantenprobleem in onze samenleving?

Veel mensen kunnen zich tot heden nog steeds niet voorstellen dat er daadwerkelijk rituele offer praktijken plaatsvinden in Nederland, waarbij babies en kinderen worden gedood. 

Door Dienie Kars │ De Nieuwe Media

Het is helaas wel zo volgens vele getuigen (overlevers/slachtoffers) die inmiddels een getuigenis hebben afgelegd. Zie: https://www.stichting-voor-slachtoffers-van-seksueel-misbruik.nl/getuigenissen-van-seksueel-misbruik/ - Ongeboren babies worden zelfs opgewekt bij onder dwang bezwangerde kinderen en geofferd in de wereld van Vrijmetselaars en Notabelen. Mariëtte Groothoff en Truus Schouten getuigen hierover in hun video's.


ALLE PEDOFIELEN WORDEN ONTHULD, dit is het definitieve einde van de DEEP STATE / CABAL

Maarten van Rossem onthult wereldwijde satanische samenzwering op TV

Verzameling van feiten en bewijzen door middel van audio's, video's, afbeeldingen, documenten en informatie.

Donderdag 4 december 2025 is de dag dat zanger Marco Borsato weer verder kan in zijn leven en wij weer kunnen genieten van zijn mooie liedjes!

Veel mensen draaiden inmiddels de prachtige liedjes niet meer van Marco Borsato... Zanger Marco Borsato is overigens een wrak geworden vanwege de zwartmakerij en het onrecht wat hem jarenlang heeft geteisterd, het laat diepe sporen na in zijn aardse leven. Dat was hij wellicht niet als hij zou weten dat hij zeer waarschijnlijk vrijgesproken zou gaan worden. Juridisch gezien klopt het overigens dat het bewijs zeer discutabel was en niet hard te maken was.

Echter komt er steeds meer boven water nu wij ons erin gaan verdiepen,
maar Marco Borsato kan nu in ieder geval verder met zijn leven...


VOLKSZANGER MARCO BORSATO WERD GESLACHTOFFERD DOOR DE 'ORANJE BOVEN' PEDO ELITE

De rechtbank in Utrecht heeft Marco Borsato (58) donderdag 4 december 2025 vrijgesproken in zijn zedenzaak. Volgens de rechters is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de aanklacht dat de zanger van september 2014 tot en met januari 2015 ontucht heeft gepleegd met een 15-jarig meisje. Het Openbaar Ministerie had een celstraf van vijf maanden geëist. Dit is de integrale uitspraak van de rechtbank.

Binnenlandredactie, 4 december 2025


Borsato stond terecht voor het betasten van de bovenbenen, borsten en vagina van het meisje, zowel boven als onder haar kleding. Een andere beschuldiging was dat hij het meisje zijn geslachtsdeel heeft laten aanraken. Voor dat deel van de aanklacht had het OM ook vrijspraak gevraagd.

Borsato woonde de uitspraak in de drukbezochte rechtbank bij. Hij heeft de beschuldigingen tijdens het strafproces ontkend.




Vonnis van de meervoudige kamer van 4 december 2025 in de strafzaak tegen Marco Borsato:



1 ZITTING

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zittingen van 28 oktober 2025 en 30 oktober 2025. Het onderzoek is gesloten op 4 december 2025.

Op de zitting waren aanwezig:
- de verdachte;
- de officieren van justitie: mr. A. Dam en mr. I.M.F. Graumans (hierna gezamenlijk in het enkelvoud: de officier van justitie);
- de advocaten van de verdachte: mr. C.J. Knoops-Hamburger, mr. G.G.J.A. Knoops en mr. E. Dekker (hierna: de verdediging);
- de advocaat van de benadeelde partij: mr. J.P. Plasman.

2 TENLASTELEGGING

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij, samengevat:

in de periode van september 2014 tot en met 15 januari 2015 in Nederland, met [aangeefster] , die toen nog geen zestien jaar oud was, ontuchtige handelingen heeft gepleegd.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van de verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 VRIJSPRAAK

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie vindt dat de beschuldiging wettig en overtuigend bewezen kan worden, behalve het gedeelte dat de verdachte aangeefster zijn geslachtsdeel zou hebben laten aanraken. Voor dit onderdeel wordt partieel vrijspraak gevraagd.

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.

4.2 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bepleit dat de verdachte van de gehele beschuldiging moet worden vrijgesproken.

4.3 Het oordeel van de rechtbank


1 Inleiding

Deze zaak heeft buitengewoon veel media-aandacht gehad. Dit heeft veel impact gehad op het leven van de betrokkenen en hun naasten. En nog steeds ondervinden de betrokkenen hier de gevolgen van. De media-aandacht is ook door de rechtbank niet onopgemerkt gebleven. Er zijn analyses over de zaak gemaakt en er is gespeculeerd over de mogelijke uitkomst, allemaal op basis van fragmenten uit het dossier. Daarnaast roepen bepaalde onderdelen van het dossier veel vragen op in de maatschappij. Het is – op de zitting en buiten de zitting om – ook veel gegaan over zaken die niet direct relevant zijn voor de beschuldiging waar het in deze zaak om gaat. De rechtbank gaat niet op alle opgeworpen vragen antwoord geven. Dat is niet de taak van de rechtbank. De rechtbank zal in dit vonnis alleen beoordelen of de beschuldiging wettig en overtuigend kan worden bewezen. Dat wil zeggen dat zij beoordeelt of buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat de verdachte van september 2014 tot en met 15 januari 2015 met aangeefster de in de beschuldiging genoemde ontuchtige handelingen heeft gepleegd. De rechtbank baseert haar oordeel uitsluitend op de relevante onderdelen uit het dossier en wat er op de zitting is gezegd. De rechtbank zal hierna uitleggen tot welk oordeel zij komt.


2 Betrokkenen en onderlinge verhoudingen

Voordat de rechtbank inhoudelijk ingaat op het dossier, volgt eerst een korte schets van de betrokkenen, hun onderlinge verhoudingen en de tijdlijn tot de aangifte.

De moeder van aangeefster (hierna: moeder) was ongeveer 20 jaar lang werkzaam voor de verdachte, waarvan lange tijd als voorzitter van de fanclub. Naast de werkrelatie ontstond een hechte vriendschap, en de verdachte kwam daarom vaak bij aangeefster en moeder thuis. De verdachte werd onderdeel van de vriendengroep van moeder. De verdachte kende aangeefster vanaf haar geboorte en kreeg een hechte band met haar. Hij was volgens sommigen na het overlijden van haar vader een soort vaderfiguur voor haar. De verdachte ondersteunde het gezin van aangeefster waar mogelijk, ook financieel. Aangeefster ging vaak met moeder mee naar optredens van de verdachte. De vergaderingen van de fanclub vonden bij hen thuis plaats en aangeefster was op die momenten regelmatig thuis aanwezig.

Vanaf het najaar 2018 stond de werkrelatie tussen moeder en de verdachte onder druk. Moeder was niet meer in staat haar werkzaamheden te verrichten en is uitgevallen met een burn-out. Moeder heeft verteld dat ze in juni 2019 een dagboek van aangeefster uit 2015 heeft gevonden, waarin staat dat de verdachte aan haar heeft gezeten. Op 4 juli 2019 hebben moeder en de verdachte een gesprek gehad – dat door moeder is opgenomen – en daarin wordt gesproken over het beëindigen van de werkrelatie en wordt de verdachte door moeder geconfronteerd met het dagboek van aangeefster. Op 6 oktober 2019 heeft moeder een informatief gesprek met de politie, maar noemt ze de naam van de verdachte nog niet en wordt er geen aangifte gedaan. Op 13 december 2021 doet aangeefster aangifte.


3 Bewijs in zedenzaken

Als de verdachte in een zedenzaak ontkent, is er vaak niet veel bewijs. Er zijn in veel gevallen geen ooggetuigen die het verhaal van het vermeende slachtoffer of het verhaal van de verdachte kunnen bevestigen. Vaak draait de beschuldiging om handelingen waarbij alleen het vermeende slachtoffer en de verdachte aanwezig waren. De verklaring van het vermeende slachtoffer staat in zo'n geval tegenover die van de verdachte, net als in deze zaak. Bij de beoordeling van het bewijs in dat soort zaken moet de rechtbank de betrouwbaarheid van de verklaring van het vermeende slachtoffer beoordelen, bekijken of er ander bewijs in het dossier zit dat die verklaring ondersteunt (daarover hieronder meer), en beoordelen of er tegenaanwijzingen (contra-indicaties) zijn.

Met betrekking tot de vraag of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de beschuldiging, geldt het volgende. Volgens de wet kan een beschuldiging niet alleen op grond van de verklaring van één getuige (in dit geval de verklaring van alleen de aangeefster)2 worden bewezen. Ook niet als de rechtbank deze verklaring betrouwbaar vindt. Deze bepaling staat in de wet om er voor te zorgen dat een deugdelijke bewijsbeslissing wordt genomen. Er moet altijd ander bewijs (steunbewijs) in het dossier zitten. Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Volgens de Hoge Raad moet deze bewijsminimumregel in zedenzaken niet zo uitgelegd worden dat vereist is dat de handelingen die op de beschuldiging staan als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar is het voldoende wanneer de verklaring van aangeefster op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen. Die andere bewijsmiddelen moeten afkomstig zijn van een andere bron dan de aangeefster. Het kunnen daarom geen bewijsmiddelen zijn die bestaan uit 'de auditu'-verklaringen ('van horen zeggen'). Bijvoorbeeld een getuige die verklaart dat hij de aangeefster iets heeft horen zeggen of dat de aangeefster iets aan de getuige heeft verteld. Een dergelijke 'de auditu'- verklaring is onder omstandigheden wel aan te merken als onderbouwing voor de betrouwbaarheid van de verklaring van de aangeefster, maar het is geen steunbewijs zoals de wet bedoelt. Voor steunbewijs geldt ook, dat het op een voor de beschuldiging relevante wijze in verband moet staan met de verklaring van aangeefster. Van steunbewijs kan wel sprake zijn als de getuigenverklaring een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de handelingen waar de verdachte van wordt beschuldigd of ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van de aangeefster op het moment dat het strafbare feit plaatsvindt, of (vlak) daarna.

Het bewijsminimum mag (dus) niet worden verward met een oordeel over de betrouwbaarheid van de verklaring van de aangeefster. Dat staat hier los van. Het oordeel over de betrouwbaarheid zegt alleen iets over het waarheidsgehalte van die verklaring zelf, terwijl er ook steunbewijs moet zijn om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.


4 Wanneer is sprake van ontucht?

In zedenzaken is het belangrijk om te beoordelen of de verweten handelingen ontuchtig zijn. Ontuchtige handelingen zijn handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Of een bepaalde handeling een handeling van seksuele aard is en of deze kan worden aangemerkt als ontuchtig, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij is onder meer relevant de aard van de handeling en de context waarin en omstandigheden waaronder die handeling wordt verricht. Daarbij kunnen ook de leeftijd van betrokkenen, eventuele interactie tussen hen en onder omstandigheden ook hun intenties een rol spelen. Voor een bewezenverklaring van het plegen van ontuchtige handelingen moet verder komen vast te staan dat het opzet van de verdachte mede het ontuchtig karakter van de handelingen omvat. Met andere woorden: een verdachte moet bewust iets gedaan hebben waarvan hij weet (of moet weten) dat het ontucht is.


5 De aangifte

Aangeefster heeft op 13 december 2021 aangifte gedaan tegen de verdachte. Zij heeft verklaard dat de verdachte zowel op als onder haar kleding haar benen, billen, borsten, tepels, vagina en schaamlippen heeft betast. Ook volgt uit haar verklaring dat de verdachte haar zijn geslachtsdeel heeft laten betasten. De rechtbank moet beoordelen of de verklaring van aangeefster als voldoende betrouwbaar kan worden aangemerkt om als uitgangspunt te kunnen dienen.

Bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van de aangifte wordt gekeken of de aangifte (onder meer) concreet, gedetailleerd, authentiek en consistent is. De rechtbank wil daar allereerst over opmerken dat dit niet betekent dat iemand die aangifte doet van een zedenmisdrijf steeds heel concreet, gedetailleerd en volledig consistent daarover dient te verklaren. Er kunnen allerlei omstandigheden een rol spelen (tijdsverloop, leeftijd, impact van de gebeurtenissen, werking van het geheugen, de druk van een verhoor of het doen van aangifte) die kunnen verklaren dat een verklaring op bepaalde punten niet heel concreet of gedetailleerd is of niet altijd consistent is. De beoordeling vindt steeds plaats in zijn geheel en kijkend naar alle omstandigheden van de specifieke zaak.

In deze zaak stelt de rechtbank vast dat het veel is gegaan over de totstandkoming van de aangifte en de mogelijke invloed van anderen op de inhoud van de verklaring van aangeefster. De rechtbank kan niet vaststellen hoe het precies gegaan is. De gesprekken die aangeefster voorafgaand aan de aangifte heeft gevoerd over het doen van aangifte, maken de beoordeling van de betrouwbaarheid van de aangifte wel lastiger. Aan de andere kant betekenen alle omstandigheden voorafgaand en rondom het doen van aangifte ook niet direct dat wat er in de aangifte staat onbetrouwbaar is.

Kijkend naar de inhoud van de aangifte, dus wat de aangeefster precies heeft verklaard over de verschillende handelingen die de verdachte zou hebben verricht en waar en wanneer die zouden hebben plaatsgevonden, merkt de rechtbank op dat de verklaring van aangeefster daarover niet steeds concreet is. In deze aangifte is van meerdere handelingen die aangeefster beschrijft niet duidelijk wanneer deze hebben plaatsgevonden. Dat is van groot belang omdat de aangifte ziet op de contacten met de verdachte tot kort voor 4 juli 2019 en de beschuldiging alleen betrekking heeft op de periode voordat aangeefster zestien jaar oud was (dus voor 15 januari 2015). Uit de aangifte wordt niet duidelijk wanneer verdachte aangeefster onder haar kleding zou hebben aangeraakt. Verder verklaart aangeefster dat zij 17 was toen zij het geslachtsdeel van de verdachte zou hebben moeten aanraken. Dit valt buiten de periode uit de beschuldiging.

De rechtbank komt gelet op het voorgaande tot de conclusie dat sprake is van een aangifte waarbij verschillende kanttekeningen geplaatst kunnen worden. Dat wil niet zeggen dat de rechtbank vindt dat de verklaring van aangeefster onbetrouwbaar is, maar wel dat zij daar in deze zaak behoedzaam mee omgaat. De rechtbank zal daarom op dit punt niet ingaan op wat er verder is aangevoerd ten aanzien van de betrouwbaarheid van de aangifte, maar zal eerst kijken of er voldoende steunbewijs is en of dat steunbewijs van voldoende gewicht is.


6 Steunbewijs

De rechtbank zal aan de hand van het steunbewijs dat door de officier van justitie in het requisitoir is opgenomen beoordelen of voldaan is aan het bewijsminimum.

6.1. Getuigenverklaringen

Naar aanleiding van de verdenking zijn meerdere getuigen gehoord. Op verzoek van de verdediging zijn ook nog zes personen gehoord, waaronder een aantal personen die onderdeel waren van de vriendengroep/fanclub van de verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de getuigenverklaringen in dit dossier niet kunnen worden gebruikt als steunbewijs. Geen van de getuigen heeft ontuchtige handelingen van de verdachte gezien in de periode waar de beschuldiging over gaat of iets anders verklaard dat in deze zaak als steunbewijs zou kunnen dienen.

De rechtbank merkt op dat door de getuigen uit de vriendengroep veel is verklaard over de sfeer en seksuele moraal in het huis van moeder en aangeefster en over de relatie tussen aangeefster en de verdachte. De officier van justitie legt deze verklaringen belastend uit en vindt in de verklaringen van de vriendengroep over de 'seksuele sfeer en context' steunbewijs voor de verklaringen van aangeefster. De rechtbank kan deze redenering niet volgen en is van oordeel dat de verklaringen van de getuigen uit de vriendengroep, kijkend naar de gehele context van de verklaringen, niet op deze manier als belastend kunnen worden uitgelegd en geen steunbewijs opleveren.

De officier van justitie heeft verder in het requisitoir ten aanzien van het aanraken van de billen en benen van aangeefster een klein deel van de verklaring van getuige [getuige 1] (onderdeel van de vriendengroep) geciteerd. De officier van justitie is van mening dat deze verklaring als steunbewijs kan dienen. De rechtbank is van oordeel dat het van belang is dat de antwoorden van deze getuige in de context worden geplaatst van hetgeen zij verder heeft verklaard. Kijkend naar de gehele verklaring van deze getuige volgt daaruit juist dat zij geen aanwijzingen had dat de verdachte dingen deed met aangeefster die niet door de beugel konden. Zij zegt wel dat ze wel eens zag dat de verdachte een hand op de billen had van aangeefster. Als dan gevraagd wordt hoe dat eruit zag, legt ze uit dat aangeefster bij de verdachte op schoot kroop en dat hij haar vastpakte. Het is volstrekt niet duidelijk wanneer dit zou hebben plaatsgevonden, hoe lang de hand op de billen lag en of dit vastpakken onderdeel was van het op schoot zitten of daar los van stond. Bovendien is gelet op de uitleg die de getuige geeft en de context van de hele verklaring, niet in te zien dat deze passage kan dienen als steunbewijs.

De officier van justitie citeert ook een klein deel van de verklaring van getuige [getuige 2] , waaruit zou volgen dat aangeefster tegen hem heeft gezegd dat "hij aan haar benen heeft gezeten en dat ze dat afkeurde". Dit is geen waarneming van de getuige maar gaat over iets wat de aangeefster tegen hem heeft gezegd, en is alleen al daarom geen steunbewijs. Maar het gaat hierbij ook nog om een verklaring van de aangeefster achteraf, na de bekendwording van het 'dagboek'.De officier van justitie haalt verder de verklaring van getuige [getuige 3] (het toenmalige vriendje van aangeefster) aan als steunbewijs. Deze getuige heeft verklaard dat hij heeft gezien dat de verdachte een keer zijn hand hoog op het bovenbeen van aangeefster heeft gelegd. Aangeefster was 15 in de periode dat ze een relatie had met getuige [getuige 3] , dus dit zou in de periode zijn waar de beschuldiging over gaat. Hij legt daarna echter uit hoe de situatie was. Hij was met aangeefster televisie aan het kijken en toen kwam de verdachte binnen. Die begroet aangeefster met een dikke knuffel en een kus, neemt plaats op de bank en legt dan zijn hand op haar bovenbeen. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring weliswaar ondersteuning biedt voor de stelling dat een van de handelingen in de beschuldiging door de verdachte is gepleegd, maar dat het leggen van een hand op een bovenbeen in deze context op zichzelf geen ontuchtige handeling is. Daarom is deze verklaring geen steunbewijs voor de verklaring van aangeefster dat de verdachte bij haar ontuchtige handelingen heeft gepleegd.

Ten aanzien van steunbewijs voor de aanraking van de billen van aangeefster benoemt de officier van justitie verder nog het 'spelletje' dat bij aangeefster thuis werd gespeeld. Dit spelletje hield in dat de leden van de vriendengroep, waaronder ook de verdachte, een tik moesten geven op de billen van een persoon die staand voorover op tafel leunde. De ex-vriendin van aangeefster heeft hier ook over verklaard. De verdachte heeft dit niet weersproken. Aangeefster heeft ook verklaard dat dit een spelletje was bij haar thuis en heeft daarbij nadrukkelijk aangegeven dat haar aangifte niet over deze aanrakingen gaat. De rechtbank is van oordeel dat dit handelen van de verdachte gelet op de beschreven context niet als ontuchtig kan worden gekwalificeerd. Gelet op het voorgaande kunnen de verklaringen van de getuigen voor zover die gaan over dit slaan op de billen ook niet als steunbewijs dienen.


6.2. Tas-op-tafel-gesprek

De rechtbank heeft kennis genomen van de transcripties van het gesprek dat op 4 juli 2019 heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en moeder. Het gesprek dat door moeder is opgenomen zonder dat de verdachte dat wist. Op de zitting zijn ook fragmenten daarvan afgespeeld.

De rechtbank merkt allereerst het volgende op. Als transcripties van een in het geheim opgenomen gesprek als bewijsmiddel worden opgevoerd in een strafzaak, dan moet er terughoudend worden omgegaan met de interpretatie van wat er is gezegd, zolang dat niet ondubbelzinnig is. Ook kunnen niet zomaar conclusies of interpretaties worden verbonden aan de omstandigheid dat bepaalde dingen juist niet zijn gezegd. Het is van belang om goed te kijken naar de context waarin het gesprek heeft plaatsgevonden, hoe het gesprek is verlopen en wat de relatie is tussen degenen die in gesprek zijn.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte in het gesprek op geen enkel moment een ondubbelzinnige bekentenis afgelegd over de beschuldiging. Als de verdachte voor de eerste keer in het gesprek – als het gesprek al enige tijd duurt en over andere dingen is gegaan – door moeder wordt geconfronteerd met de vondst van het dagboek en wat daarin zou staan, dan is zijn eerste reactie: "ik denk dat een heleboel [dingen] genuanceerder ligt dan je nu zegt." Dat is geen ondubbelzinnige bekentenis. Tijdens de rest van het gesprek gaat het afwisselend over het beëindigen van de werkrelatie tussen moeder en de verdachte en het dagboek, de relatie tussen aangeefster en de verdachte en over ontuchtige handelingen, maar wat dat laatste betreft niet heel concreet. Hoe de verdachte op die beschuldiging heeft gereageerd, kan voor een buitenstaander wel vraagtekens oproepen, maar naar het oordeel van de rechtbank kan uit geen enkele passage uit het gesprek worden opgemaakt dat de verdachte bekent. Alle passages die de officier van justitie als belastend heeft aangehaald kunnen op meerdere manieren worden uitgelegd en bevatten geen bekentenis van de verdachte met betrekking tot datgene waar hij in deze zaak specifiek van beschuldigd wordt. Dat geldt ook voor de door de officier van justitie in het requisitoir opgenomen passage "Ik heb haar gestreeld en het best kan dat dat ongepast was" – waarvan overigens de letterlijke uitwerking is "Nee, maar dat is... dat... Nou, tussen haar benen aange... Ik heb haar gestreeld, dat kan best zijn dat op... Dat dat, dat dat ongepast was". Ook dat is naar het oordeel van de rechtbank geen ondubbelzinnige bekentenis door de verdachte. Dat hij aangeeft dat iets mogelijk ongepast kan zijn geweest (overigens is niet geheel duidelijk waar hij op doelt), betekent iets heel anders dan dat er sprake is geweest strafrechtelijk verwijtbare ontuchtige handelingen.

Vanwege het ontbreken van een ondubbelzinnige bekentenis, gaat het dus om het interpreteren van hoe bepaalde dingen gezegd zijn of waarom bepaalde dingen niet gezegd zijn, steeds bezien in de gehele context. Voor de beoordeling van de transcripties van het gesprek van 4 juli 2019, is naar het oordeel van de rechtbank het volgende relevant. Het gaat om een informeel gesprek van ruim vier uur tussen de moeder en de verdachte, die elkaar al heel lang en goed kenden en die een hechte vriendschap hadden. De verdachte had daarnaast een belangrijke rol in het gezin van moeder en aangeefster, terwijl in dat gezin de nodige problemen speelden bij aangeefster en ook bij de zoon van moeder. Daarnaast wilden moeder en de verdachte op het moment van het gesprek de werkrelatie na bijna 20 jaar met elkaar beëindigen. Verder is relevant dat het gesprek eerst gaat over het beëindigen van die werkrelatie en dat moeder de verdachte pas na enige tijd confronteert met de vondst van het dagboek en wat daar volgens moeder in staat. Ook gaat het om een gesprek uit 2019, terwijl de vermeende ontuchtige handelingen waar het in deze strafzaak om gaat van september 2014 tot medio januari 2015 zouden hebben plaatsgevonden. In het gesprek gaat het over de periode tot 4 juli 2019 en dus ook over de periode na 15 januari 2015 (bijvoorbeeld als het erover gaat dat aangeefster een mooie jonge vrouw is geworden) en daardoor is ook niet steeds duidelijk over welke periode moeder of de verdachte het hebben als zij iets zeggen over de aangeefster, over de relatie tussen de verdachte en aangeefster en over de situatie bij moeder en aangeefster thuis.

Ten slotte is voor de context ook relevant wat de verdachte over dit gesprek te zeggen heeft, juist omdat de dingen die hij gezegd en niet gezegd heeft, vraagtekens oproepen. De verdachte is daar uitgebreid over gehoord bij de politie, bij de rechter-commissaris en op de zitting. Volgens de verdachte heeft hij, vanwege zijn relatie met moeder en aangeefster, hun geschiedenis en de situatie bij moeder en aangeefster thuis steeds voorzichtig gereageerd. Voor hem was het lange tijd niet duidelijk dat hij echt beschuldigd werd van ontucht, en hij was in de veronderstelling dat aangeefster handelingen die in zijn ogen onschuldig waren, anders had opgevat. Hij wilde naar eigen zeggen niet de relatie op het spel zetten, maar hij wilde dingen oplossen. De rechtbank vindt dat aannemelijk, gelet op de hiervoor geschetste relatie tussen aangeefster en de verdachte, tussen moeder en de verdachte en de rol die hij in het gezin speelde. Het blijkt naar het oordeel van de rechtbank ook uit de antwoorden die de verdachte geeft en de manier waarop hij die antwoorden geeft. Bijvoorbeeld als de verdachte aangeeft dat hij de ontstane situatie wil oplossen met aangeefster, omdat hij in de veronderstelling is dat aangeefster zijn aanrakingen anders heeft opgevat dan dat hij ze heeft bedoeld. Gelet op al het voorgaande en de terughoudendheid bij de interpretatie van dit soort gesprekken kunnen naar het oordeel van de rechtbank de uitlatingen van de verdachte in het gesprek van 4 juli 2019 niet worden geïnterpreteerd als een bekennende verklaring van de verdachte van een of meer van de ontuchtige handelingen waarvan hij beschuldigd wordt. Het gesprek kan in die zin dus ook niet dienen als steunbewijs.

Verder is door de officier van justitie nog genoemd dat de verdachte niet 'keihard' heeft ontkend, niet woedend is geworden en het gesprek niet heeft beëindigd. De rechtbank merkt daarover allereerst op dat het niet uitdrukkelijk ontkennen door de verdachte niet kan worden opgevat als een bekentenis. Voor het interpreteren van het niet ontkennen door de verdachte (het interpreteren van waarom de verdachte iets niet gezegd heeft en waarom verdachte bepaalde dingen niet heeft gedaan) geldt – mogelijk nog meer dan bij uitlatingen die een verdachte wel heeft gedaan – dat daar (zeer) terughoudend mee moet worden omgegaan. Gelet op alles wat hiervoor gezegd is over de context van het gesprek en de relatie tussen de verdachte, moeder en aangeefster kan dit niet (ondubbelzinnig) ontkennen, niet boos worden en het gesprek niet beëindigen, niet zo geïnterpreteerd worden dat dit als steunbewijs kan dienen voor de beschuldiging. Daar komt bij dat de verdachte in het gesprek, als de moeder de woorden 'seksueel misbruik' noemt, meteen reageert met een ontkenning: "ik heb haar niet seksueel misbruikt he".

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte tijdens dit gesprek geen bekentenis heeft afgelegd. Het voorgaande maakt dat het tas-op-tafel-gesprek niet als steunbewijs kan dienen.


6.3. Opgenomen gesprek tussen de verdachte en aangeefster

Nadat moeder de verdachte op 4 juli 2019 had geconfronteerd met de teksten uit het dagboek van aangeefster, heeft er op 4 december 2019 een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de verdachte en aangeefster. Ook dit gesprek is opgenomen zonder dat de verdachte hiervan op de hoogte was. De officier van justitie vindt ook dat dit gesprek als steunbewijs kan dienen omdat de verdachte de beschuldigingen niet 'keihard' ontkent en erkent dat hij handtastelijk is geweest en het lichaam van aangeefster op meerdere plaatsen heeft aangeraakt.

Met betrekking tot de beoordeling van de transcriptie van dit gesprek geldt hetzelfde als bij de beoordeling van het gesprek tussen de verdachte en moeder (zie de overwegingen in de vorige paragraaf).

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte ook in dit gesprek nergens ondubbelzinnig de ontuchtige handelingen uit de beschuldiging bekent. Hij heeft het er weliswaar over dat hij aan de billen van aangeefster heeft gezeten, maar uit het gesprek volgt dat dit gaat over het 'spelletje' van het slaan op de billen, waar de rechtbank al over heeft overwogen (paragraaf 6.1) dat dit niet als ontuchtig kan worden beschouwd, en bovendien is dit volgens aangeefster niet hetgeen waar de beschuldiging over gaat. Verder geldt ook hier dat gelet op de context en de terughoudendheid waarmee de uitlatingen van de verdachte moeten worden geïnterpreteerd, geen enkele uitlating van de verdachte in dit gesprek kan dienen als steunbewijs.

En ook in dit gesprek geldt dat het niet ondubbelzinnig ontkennen door de verdachte niet zo geïnterpreteerd kan worden dat dit als steunbewijs kan dienen voor de beschuldiging. Daar komt voor dit gesprek nog bij dat de verdachte in het begin van het gesprek wel degelijk bepaalde dingen ontkent, maar dat zodra hij dit doet aangeefster dreigt het gesprek te beëindigen, waardoor het niet onaannemelijk is dat hij later in het gesprek voorzichtiger is geworden in zijn bewoordingen.

De rechtbank is van oordeel dat dit opgenomen gesprek daarom ook niet als steunbewijs kan dienen.


6.4. Whatsapp-gesprekken

In het dossier zijn Whatsapp-gesprekken tussen de verdachte en aangeefster opgenomen. Het gaat echter om gesprekken van na de periode van de beschuldiging, namelijk van mei 2015 tot en met juli 2019. In deze gesprekken kan geen bevestiging gelezen worden van ontuchtige handelingen verricht door de verdachte tussen september 2014 en 15 januari 2015. De rechtbank oordeelt dan ook dat deze gesprekken niet als steunbewijs gebruikt kunnen worden.

De rechtbank hecht eraan om nog op te merken dat de officier van justitie een uitspraak heeft aangehaald van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waaruit zou volgen dat Whatsapp-gesprekken die na het tenlastegelegde feit zijn verstuurd mee kunnen wegen bij het bewijs. De officier vergeet daarbij de context van die zaak te noemen, die heel anders is dan in deze zaak. In die zaak ging het om chatgesprekken tussen een verdachte en een aangeefster vlak na het feit waarin verdachte expliciet zegt dat hij er spijt van heeft, dat het niet had mogen gebeuren en dat hij niet had nagedacht. Deze verschillen maken dat de aangehaalde uitspraak niet relevant is voor deze zaak.


6.5. Waarneming emoties

Zoals de rechtbank hiervoor heeft uitgelegd, kan een verklaring van een getuige over waargenomen emoties of een gemoedstoestand bij een slachtoffer na het delict als steunbewijs dienen. Er moet alleen wel kunnen worden vastgesteld dat er een verband is tussen de emoties en het feit waarvan de verdachte wordt beschuldigd. Het tijdsverloop is daarbij relevant. In veel zaken gaat het om waargenomen emoties direct na het incident, waarbij het verband vaak duidelijk is (bijvoorbeeld dat een slachtoffer vlak na een verkrachting hevig geëmotioneerd en huilend wordt aangetroffen).

De officier van justitie vindt dat de door moeder waargenomen emoties bij aangeefster, toen zij haar in 2019 vertelde dat ze het dagboek had gevonden, en de door de rechter-commissaris op 12 januari 2023 waargenomen emoties bij aangeefster na het verhoor als steunbewijs kunnen dienen. De officier van justitie legt niet uit hoe hij tot deze conclusie komt, en waarom deze emoties, ondanks het grote tijdsverloop tussen de vermeende handelingen waarvan verdachte wordt beschuldigd en de waargenomen emoties, als steunbewijs gebruikt kunnen worden.

Over de emoties die moeder heeft waargenomen merkt de rechtbank allereerst op dat het hier niet gaat om waargenomen emoties vlak na ontuchtige handelingen, maar over emoties die 4 jaar later worden gezien. Van deze waargenomen emoties kan dus niet zonder meer worden vastgesteld dat deze een verband hebben met de beschuldiging. Dat is ook niet zonder meer uit de summiere verklaring daarover van moeder af te leiden. Ook de toenmalige vriendin van aangeefster kan niet bevestigen dat zij (hevige) emoties heeft waargenomen bij aangeefster, terwijl moeder heeft verklaard dat aangeefster zich door haar heeft laten troosten na het gesprek. De rechtbank kan hierdoor onvoldoende vaststellen of het klopt wat de moeder zegt over de waargenomen emoties en of deze emoties zien op de in de beschuldiging genoemde handelingen, of ergens anders over gingen.

Verder is relevant dat geen enkele getuige, inclusief moeder, gedragsverandering heeft gezien bij aangeefster ten opzichte van de verdachte na de vermeende ontuchtige handelingen uit de beschuldiging. De getuigen verklaren allemaal dat aangeefster altijd enthousiast was als zij de verdachte zag en bijna altijd bij hem op schoot ging zitten. Dit laatste wordt ook bevestigd door moeder. Aangeefster zocht ook zelf, tot kort voordat moeder het dagboek vond, regelmatig contact met de verdachte. Zo was zij bij zijn concerten in het voorjaar van 2019 en zorgde ze ervoor dat zij een plaatsje vooraan het podium kreeg, en ging ze daarna met haar vriendin, op eigen initiatief, op bezoek bij de verdachte en zijn gezin. Dit betekent niet dat de rechtbank vindt dat aangeefster hier iets te verwijten valt, maar het betekent wel dat de summiere verklaring van moeder over de waargenomen emoties onvoldoende bevestiging vindt om als steunbewijs te worden gebruikt. De verklaring van moeder over de waargenomen emotie kan daarom niet als steunbewijs worden gebruikt.

Over de op 12 januari 2023 door de rechter-commissaris waargenomen emoties bij aangeefster na het verhoor kan ook de vraag gesteld worden in hoeverre deze waargenomen emoties – 8 jaar na dato– direct verband houden met de in de beschuldiging genoemde handelingen. Gelet op dit grote tijdsverloop kan dit niet zonder meer worden vastgesteld.

De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de waargenomen emoties in de onderhavige zaak niet als steunbewijs kunnen dienen.


6.6. Het dagboek

In het dossier is een aantal pagina's opgenomen van wat in deze zaak het 'dagboek van aangeefster' is gaan heten. Uit onderzoek is gebleken dat het zeer veel waarschijnlijker is dat aangeefster degene is geweest die in dit boekje heeft geschreven dan dat moeder dat heeft gedaan. De officier van justitie vindt dat passages uit dit boekje gebruikt kunnen worden als steunbewijs. De rechtbank oordeelt daarover als volgt.

Een handgeschreven passage waarin ontuchtige handelingen worden beschreven door een aangeefster is in beginsel geen steunbewijs, omdat het afkomstig is uit dezelfde bron. De officier van justitie stelt dat uit een uitspraak van de Hoge Raad in 2012 zou volgen dat een dagboek als steunbewijs kan worden gebruikt. Die stelling berust op een verkeerde lezing van die uitspraak. De Hoge Raad laat in deze uitspraak juist een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch in stand, waarin het hof weliswaar een dagboekaantekening gebruikt voor het bewijs, maar daarna overweegt dat de dagboekaantekening en de verklaringen van het slachtoffer worden ondersteund door andere verklaringen. Er was in die zaak dus sprake van andere verklaringen die het steunbewijs opleverden voor de verklaring van aangeefster en het dagboek.

Daar komt bij dat er in deze zaak ook kanttekeningen zijn te plaatsen bij wat het 'dagboek' is genoemd. Er wordt namelijk gesproken over een dagboek, maar op de pagina waar de datum "18'06'2015" op is geschreven wordt iets beschreven wat – volgens de tekst op dezelfde pagina –sinds ongeveer vijf maanden speelt. Niet blijkt dat er op de betreffende dag zelf iets is voorgevallen. Daarnaast hebben meerdere deskundigen onderzoek gedaan naar het boekje. Uit deze onderzoeken blijkt dat niet kan worden vastgesteld wanneer de passages daadwerkelijk zijn opgeschreven. Daarbij zijn er op de hiervoor genoemde pagina met datum 18 juni 2015 stukken tekst doorgestreept net voor de tijdsaanduiding 'vijf maanden ofzo", die de indruk kunnen wekken dat de passage op een andere datum is geschreven. De rechtbank stelt verder vast dat op basis van de inhoud van de passages ook niet duidelijk kan worden afgeleid waar en wanneer de handelingen die worden genoemd zouden zijn gepleegd. Daarbij is de beschrijving van de vermeende ontuchtige handelingen zeer algemeen.

De rechtbank is gelet op al het voorgaande van oordeel dat het dagboek niet kan dienen als steunbewijs.


7 Conclusie

De rechtbank komt gelet op wat zij hiervoor heeft overwogen tot de volgende conclusie over de beschuldiging.

Er is onvoldoende bewijs voor de verklaring van aangeefster dat de verdachte haar zou hebben betast onder haar kleding en dat hij over haar kleding haar borsten, tepels, vagina en schaamlippen zou hebben betast. Met betrekking tot het aanraken onder de kleding is de aangifte niet concreet wanneer dat zou zijn geweest, maar het belangrijkste is dat het dossier voor al deze handelingen geen steunbewijs bevat. Daarnaast is er ook onvoldoende bewijs dat de verdachte zijn geslachtsdeel heeft laten aanraken door aangeefster. Ten eerste verklaart de aangeefster in haar aangifte dat dit pas zou zijn gebeurd toen zij 17 jaar was, en daar gaat de beschuldiging niet over, maar er is ook hiervoor geen steunbewijs in het dossier.

Wat dan nog overblijft van de beschuldiging betreft het aanraken van de benen en billen over de kleding. Die handelingen zijn echter niet als ontuchtig aan te merken, zoals de rechtbank hiervoor heeft uitgelegd.De rechtbank is daarom van oordeel dat de beschuldiging niet bewezen kan worden en zal de verdachte vrijspreken.

5 BESLISSING

De rechtbank:

Vrijspraak
- verklaart de beschuldiging niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoorn, voorzitter, mr. H. den Haan en mr. N.P.J. Janssens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.S. Salet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 december 2025.

(bron en meer informatie: https://www.ad.nl/binnenland/rechtbank-spreekt-marco-borsato-vrij-lees-hier-de-volledige-uitspraak~aa58d648/)



Marco Borsato treedt in 2026 niet op: 'Weet niet of ik ooit nog in staat ben om mijn vak uit te oefenen'

Marco Borsato zal het komende jaar niet optreden. Dat laat het management van de veelbesproken zanger zaterdag weten, in reactie op de uitnodiging die André Rieu aan hem deed.

Edwin van der Aa, 6 december 2025

Rieu zou Borsato graag als gastartiest naast zich op het podium hebben staan tijdens de concertreeks op het Vrijthof komende zomer. Het aanbod volgde na een interview met De Telegraaf, waarin Rieu de vraag kreeg voorgelegd of hij er iets voor voelde om samen met Borsato op te treden.

Daarna werd duidelijk dat de concertviolist en dirigent Marco Borsato concreet wilde benaderen met de vraag of hij zou willen zingen op zijn Vrijthofconcerten komende zomer. Maar Borsato bedankt nu vriendelijk.

"Marco treedt het komende jaar niet op", laat zijn management desgevraagd weten.

Borsato werd door een vrouw beschuldigd van ontucht toen zij nog minderjarig was, maar de rechter sprak hem afgelopen week vrij wegens gebrek aan bewijs. Het is nog mogelijk dat het Openbaar Ministerie in hoger beroep gaat.

Tijdens de rechtszaak zei Borsato wel dat hij niet wist of hij ooit nog zou kunnen optreden. De zanger zei dat hij sinds 2019 'geen microfoon meer heeft aangeraakt'. "Het lukt me ook niet. De zin en de lust om te zingen is er niet meer. Ik weet niet of ik ooit nog in staat ben om mijn vak uit te oefenen, zelfs als de rechtbank mij zal vrijspreken."

(bron: https://www.ad.nl/show/marco-borsato-treedt-in-2026-niet-op-weet-niet-of-ik-ooit-nog-in-staat-ben-om-mijn-vak-uit-te-oefenen~a0ec4370/)

Marco Borsato - Dochters Live in Gelredome (officiële videoclip)

Het is niet alleen een mooi lied voor dochters, maar ook voor zonen en lieve kleinkinderen!

Wellicht helpt ons artikel van De Nieuwe Media zanger Marco Borsato mee aan een snellere rehabilitatie in onze samenleving. Wij wachten rustig af. Luister ondertussen allemaal weer naar zijn mooie liedjes.

ONZE NIEUWSTE ARTIKELEN

Wanneer ons Collectieve Bewustzijn inzicht krijgt in ons aardse leven en ons aardse bestaan en het Christus Bewustzijn (Licht/Waarheid) aanneemt komt er vanzelf Liefde, Harmonie, Vrede en Overvloed in onze wereld, want alles IS er AL...